Frontsoldaten, fietsers & muziekliefhebbers

Verkeersdeelnemers zijn geen frontsoldaten. Maar sommige conclusies uit de militaire psychologie, zo is me aan de KMA eens verteld door iemand die ervoor had doorgeleerd, lijken wel van toepassing op het verkeer. Straks de analogie, eerst het geweld.

Een veldslag is een fysiek en psychisch uitputtende chaos en de lichamen van de krijgers bereiden zich voor op vluchten of vechten. De hersenen selecteren dan alleen de indrukken die duiden op dreiging en negeren de rest. Anders gezegd, tijdens close combat nemen soldaten alleen dingen waar die bewegen, want alleen die zijn gevaarlijk.

Nu de analogie. Hetzelfde geldt, in mindere mate, voor iedereen wiens leven niet vanzelfsprekend is. Op het gevaar af smakeloos te lijken: het geldt bijvoorbeeld voor fietsers. Niet voor degene die in alle rust door een park rijdt, maar wel voor degene die in Amsterdam over bijvoorbeeld de Rozengracht en Raadhuisstraat fietst. De fietser ondergaat dan een bombardement aan indrukken en concentreert zich op wat hem zou kunnen doden, zoals bewegende auto’s. De rest, die statisch is, neemt hij domweg niet waar. Ik heb inmiddels vier keer een bekeuring gehad omdat ik op het genoemde traject door het rode licht reed, en ik heb vier keer als verklaring opgegeven dat ik het verkeerssignaal niet heb waargenomen. Of beter: mijn ogen hebben het wel gezien, maar mijn hersens hebben de waarneming niet als relevant geselecteerd. Ik kan wel feilloos vertellen welke auto’s in mijn omgeving reden. Die kunnen me immers doden. Verkeerslichten niet.

Uiteraard is een fietser geen frontsoldaat, al was het maar omdat automobilisten doorgaans niet de opzet hebben andere verkeersdeelnemers te doden. Maar de bewustzijnsvernauwing is vergelijkbaar. De verkeersregels die veronderstellen dat een fietser in alle rust kan reageren op stoplichten en over zijn reacties op andere verkeersdeelnemers kan nadenken, zijn niet ontworpen voor het verkeer in een grote stad. Er zijn delen van Amsterdam waar het verkeer zo chaotisch is dat het menselijkerwijs niet mogelijk is je aan de verkeersregels te houden. Je wil het wel, maar de chaos is groter dan je hersens kunnen verwerken. Ik zal mijn volgende bekeuring dan ook laten voorkomen en heb al afgesproken dat een in Amsterdam wereldberoemde psycholoog zal optreden als getuige-deskundige.

Kan het nog erger dan aan de Rozengracht-Raadhuisstraat? Ja zeker. Vrijwel elke avond wordt in Amsterdam, ergens tussen tien en elf uur ’s avonds, een enorme groep in extase verkerende muziekliefhebbers losgelaten op een erkende “black spot” (een plaats waar significant meer verkeersongelukken gebeuren dan elders). Ik bedoel dat het Concertgebouw leegstroomt op een heel complex plein. De mensen zijn met hun hoofd nog bij de mooiste muziek van de wereld en zijn, om zo te zeggen, verminderd toerekeningsvatbaar. De levensgevaarlijke situatie maakte in 2007-2009 zes slachtoffers.

Donderdagavond liepen er zó veel muziekliefhebbers onnadenkend naar de tramhalte, dat bij Brasserie Keyzer een auto moest uitwijken naar het fietspad. Twee fietsers konden een botsing alleen vermijden door de grote weg op te gaan en konden, toen ze slingerend terugkeerden naar het fietspad, maar ternauwernood de voetgangers daar ontwijken, waarbij de tweede het iets makkelijker had dan zijn voorganger. Toch werd de tweede nageroepen: “Jona toch! Ze-bra-pad!”

Ja, dat was ik.

Pas toen ik de De Laraissestraat was gepasseerd en me bevond op overzichtelijker en veiliger terrein, had ik de rust om te bedenken welke stem me zo vriendelijk had berispt en wie ik bijna van de sokken had gereden.

Sorry Gloria.

Deel dit:

2 gedachtes over “Frontsoldaten, fietsers & muziekliefhebbers

  1. MNb

    Ik heb zeven jaar in Amsterdam gestudeerd en met mooi weer ging ik op de fiets – ik woonde in Zaandam – dus ik weet precies waar u over schrijft. De verkeersregels hebben me altijd …. bedenk maar wat. Regel 1 is voor mij altijd geweest dat auto’s sterker zijn dan ik, met als appendix dat taxi’s en trams ten koste van alles vermeden moeten worden. De analogie met frontsoldaten gaat voor mij op – ongeacht de bedoelingen van de chauffeurs heb ik auto’s altijd als pontentiële moordwapens gezien. De enige modificatie is dat ik voor optimale zichtbaarheid zorgde – desnoods ging ik vlak voor de neus van een auto fietsen. De dode hoek – en elke auto heeft die – boezemt mij grote angst in. Een buurvrouw van mij stond voor een stoplicht te wachten in de dode hoek van een bestelbusje. Zij wilde rechtdoor, het busje rechtsaf. Ze heeft drie maanden in coma gelegen en heeft nooit volledig haar spraakvermogen teruggekregen. Dat was haar beloning voor het volgen van de verkeersregels.
    Ik ben in A’dam nooit zelfs maar in de buurt geweest van een aanrijding, zelfs niet in de buurt van het Concertgehouw. Ook niet als concertbezoeker overigens, maar ik heb me wel een paar keer verwonderd over de Russische roulette na afloop van een concert.

Reacties zijn gesloten.