7.000.000.000, deel 6

Malthus

[Gisteren of vandaag zou deze planeet haar zeven miljardste bewoner erbij hebben gekregen. Een mooie aanleiding om een oud artikel over Robert Malthus, demografie en het ontstaan van de sociale wetenschappen af te stoffen. Dit is het zesde deel van een stuk dat in 2007 verscheen in Filosofie en bedrijf. Deel één is hier.]

Bevolkingspolitiek

Vanaf de jaren vijftig was de noodzaak iets te doen aan de almaar toenemende omvang van de wereldbevolking evident, maar een antwoord was nog niet zo snel gevonden. De vrijheid om kinderen te verwekken en op te voeden is een erkend mensenrecht en het uitvoeren van een bevolkingspolitiek is op het eerste gezicht onmenselijk. Gelukkig komt er – met China in de jaren zeventig als belangrijkste uitzondering – in de praktijk weinig dwang aan te pas. De meeste echtparen willen namelijk helemaal geen groot gezin, en in veel westerse landen bestaat het tweekindergezin al lang. Dat dit ook elders als ideaal geldt, blijkt uit een enorm onderzoek waarbij driehonderdduizend vrouwen in vijftig derdewereldlanden werd gevraagd hoeveel kinderen ze wilden. In nagenoeg alle gevallen was dat de helft van het landelijk gemiddelde. (De wrange conclusie is dat een groot deel van de 400.000 kinderen die elke dag geboren worden, ongewenst is.)

Zodra de mogelijkheden voor geboortebeperking aanwezig zijn, daalt het geboortecijfer. Dat is gebeurd in de westerse wereld, en gebeurt tegenwoordig in de ontwikkelingslanden, waar in dertig jaar tijd het percentage echtparen dat op enigerlei wijze in staat is aan family planning te doen, steeg van tien tot vijftig. In 1960 werd zowel op de Filipijnen als in Zuid-Korea, twee landen die toen ongeveer even arm waren, het gebruik van de anticonceptiepil vrijgegeven. Om verschillende redenen was de pil in het eerste land moeilijker te krijgen dan in het tweede; daardoor daalde op de Filipijnen het aantal kinderen per gezin van zes tot iets minder dan vier, terwijl het kindertal in Zuid-Korea afnam van zes tot minder dan twee. Malthus zou meteen een verband hebben gelegd met het feit dat het inkomen per hoofd op de Filipijnen in 1999 €4000 bedroeg en in Zuid-Korea bijna €15.000.

Wereldwijd nam de snelheid van de bevolkingsgroei sinds 1970 af. We zagen al dat deze sinds 1650 rond de twee procent per jaar lag, maar ze is inmiddels gedaald tot 1,31 procent. Er bestaat inmiddels internationale overeenstemming over de manier waarop het bevolkingsvraagstuk moet worden aangepakt: bied mensen de keuze te doen aan family planning. In 1994 werd deze consensus beklonken op een grote internationale conferentie in Cairo.

Er is maar €5 per vrouw per jaar nodig om ervoor te zorgen dat elk kind voortaan een gewenst kind is, maar sommige landen zijn zo arm dat zelfs dit geringe bedrag te hoog is. Daarom werden in Cairo ook afspraken gemaakt over de financiering van een reeks maatregelen en zegden de regeringen van de westerse landen zo’n zeven miljard euro toe. Een betrekkelijk gering bedrag: de lijst van rijke mensen die Forbes elk jaar publiceert, vermeldde in 2002 zesendertig mensen die dit bedrag in hun eentje zouden kunnen neertellen. Niettemin bleek in 1999 op de vervolgconferentie in Den Haag dat de westerse regeringen die zeven miljard euro nog altijd niet bij elkaar hebben gebracht. Wat er aan geld beschikbaar wordt gesteld, is afkomstig van non-gouvernementele organisaties, waarvan sommige, zoals bekend, hun inkomsten drastisch zagen teruglopen sinds de regering-Bush besloot geen geld meer te geven aan organisaties die abortus niet radicaal afwijzen.

[wordt vervolgd]

Deel dit: