Gouden Vrouwen in Rhenen

Mijn laatste blogje in de Week van de Klassieken kan natuurlijk alleen maar gaan over de Late Oudheid. In het Engelse taalgebied is die periode (van pakweg Constantijn tot Karel) ook wel aangeduid geweest als “Dark Ages”, wat niet wilde zeggen dat het een deprimerende tijd was, maar dat onderzoekers beschikten over weinig geschreven bronnen. Lange tijd vormden die immers onze voornaamste bron van informatie.

Zo’n zwart gat trekt onderzoek aan. Dankzij formalistische analyses begrijpen we de weinige teksten beter, maar het is natuurlijk vooral de archeologie die ons verder helpt. Onderzoekers als Chris Wickham hebben de contouren geschetst van een tijdperk, “Late Antiquity”, dat door de bronnenschaarste weliswaar behoort tot de Oudheid, maar een heel eigen karakter heeft. Recente exposities waren “Gouden Middeleeuwen” in het Leidse Rijksmuseum van Oudheden en “Crossroads” in het Amsterdamse Allard Piersonmuseum. Ze benadrukten de internationale contacten en de rijkdom van de elite. Voor de gewone man kunt u terecht bij Erve Eme in Zutphen.

Lees verder “Gouden Vrouwen in Rhenen”

Siegfried, held van Nederland

Hagen doodt Siegfried, muurschildering uit Xanten

Een klein berichtje dat gisteren mijn aandacht trok: in Xanten wordt het Siegfriedmuseum (waarover ik wel vaker heb geschreven) bedreigd met sluiting. Nu eet men de soep doorgaans niet zo heet als die wordt opgediend. Vooralsnog wordt sluiting alleen maar onderzocht en museale collega’s uit Bocholt, aan de overzijde van de Rijn, schieten het Siegfriedmuseum te hulp, maar het is toch ietwat verontrustend. Er zijn wereldwijd slechts twee musea gewijd aan het middeleeuwse Nibelungenlied en zijn helden. En straks resteert misschien wel alleen het museum in Worms.

Toegegeven, het Siegfriedmuseum is het Louvre of het Vaticaan niet. Gevestigd in het oude gebouw van het archeologisch museum, is het vrij klein en wat onoverzichtelijk. En het gaat meer over het gebruik – en, zo u wil, misbruik – van de sage dan over de sage zelf. Daarvoor moet u in Worms zijn. Ik had in Xanten de indruk dat de loop er nooit echt in is gekomen. Maar toch. Xanten is wel de stad van Siegfried en de hoofdstad van wat in het Nibelungenlied “Nederland” heet: het noordelijke van twee koninkrijken aan de Rijn. Net als de Zwaanridder, die in zowel Nijmegen als Kleef aan land zou zijn gestapt, behoort tot Siegfried tot het gedeelde Duits-Nederlandse erfgoed. Frankisch, om zo te zeggen.

Lees verder “Siegfried, held van Nederland”

Bodi in Bonn

Bodi’s gouden ring (foto: L. Kornblum. © LVR-LandesMuseum, Bonn)

Ik ging naar Bonn om daar Bodi te zien. Ik zag Bodi. Een laatantieke krijger uit het Rijnland, begraven in Bislich, recht tegenover Xanten aan de Rijn. Een tijdgenoot van de geschiedschrijver Gregorius van Tours, die hem zou hebben aangeduid als een Frank. De grafheuvel van Bodi is in 1972 gevonden op een begraafplaats waar nog 900 mensen lagen. Aan de locatie te zien was zijn graf, dat al was geplunderd in de Middeleeuwen, erg belangrijk; de meeste andere graven waren simpeler. We kennen de naam van Bodi omdat die te lezen stond op een gouden zegelring die de plunderaars hadden laten liggen. Deze krijger was geletterd.

Of presenteerde zich als geletterd. Wat zou het zijn? Daar kun je een redenering over opzetten. Dan veranderen depotvoorwerpen in wetenschappelijke aanwijzingen, dan zie je een puzzel ontstaan en dan wordt het interessant. Het Rheinisches Landesmuseum heeft aan zulke puzzels een expositie gewijd. Het gaat daarbij niet, zoals de naam van de tentoonstelling suggereert, om Das Leben des Bodi, maar in de eerste plaats om de reconstructie van dat leven en in de tweede plaats om de betekenis van dat leven. En het gaat om vragen, niet om antwoorden.

Lees verder “Bodi in Bonn”

Mont Vireux

Laat-Romeinse of Frankische muur

Toen collega Herman Clerinx, de auteur van een tof boek over de Romeinse aanwezigheid in de Lage Landen, hoorde dat ik voornemens was vorige maand te gaan fietsen in de Franse Maasvallei, attendeerde hij me op het Romeinse fort bij Vireux-Molhain. Dat ligt ruwweg halverwege Givet, het eerste stadje dat je in Frankrijk tegenkomt, en Fumay. Clerinx zei nog dat het lastig bereikbaar was.

Dat heb ik geweten.

De Mont Vireux, net als het dorpje vernoemd naar een Keltische riviergodin Viruwa, is een puist die ruim tachtig meter boven de Maas uitsteekt. Je moet een gigantisch eind omfietsen om de heuvel op te komen. Vertrouw daarbij niet op Google Maps, want daarop staan niet-bestaande paden aangegeven. De enige manier om er te komen is vanaf dit punt, dat voor een fietser bereikbaar is door een enorme slinger te maken die begint bij de Rue du 18 Juin 1940 en dan verder te gaan over de straat met de goede naam Derrière les roches. Vanaf het punt waar ik zojuist naar linkte, kun je alleen nog wandelen.

Lees verder “Mont Vireux”

Gregorius van Tours

De boog van Glons: een voorbeeld van de Merovingische kunst (Musée Grand Curtius, Luik)

De zesde eeuw markeert de overgang van de Oudheid naar de Middeleeuwen. Als je geïnteresseerd bent in de uiterlijke vormen van het politieke stelsel kijk je misschien iets eerder, naar de afnemende relevantie en verdwijning van het keizerschap in West-Europa, of juist iets later, naar de grote Arabische veroveringen, maar de zesde eeuw zit daar mooi tussenin. Het is ook de tijd van Justinianus’ poging iets te herstellen van de Romeinse politieke macht, van een grote vulkaanuitbarsting en daaropvolgende, misoogsten plus epidemieën. En voor West-Europa hebben we een geweldige bron: de Geschiedenis van de Franken van Gregorius, de bisschop van Tours.

Voor ik verder ga: Gregorius is de beschermheilige van de historici. En het is vandaag zijn feestdag. Op 17 november 594, vandaag 1427 jaar geleden, is hij overleden.

Lees verder “Gregorius van Tours”

Traditionskern

Frankische mantelgesp (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Ik ben al weken bezig met het lezen van de Getica van de Byzantijnse auteur Jordanes, een tekst over de geschiedenis van de Goten waarvan onlangs een mooie en goed ontvangen becommentarieerde vertaling is verschenen van de hand van de Gentse oudheidkundigen Peter Van Nuffelen en Lieve Van Hoof. Er is een hoop over te zeggen, zoals dat de tekst teruggaat op een ouder origineel. Of dat ze begint met verhalen over de vroege geschiedenis van de Goten, die ooit hadden gewoond op “Scandza”, een eiland tegenover de Weichsel, onder leiding van een koning Berig. Er volgen beschrijvingen van migraties naar en langs de Weichsel naar Skythië, waar ze leefden onder een koning Filimer, en vervolgens naar Mysië, Thracië en Dacië. Daarvandaan barstten de Visigoten en Ostrogoten later het Romeinse Rijk binnen.

Oorsprongsgeschiedenis

Dit is een oorsprongsgeschiedenis waarvan we er meer kennen. Een ander voorbeeld is de Geschiedenis van de Franken van Gregorius van Tours. En weer een ander voorbeeld is de Geschiedenis van de Langobarden van Paulus de Diaken. En of het nu gaat om Goten, Franken of Langobarden, ze bewegen allemaal van de randen van de aarde naar de Mediterrane wereld. We hebben diverse van zulke geschiedwerken en ze bevatten allemaal dezelfde curieuze mengeling van bijbelse geschiedenis, citaten uit Griekse en Romeinse auteurs, én eigen tradities van de volken.

Lees verder “Traditionskern”

Doornik

De kathedraal van Doornik

Doornik, daar wilde ik altijd al eens naartoe. Even in heel grote stappen heel snel thuis: het Romeinse gezag implodeerde in de vroege vijfde eeuw en lokale heersers namen de macht over. Velen van hen hadden voorouders in het Overrijnse, maar ze waren loyale dienaren van de keizer. Aanvankelijk zullen ze hebben verwacht dat het Romeinse staatsapparaat zich zou herstellen maar na pakweg 430 moet duidelijk zijn geweest dat het niet zo zou zijn.

Wie waren ze nu? Waren ze Romeinen, in de steek gelaten door de centrale overheid? Waren ze Franken? Of nog iets anders? In elk geval waren ze op zichzelf aangewezen en moeten er netwerken zijn ontstaan van samenwerkende leiders. Die netwerken konden overigens nog steeds door de Romeinse keizer worden aangestuurd: keizer Majorianus (r.457-461) betaalde via een tussenpersoon, Aegidius, forse bedragen aan de Frankische vorst Childerik, die er lokale heren mee wierf. (De enkele jaren geleden ontdekte Schat van Lienden is op dit punt relevant.) Majorianus’ poging het gezag in Gallië te herstellen liep op niets uit en de feitelijke winnaar was Childerik, die met Romeins geld zijn volgelingen verder aan zich had gebonden.

Lees verder “Doornik”

De Visigoten

Als we het hebben over de Spaanse Visigoten, hebben we het feitelijk over de christelijke, laatantieke periode, en niet over een Germaans volk (British Museum, Londen)

Een kleine twee weken geleden maakten archeologen van de Amsterdamse Vrije Universiteit bekend dat er bij Lienden gouden munten waren gevonden die nieuw licht wierpen op de wijze waarop de Frankische koning Childerik de macht in het noordwesten van het Romeinse Rijk had kunnen overnemen. De Romeinse keizer Majorianus had – vermoedelijk over de twee schijven van generaal Aegidius en een Frankische heerser als Childerik – rond het jaar 460 goud betaald om een Frankisch leger voor zich te winnen en daarmee de Romeinse macht in Gallië te herstellen. Ik beschreef hier en daar hoe het latere Frankische koninkrijk is gegroeid uit het netwerk dat de Romeinen bij die gelegenheid met hun goud versterkten.

De Frankische staat is dus te beschouwen als voortgekomen uit het Romeinse Rijk. Net als het Byzantijnse Rijk. Net zoals de continuering van de Romeinse cultuur in de halfwoestijn van Libië waarover ik al eens schreef. En net als het koninkrijk dat een van oorsprong Visigotische groepering stichtte op het Iberische Schiereiland. Het verhaal van deze groep is soms parallel en soms tegengesteld aan dat van de Franken.

Lees verder “De Visigoten”

De Franken

Een Frankische krijger: de Heer van Morken (Johnny Shumate)

De laatste Romeinse keizer die nog belang stelde in de gebieden ten noorden van de Alpen was Majorianus (r.457-461). Dat betekende dat hij het conflict aanging met de Franken, die inmiddels in het noorden van Gallië een staat aan het opbouwen waren. Ik blogde al eens over hun leider Childerik.

De Romeinse auteur Sidonius Apollinaris hield een lofrede op zijn keizer, waarin hij alle stereotypen uit de kast haalde om de Franken neer te zetten als allerafschuwelijkste woestelingen. De toekomst behoorde echter wél aan die woestelingen: Majorianus bereikte weinig en de Franken namen de macht in Gallië over. Over deze episode is groot nieuws op komst maar het is nog onder embargo.

Lees verder “De Franken”

Supermacht Benelux

Onvoltooid portret van Vitellius (Archeologisch Museum van Plovdiv)
Onvoltooid portret van Vitellius (Archeologisch Museum van Plovdiv)

Als er één gebied ter wereld is waar het goed wonen is, is het Noordwest-Europa. De delta’s van de Rijn, Maas en Schelde ontsluiten een achterland dat zich uitstrekt tot diep in Frankrijk en tot voorbij Duitsland. Langs de corridor van Rijn en Rhône kan bovendien handel worden gedreven met het Middellandse Zee-gebied. De zeehavens, die West-Europa verbinden met de oceanen, zijn al eeuwenlang economische krachtcentrales: Rotterdam en Antwerpen, Brugge en Dordrecht, Tiel en Dorestad.

Voeg toe: de agrarische weelde van de lössgronden langs de Maas, de mineralen van de Ardennen en de winsten uit de stedelijke nijverheid. Dan weet je dat er voor welvaart altijd een basis zal zijn in de Lage landen. Als er dan ook nog goede soldaten zijn, zoals in de zeventiende eeuw, staat zelfs weinig een machtsontplooiing in de weg. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was echter niet de eerste die deze mogelijkheden uitbuitte.

Lees verder “Supermacht Benelux”