De affaire-Golb (2)

Twee snippers van de Dode Zee-rollen met daarop de tekst van Prediker (Jordan Museum, Amman)

[Dit is het tweede deel van een korte serie rond de moeizame omgang met de Dode Zee-rollen; het eerste deel is hier.]

De stelling van Norman Golb was dat de Dode Zee-rollen niet de bibliotheek vormden van een sekte die in een groot gebouw bij Qumran aan de Dode Zee zou hebben gewoond, maar dat het ging om een verzameling boeken uit Jeruzalem. Pogingen aan de hand van de Dode Zee-rollen een sekte te reconstrueren zouden onterecht zijn: de bibliotheek representeerde mainstream jodendom.

Golb werd niet helemaal serieus genomen, maar eerlijk is eerlijk: sommige geleerden stapten wel wat snel over de door hem genoemde bezwaren heen. Het voorlopige rapport van de opgravingen in Qumran stelt vrij duidelijk dat de rollen niet in Qumran kunnen zijn vervaardigd. Op dat punt hebben critici als Golb gelijk, maar dat de rollen niet uit Qumran stammen, wil nog niet zeggen dat ze dus uit Jeruzalem komen. Het genoemde rapport zoekt de oorsprong in Galilea. Niettemin leek rond 2000 de discussie over het boek van Golb voorbij.

Een jaar of vier geleden laaide de discussie echter plotseling op op het internet. Dit is niet uniek. Het internet heeft verschillende keren verouderde oudheidkundige kennis nieuw leven ingeblazen, wat mogelijk is doordat de universiteiten lange tijd volkomen afzijdig bleven. Zoals je, op dit moment, over de affaire-Van der Hoeven wél het creatonistische standpunt online kunt vinden en níet de slimme artikelen van haar opvolger Plasterk (betaalsite Volkskrant) of evolutiebiologen (wetenschappelijke betaalsites), zo zit ook goede oudheidkundige informatie in de regel achter slot en grendel. Activisten kunnen makkelijker een schijn van betrouwbaarheid aannemen dan echte geleerden – en de universiteiten zwijgen. Zo is er de laatste jaren een meetbare terugkeer van verouderde oudheidkundige kennis.

Het oplaaien van de discussie was op het eerste gezicht niet heel vreemd, maar één van de deelnemers aan de online-discussies trok de aandacht: een zekere Charles Gadda verdedigde Norman Golbs standpunten met opvallend veel kennis van de details van diens argumenten. Eén van de beschuldigingen die Gadda uitte, was dat de betrokken geleerden werkten vanuit een niet-joods perspectief: het aloude moddergooien.

Gadda was niet de enige die erkende geleerden beschuldigde van antisemitisme. Een andere criticus was Raphael Golb, zoon van Norman. Eén van de door hem beschuldigden was Robert Cargill, die zich in de zaak begon te verdiepen, en ontdekte dat Golb Jr. en Charles Gadda dezelfde persoon waren. In weinig tijd werden zeventig pseudoniemen ontdekt. Het leek erop dat Raphael Golb een internetguerrilla had ontketend tegen iedereen die zich kritisch had uitgelaten over zijn vader.

[wordt vervolgd]

Deel dit: