Dode slaaf

Enkele Romeinse juristen op een reliëf uit het Palazzo Massimoin Rome. Het hoofd van de man links van het midden is vervangen door het portret van keizer Gordianus III.

Op het vorige Romeinenfestival in Nijmegen ontmoette ik Rick Verhagen, hoogleraar Romeins Recht aan de Radbouduniversiteit. Ik heb, sinds mijn eigen leermeester Pieter Willem de Neeve me in enkele geheimen inwijdde, altijd plezier beleefd aan de oude juridische teksten, die behoren tot de grootste schatten van informatie over de Romeinse wereld.

Op die zomerse dag vertelde Verhagen me dat hij inzichten uit de systeemtheorie wilde gebruiken om de ontwikkeling van het Romeins Recht te beschrijven. Dat trof me, want systeemtheorie is vermoedelijk de enige manier om én het verleden te beschrijven als proces van voortdurende verandering én onderscheid te maken tussen belangrijk en onbelangrijk. Daar wilde ik meer van weten en we spraken af dat we een afspraak zouden maken. Een paar weken geleden werd dat een echte afspraak en zo zat ik gistermiddag in het nieuwe gebouw van de Nijmeegse rechtenfaculteit om beter kennis te maken.

Ik heb een aantekeningenbriefje vol geschreven. Zo ontstond het idee dat uw favoriete oudheidkundige tijdschrift, Ancient History Magazine, wel eens een themanummer zou kunnen wijden aan het Rome van de Twaalf Tafelen. Dat is de oudste optekening van het Romeins Recht, uit het midden van de vijfde eeuw v.Chr. Ik zal er bij gelegenheid nog wel eens op terugkomen.

Voor het moment echter geen systeemtheorie en ook geen Twaalf Tafelen maar iets anders. Zoals ik al zei vormt het Romeins Recht een schatkamer aan informatie. Die kun je gebruiken om het antieke juridische denken te reconstrueren, maar ook als bewijsmateriaal voor de oud-Romeinse samenleving. Hier is een leuk voorbeeld van juristenproza dat fantastisch veel informatie biedt:

Mela schrijft dat, toen een paar mensen met een bal aan het spelen waren en een van hen de bal tamelijk hard wegsloeg en deze op de handen van een barbier deed belanden, als gevolg daarvan bij de slaaf, die de barbier onder handen had, de keel werd doorgesneden door het reeds daarop geplaatste scheermes, degene bij wie de schuld ligt, op grond van de Lex Aquilia aansprakelijk is. Proculus meent dat de schuld bij de barbier ligt. En inderdaad, als deze aan het scheren was op een plaats waar men gewoon was te spelen of waar druk verkeer was, valt hem terecht een verwijt te maken; ofschoon ook niet ten onrechte gezegd kan worden dat als iemand zich toevertrouwd heeft aan een barbier die zijn scheerstoel op zo’n gevaarlijke plaats heeft staan, hij het aan zichzelf te wijten heeft. (Ulpianus, Digesten 9.2.11; vertaling J.W. Spruit e.a.)

Om te beginnen is het interessant te zien dat Ulpianus, een van de allergrootste juristen uit de Oudheid, zijn eigen oordeel indirect geeft: hij citeert twee eerdere juristen. De eerste, Fabius Mela, formuleert een probleem (wie is aansprakelijk voor de dood van de slaaf?) en de tweede, Proculus, geeft een antwoord (de barbier). Ulpianus is het met zijn voorganger eens maar formuleert ook een alternatief. Dit vertelt heel veel over het ontzag dat men in de Oudheid had voor eerdere geleerden.

Een ander interessant punt is dat het dus voorkwam dat barbiers mensen stonden te scheren vlakbij drukke straten. Dat zegt weer heel veel over het verkeer in het oude Rome, dat een gekkenhuis moet zijn geweest. Nog een ander detail: blijkbaar had een slaaf de vrijheid zijn eigen barbier te zoeken en kon hij zelf besluiten hoe hij zijn baard wilde hebben.

Dit citaat valt tot slot in de categorie “ditjes en datjes”. Het is amusant maar veel minder interessant dan de benutting van de systeemtheorie om de ontwikkeling van het Romeins Recht te beschrijven. Ik zal de komende tijd eens nadenken hoe ik een vertaalslag kan maken om dát aan u uit te leggen.

Deel dit:

7 gedachtes over “Dode slaaf

  1. Henk van Straten

    Of de toerekenbaarheid van de degene die de bal ontwikkeld heeft en/of verkoopt. Die heeft – wetend dat met ballen dicht bij anderen wordt gespeeld – willens en wetens een te harde bal in het verkeer gebracht en daarmee het risico genomen dat schade aan anderen zou kunnen worden toegebracht :-))

  2. Een flinke jaap kan zo’n treffer natuurlijk opleveren, maar de keel helemaal doorsnijden? Daarvoor moet er een grotere kracht aangewend worden en is er doelgerichte actie nodig. En een steviger mes dan een scheermes.

  3. Klaas

    Wat betreft dat drukke verkeer in Rome: dit speelt ca. 200 AD? Bovengenoemde alternatieven zijn volgens mij alleen af te wegen als je bijvoorbeeld weet wat voor soort bal het was (klein en zwaar, zoals een honkbal, of groot en licht, als een opgeblazen varkensblaas, of nog anders), en wat voor soort mes er gebruikt werd om te scheren (net zo klein als een klassiek scheermes, of groter?). Wat mij ook wel interessant lijkt is wat de consequentie van “schuld” hier is: vergoeding van de waarde van de slaaf aan de eigenaar, of iets moderns als consequentie van dood-door-schuld (ik weet niks van Romeins recht…)

  4. Frans

    Kreeg een slaaf geld mee om zicht te laten scheren. Weinig kans denk ik. Ik denk eerder dat de meester een dealtje had gemaakt met de barbier om zijn slaven goedkoop te laten scheren en knippen. Door het bedongen lage tarief moest de barbier ook een plekje zoeken waar de precario- of markttarieven laag waren. Zou zomaar kunnen.

  5. breinvlaag uit Groningen ;-)

    Mogelijk valt de overheid iets te verwijten? Het waren tenslotte rare jongens, die Romeinen. Dat lees ik net in ‘Asterix en het VerkeersCirculatiePlan’? Van welke kant kwam die bal eigenlijk?

Reacties zijn gesloten.