Een prachtige palimpsest

(©Bodleian Cairo Genizah Collection)

Toegegeven, dat oudheidkundigen wereldvreemd zijn is een tikje overdreven. In de eerste helft van de twintigste eeuw diende menig archeoloog bij een militaire inlichtingendienst (zoals T.E. Lawrence), terwijl classici vaak achter de linies vochten tijdens de Tweede Wereldoorlog en de Griekse Burgeroorlog. Maar het zijn uitzonderingen. Wij oudheidkundigen zijn niet zo avontuurlijk. Ik heb collega’s die nog nooit zijn gereisd voorbij Turkije. Ik denk dat het de meerderheid is.

Wat voor ons wel opwindend is? Nou, een oud manuscript. Het plaatje linksboven is een wel heel mooi voorbeeld van wat ons tot extase brengt. Het is namelijk niet zomaar een oud handschrift dat daar in de Bodleian Library van Oxford ligt, het gaat om een palimpsest: een tekst op perkament die op een gegeven moment niet langer nodig was, waarna iemand de geschreven woorden van het leer schuurde en er een nieuwe tekst overheen schreef. De oude tekst is echter vaak nog leesbaar, en als dat niet makkelijk gaat, dan helpt ultraviolet licht. (Een bekend voorbeeld is de zogenaamde Archimedespalimpsest.)

De teksten op het plaatje hierboven zijn echter wel heel opmerkelijk. Het manuscript is, met een kleine 300.000 andere fragmenten, aangetroffen in Caïro, in het gebouw dat men aanduidt als de “geniza”: de opslag van ongebruikte teksten van een synagoge, in dit geval de synagoge van Ben Ezra. De horizontaal geschreven tekst is een traktaat over eerstelingen uit de Mishna, een rond 200 na Chr. geschreven verzameling farizese en rabbijnse wijsheid. De onderliggende tekst, die dus blijkbaar minder belangrijk werd gevonden door de Caïreense joden, is vooral aan de rechterkant van de foto herkenbaar: in een veel grotere, en vagere, letter is een andere tekst te lezen.

Het gaat om een van de brieven van de apostel Paulus. En dat is, zoals bekend, een christelijke schrijver. Dat deze tekst door de joden van de Ben Ezra niet werd beschouwd als heel belangrijk, en dus kon worden overgeschreven, is niet zo verbazingwekkend. Dat de tekst van de brieven van Paulus echter überhaupt in een synagoge terechtkwam, is daarentegen wél interessant: het illustreert dat Paulus, die een leerling was van de farizee Gamaliël, nog enige tijd door zijn mede-farizeeën is beschouwd als een jood. Daarmee vormt deze palimpsest dus een van de bewijzen dat de grens tussen joden en christenen pas heel laat is ontstaan.

Deel dit:

5 gedachtes over “Een prachtige palimpsest

  1. Emgert Zondervan

    Jood zijn is sowieso niet alleen een kwestie van godsdienst…
    “Iemand beschouwen als Jood” is een wonderlijke uitdrukking.

  2. Goede tegenwerping, maar ik ben het niet – of niet meteen – met je eens. Ik denk dat de eerste- en tweede-eeuwse joodse autoriteiten Paulus vrij eenvoudig als niet-jood en als afvallige hadden kunnen beschouwen. De formulering van het Achttiengebed, met daarin een (inmiddels verwijderde) vervloeking van de christenen, lijkt me een voorbeeld.

    Er is ook zo’n rabbijns gesprek (ik meen tweede-eeuws) over de gilyonim, waarin wordt gezegd dat de mensen die ze bezitten, erger zijn dan heidenen omdat ze de waarheid hebben gekend maar haar hebben genegeerd. Ongeacht wat die gilyonim nu waren, lijkt me dat een beschrijving waaruit blijkt dat afvalligheid een concept was dat een rol speelde.

  3. Richard

    Had je destijds geen handelaren in oud perkament?
    Voor hetzelfde geld is de Paulusbrief (weggeschuurd en al) gekocht door de schrijverij van de sjoel, en zegt het dus niks.

    1. Daarin kun je best wel eens gelijk hebben, dat het misjnatraktaat via een tussenhandelaar is gegaan. Wat overigens de vraag oproept waarom iemand een Paulusbrief zou afschuren: een tekst die door velen nuttig werd gevonden en niet snel door christenen zal zijn afgestaan.

Reacties zijn gesloten.