Don Quichot

Muurschildering in Alkmaar, Spanjaardstraat

Vanmorgen werd ik wakker gemaakt door een SMS van mijn zus, die me schreef dat haar zoon was begonnen te lezen in een boek dat ik hem een paar maanden geleden cadeau had gedaan: een goed gemaakte kinderversie van CervantesDon Quichot. Eerlijk gezegd vond ik het boek te moeilijk voor het kind, maar het is een pienter knaapje met een groot gevoel voor taal, dus ik was toch niet verbaasd dat hij er al in was begonnen.

Ik ben benieuwd hoe hij erop zal reageren. Het gegeven is grappig genoeg: een ridder die niet in de gaten heeft dat de romans die hij leest niet over de werkelijkheid gaan. Dan zie je inderdaad een windmolen voor een reus en een bordeel aan voor een kasteel. (Bordeel? Ik ben vergeten te kijken hoe de bewerkers daar omheen hebben geschreven.)

In grote-mensen-taal: de relatie tussen verhaal en werkelijkheid wordt in de Don Quichot geproblematiseerd.De ridder met het droevige gelaat leest de werkelijkheid als een verhaal, maar omgekeerd nemen de verhalen zijn werkelijkheid over. Hij komt de personages uit verhalen die zijn vrienden hem vertellen, ook in het echt tegen. In het tweede boek ontmoet Don Quichot mensen die hem kennen omdat ze het eerste deel hebben gelezen.

De beste grap zit in dit tweede boek – en geloof me, ik heb het cadeau voor mijn neefje gecontroleerd of deze grap er wel in zat. Het eerste boek, verschenen in 1605, was een enorm succes, en in een tijd zonder auteursrecht waren er anderen die een graantje wilden meepikken door een vervolg te schrijven. Ook Cervantes publiceerde een vervolg, waarin Don Quichot op een gegeven moment iemand hoort zeggen dat hij graag wil worden voorgelezen uit “Het Tweede Boek van Don Quichot van La Mancha”, dat zou zijn geschreven door een zekere Avellaneda. De held van Cervantes’ tweede deel is verontwaardigd en besluit niet naar Zaragoza te gaan, zoals hij volgens Avellaneda zou hebben gedaan, en besluit in plaats daarvan de schrijver te vereren met een bezoek.

Heel barok allemaal, en het zal allemaal voorbij gaan aan mijn neef. Dat is ook niet erg, want er valt ook zo genoeg te lachen.

Deel dit: