De kruisiging als media-event

Ik blogde laatst dat er maar weinig onderwerpen zijn waarover je geen grappen mag maken, maar dat ik een grens trek bij martelingen en executies. Ik heb Monty Python’s Life of Brian verschillende keren gezien, en hoewel ik onbedaarlijk kon lachen om ‘What have the Romans ever done for us?’ en de menigte die uit één mond roept dat ze allemaal individuen zijn, vind ik de kruisigingsscène aan het einde stuitend. Er is geen enkele wet die verbiedt grappen over martelingen te maken, en zo moet het ook blijven, maar menselijk lijden mag geen voorwerp zijn van spot.

Dit is ook het punt waar Gore Vidal een grens trekt in zijn Live from Golgotha, de roman waarin hij in 1992 de bizarre wereld van de Amerikaanse televangelisten op de hak nam. Het komt erop neer dat tijdreizen mogelijk is geworden, dat Jezus naar de toekomst is gereisd en een plan wil uitvoeren om met atoomwapens een gewelddadige, messiaanse staatsgreep uit te voeren. Dat zou dan de wel heel wrange ontkenning zijn van het meer vredelievende beeld dat Paulus heeft geschetst van de grondlegger van het christendom. De eigenlijke plot is of het toekomstige christendom zal zijn gebaseerd op geweld of vrede.

Of toch niet. De plot is in feite van ondergeschikt belang en wie het boek leest om, zoals de titel belooft, vele pagina’s lang live op Golgotha te zijn, komt bedrogen uit. Jezus is in dit boek wat Alfred Hitchcock een MacGuffin noemde, een middel om een verhaal op weg te helpen, of – in dit geval – om met een griezelige precisie de kapitalistische pervertering van het christendom aan de kaak te stellen. De vele Amerikaanse christenen die worden opgevoerd, blijken vooral geïnteresseerd in geld, en als de vroegste christenen het moeten ontgelden, is dat opnieuw om, via een omweg, het kapitalistische christendom aan te pakken. Dan is Paulus de uitvinder van de follow up-mail en werft hij zieltjes met een bizarre combinatie van cultus en show. De geadresseerde van die grappen is niet Paulus, maar het kapitalistische christendom. Wie het boek afdoet als blasfemisch, heeft het niet begrepen.

Vanwaar deze aanval? Vidals eerste liefde is Amerika, en hij beschouwde, zo rond 1990, de buiging die Reagan en Bush Sr maakten naar de megakerken, als een fundamentele aantasting van de scheiding van kerk en staat, een Amerikaanse kernwaarde. Amerika was Amerika niet meer en Vidal ging steeds meer in Italië wonen, eerst in Rome en later in Ravello. Zijn kwaadheid is die van een balling, en zijn boek is dat van een politicus, die probeert zijn tegenstander onderuit te halen door erop te wijzen dat deze zijn principes heeft verkwanseld. Door te hameren op het kapitalistische karakter van de Amerikaanse megachurches, probeert Vidal het christendom uit de politiek te krijgen.

Maar woede is voor elke schrijver gevaarlijk. Hij jaagt zijn eigen doelen na, en vergeet soms dat de lezer het ook nog leuk moet vinden. Vidal heeft dát probleem in elk geval in de smiezen gehad. Hij biedt ergens een genadeloos zelfportret van de Romeinse auteur Petronius, en wie de redelijk gedetailleerde routebeschrijving naar diens huis volgt, weet dat de man verblijft op het punt waar Gore Vidal in de twintigste eeuw zelf een huis zou bezitten. Het is dus een zelfportret. Doordat Vidal ook zichzelf op de hak neemt, verhindert hij dat de lezer, geïrriteerd over zoveel woede, afhaakt. Hier is een geroutineerde schrijver aan het werk.

Het boek is bedoeld als satire. De eerste vraag is dus of het boek grappig is. Ik vrees van niet. Natuurlijk zitten er een paar geslaagde grappen in; wie er tweehonderd maakt, maakt er altijd wel een paar die doel treffen. Jezus die een kerk bezoekt is er zo een. Er zijn wat leuke woordspelingen en goede typeringen: “ik verraad geen geloofsgeheim als ik erken dat Petrus en Paulus het niet goed met elkaar konden vinden” (toelichting). Maar uiteindelijk is Vidal, zoals een andere recensent al opmerkte, te vaak als de oude man op een feestje, die dezelfde grap steeds opnieuw herhaalt.

Live from Golgotha is niet alleen het werk van een geroutineerde schrijver, maar ook van een schrijver die zijn beste tijd heeft gehad.

Deel dit: