Bankiers

Een bankier (mozaïek uit Thabraca; Bardo-museum, Tunis)

In evangelische kringen wil men in ingewikkelde situaties nog wel eens vragen “Wat zou Jezus nu doen?” Als het gaat om onze bankiers, weten we het antwoord met enige zekerheid:

Hij ging de tempel binnen en begon iedereen die daar iets kocht of verkocht weg te jagen; hij gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver, en hij liet niet toe dat iemand voorwerpen over het tempelplein droeg. Hij hield de omstanders voor: ‘Staat er niet geschreven: “Mijn huis moet voor alle volken een huis van gebed zijn”? Maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’ (Marcus 11.15-18)

De grote vraag is natuurlijk hoe belangrijk deze passage is voor een hedendaagse christelijke gelovige. Er zijn twee problemen. In de eerste plaats documenteert de Bijbel een ruim een millennium durend proces van religieuze vernieuwing. Daardoor zit de Bijbel vol tegenspraken (vergelijk deze en deze passage), en dat maakt het voor gelovigen lastig om er één boodschap uit te halen. In de tweede plaats is zelfs het jongste deel een kleine negentien eeuwen oud. Heilig of niet, de Bijbel is een boek uit een heel andere tijd.

In het geval van de bankiers is het eerste probleem oplosbaar en weten we vrij zeker wat een gelovige jood als Jezus zou hebben gedacht. Vanaf het oudste deel van de Bijbel, het boek Spreuken, via de ‘kleine’ profeten en Jesaja, tot het jongste deel, het Evangelie van Johannes, zijn er legio passages die rijkdom veroordelen: de parabel van de arme Lazarus is een voorbeeld. Er is in de Bijbel consistent sprake van een veroordeling van excessieve rijkdom en zorg voor de armen.

Het heil dat in de Bijbel wordt aangekondigd is niet een hemel waarin iedereen gelijk is. Niks “alle Menschen werden Brüder”. De rijken zullen worden bestraft om het enkele feit dat ze nu rijk zijn, terwijl de armen zullen worden beloond voor hun armoede. Voor zover we kunnen nagaan, waren dit soort ideeën vrij gangbaar bij de arme mensen in alle voorindustriële samenlevingen.

Of dat na zoveel eeuwen nog altijd een zinvolle boodschap is, is ons tweede probleem.We hebben inmiddels ontdekt dat het nemen van winst, waarmee de auteurs van de Bijbel en de christelijke denkers van de Oudheid en Middeleeuwen grote moeite hadden, kan leiden tot economische groei, waarvan uiteindelijk iedereen profiteert.

Ik zou niet weten hoe christenen moeten omgaan met de spanning tussen enerzijds het bijbelse ressentiment tegen de rijken en het hedendaagse kapitalisme. Wel weet ik dat binnen het christelijke kamp mannen als Willem Aantjes en Jacques de Milliano, die beide hardhandig het CDA zijn uitgewerkt, een bijbelser standpunt innamen dan de Kamerleden die samenwerken met de VVD. Je kunt, om Matteüs te citeren, niet én God én de Mammon dienen.

Deel dit:

Een gedachte over “Bankiers

  1. u.g.m. doedens

    De afbeelding bij het stukje over wat Jezus zou doen met bankiers is niet afkomstig uit de Oude Kerk in Gouda. Ten eerste hebben we in Gouda wel oude kerken, maar geen Oude Kerk en ten tweede maakt de afbeelding geen deel uit van de beroemde glazen van onze oudste kerk, de St. Jan. Ik ben benieuwd waar het afgebeelde glas wel vandaan komt.

Reacties zijn gesloten.