Kwakgeschiedenis: Tom Holland

Michiel Leezenberg maakt vanavond in het NRC Handelsblad korte metten met het boek Het vierde beest van Tom Holland. Terecht. Een sappig verhaal is immers nog geen waar verhaal, en zeker over een politiek beladen onderwerp als de islam moet je genuanceerd zijn.

Eén van de problemen bij de beschrijving van de vroege islam is hoe je de eerste twee generaties reconstrueert aan de hand van de veelal veel later geschreven bronnen (de hadith). Zoiets is beslist niet onmogelijk; een biografie van koningin Cleopatra lukt eveneens, hoewel de meeste bronnen ruim een eeuw eeuw na haar dood zijn geschreven. Holland waagt zich echter niet aan die moeilijke analyse en in zijn boek speelt de profeet Mohammed daarom geen grote rol. Dat is gemakzuchtig. Als een klus te moeilijk voor je is, moet je er gewoon niet aan beginnen.

Het tweede probleem is dat Holland meent dat het ontstaan van de islam destijds relevant is voor ons nu. Hij heeft dit, zo las ik in Het Parool, ook verteld in De Balie. Hij moet dus bewijzen

  • dat de islam een in al zijn uiteenlopende manifestaties aanwezige gemeenschappelijke kern bezit (wat het gevaar met zich meebrengt dat je vervalt tot een simpel essentialisme);
  • dat er continuïteit is van toen tot op heden (wat het gevaar met zich meebrengt dat je vervalt tot wat historici aanduiden als ontologisch holisme).

Het kan allebei, en een eerstejaarsstudent geschiedenis leert over het algemeen wel bij zijn colleges Geschiedtheorie hoe hij hiermee moet omgaan. Holland is echter geen historicus, al beweert hij van wel, en heeft zich nooit hoeven worstelen door pittige boeken als Chris Lorenz’ De constructie van het verleden of het Engelse equivalent daarvan. Dat had hij beter wel kunnen doen, want zoals we nu en duidelijk zien vergroot gebrek aan inzicht de kans op fouten.

Hierbij zou ik het kunnen laten, maar er zit me meer dwars. Wat mij bezighoudt, en eigenlijk al langer, is de vraag waarom de Nederlandse historici, die zijn verenigd in verschillende organisaties en overlegorganen, niet eens wat vaker hardop zeggen dat er bepaalde kwaliteitsnormen zijn. Doordat ze kwakhistorici niet tegenspreken, krijgen mensen een lage opinie van wat echte historici doen: iedereen kan immers wel een geschiedenisboek schrijven en een historische vakopleiding is daarvoor blijkbaar niet nodig. Hef die instituten dan maar op, als er toch niets van belang wordt onderwezen.

Dit laatste was, zoals u hebt begrepen, een voorbeeld van ironie. Ik heb liever dat de instituten niet worden opgeheven en dat de Nederlandse historici eens wat beter begrepen wat er op het spel staat.

Het is simpel: iedereen kan over het verleden schrijven, zelfs Tom Holland, maar een historicus is iemand die goed over het verleden kan schrijven. Dat komt doordat hij geschiedtheorie heeft gehad. Historici mogen zich best laten voorstaan op die kwaliteitsgarantie. En ik zou helemaal blij zijn als ze zelf eens wat goede boeken op de markt brachten. Het boek van Fred Donner komt een eind in de goede richting. Het is ook niet perfect maar er staat tenminste geen onzin in.

Deel dit:

20 gedachtes over “Kwakgeschiedenis: Tom Holland

  1. “een biografie van koningin Cleopatra lukt eveneens, hoewel de meeste bronnen ook ruim een eeuw eeuw na haar dood zijn geschreven. ” , een biografie van Koning Arthur is eveneens gelukt. Nu lees ik dat Bukhari zo’n 600.000 overleveringen heeft aangehoord, waarvan hij er 3.000 het noteren waard vond (http://nl.wikipedia.org/wiki/Al-Bukhari), 0,5 % dus. Laten we het vertienvoudigen, omdat 3.000 de niet gedubbelde zijn. Blijft over dat Bukhari 200 jaar na de dood van Mohammed 95% van de mondeling overgeleverde verhalen niet betrouwbaar achtte.

    Nu over Clropatra, Wiki zegt over Cleopatra VII o.a.: The ancient sources, particularly the Roman ones, are in general agreement that Cleopatra killed herself by inducing an Egyptian cobra to bite her. The oldest source is Strabo, who was alive at the time of the event, and might even have been in Alexandria.

    Wat moet ik hier van denken? En u durft te pleiten voor een keurmerk? Wat mij betreft bent u wel heel erg door het ijs gezakt.

    1. Een poging tot een antwoord.
      (1)
      Buchari, Muslim en Jafar de Rechtvaardige (om drie bronnen van overleveringen te noemen) verzamelden nog veel meer werk. Wat zij aanvaardbaar achtten, was dat vanuit hun religieuze visie. Ze hebben tenminste enkele hadith “doorgelaten” die met geen mogelijkheid authentiek kunnen zijn. Tegelijk hebben ze hadith niet doorgelaten, die wél authentiek zijn. Onder de westerse geleerden bestaat inmiddels consensus dat in feite alle hadith opnieuw gecontroleerd moeten worden. Dat onderzoek staat nog in zijn kinderschoenen. Holland had beter kunnen wachten, of kunnen verwijzen naar boeken door auteurs die het onderzoek inhoudelijk kunnen beoordelen. Donner is een voorbeeld; in ons eigen taalgebied de twee boeken van Hans Jansen.
      (2)
      Het punt van vergelijking dat ik hierboven aanbreng tussen Mohammed en Kleopatra, is de mogelijkheid tot het schrijven van een biografie. Niet één detail daaruit.
      (3)
      Het aangehaalde detail over de dood van Kleopatra is niet weerlegd door de consensus van de bronnen. Die gaan immers alle terug tot één officieel dagrapport van het leger van Octavianus en zijn dus elimineerbaar. De weerlegging is gebaseerd op de biologische onmogelijkheid dat een adder (dit staat in de meeste bronnen) een mens kan doden, of dat een cobra (aanname om het probleem op te lossen) drie mensen in korte tijd kan doden.

  2. Vanmorgen ook een bespreking in Trouw. Eildert Mulder vond het wel een goed boek, maar vond dat Holland niet ver genoeg ging in zijn reconstructie. Beetje gekke tegenspraak in het artikel zelf: volgens de recensent zat het venijn in de staart, maar dat eind vond hij nu juist niet het sterkst. Blijft mijn vraag: waarom zijn het nou geen historici die een populair boek over het ontstaan van de islam kunnen schrijven en moet het van een literair geschoolde journalist en romanschrijver komen? Cursusje spannend schrijven onderdeel van het universitaire curriculum maken?

    1. Nee, vooral geen cursus spannend schrijven toevoegen aan een toch al te vol curriculum. Eerst zorgen voor voldoende curricula, daarna een aanvullende studierichting. Dat zou mijn idee zijn.

      1. Han van der Horst

        Spannend schrijven kun je niet leren, helder schrijven wel. Het is jammer dat dit niet bij de Nederlandse academische traditie hoort al moet ik zeggen dat de generaties van na de babyboomers op het pujnt van die helderheid in het algemeen een stuk beter zijn dan wij 68-ers. Ik krijg de indruk dat er tegenwoordig toch veel minder geduld bestaat met rimram, eindeloze spagghetti-zin en overbodig jargon. Ik heb met zo rond 1970 wat wartaal zitten verwerken, uitgaande van de misvatting dat het wel bijzonder diepgaand zou zijn als ik er geen touw aan vast kon knopen.

  3. Blas

    Bedankt voor het antwoord op mijn reactie, alleen jammer dat de reactie zelf niet geplaatst is.

    Blijft voor mij staan dat een biografie van Cleopatra kan bouwen op schriftelijke verslagen van geschiedschrijvers die tijdens of niet lang na de gebeurtenissen die zij beschrijven geleefd hebben, wat niet te vergelijken is met de religieuze mondelinge overleveringen van 200 jaar later, waar de verzamelaars zelf er al vanuit gingen dat minstens 95% onbetrouwbaar was.

    Overigens mee eens dat lieden als Geert Mak, Karen Armstrong en Tom Holland niet als volwaardige historici beschouwd dienen te worden. Wellicht een schone taak voor iemand als Lendering om zijn licht eens te laten schijnen over de m.i. terechte vraag die Holland opwerpt: handelen de gegevens die de koran geeft (de uitleg van 200 jaar later daar los van gezien) over polytheïsten in Mekka die zich bekeerden tot een nieuwe vorm van monotheïsme, of gaat het over (stromingen van) joden/christenen in Syrië, Israël en Jordanië waarbij het eigenlijke twistpunt de aard van Jezus was?

    Als leek heb ik mijn conclusie wel getrokken.

  4. (1)
    Is Cleopatra “niet te vergelijken … met de religieuze mondelinge overleveringen van 200 jaar later, waar de verzamelaars zelf er al vanuit gingen dat minstens 95% onbetrouwbaar was”?

    Ik denk dat de situatie niet zó somber is. We hebben namelijk enkele externe controles. Zo mag je aannemen dat een anekdote die niet positief over de profeet uitpakt, niet is verzonnen; de voorspelling dat de gelovigen Constantinopel snel zouden innemen is een voorbeeld. Anekdotes die niet passen bij het apocalyptische karakter van de Koran, maar wel bij de bestuursstructuren van het Abassidische Rijk, zijn suspect. Enz.

    Die criteria zijn er, maar het onderzoek staat in de kinderschoenen. Holland past ze niet toe. Publiceer er dan niet over. Ik heb over chirurgie wel eens iets gelezen, maar dat wil nog niet zeggen dat ik een boek over de behandeling van een hemicolectomie publiceer en in De Balie advies ga geven over hoe mensen met die operatie moeten omgaan.

    (2)
    Er is geen schone taak voor Lendering, omdat er al goede boeken zijn. Hans Jansens boeken zijn alleszins redelijk, al zou het me wel wat waard zijn geweest als hij zich had onthouden van niet-terzake doend commentaar op bijvoorbeeld Wouter Bos. Het boek van Donner is beter, maar is niet volmaakt. Lees ze alle drie, en je bent op solide grond.

    (3)
    De vraag die ik zelf interessant vind, is waarom een respectabel fonds als Athenaeum – Polak & Van Gennep ertoe is overgegaan kwakhistorici te publiceren. Het is ook mijn uitgever. Daardoor weet ik dat men sinds Hollands “Persian Fire” weet dat Holland boven zijn macht grijpt; ook is men op de hoogte van het bestaan van het boek van Donner. De Athenaeum-mensen zijn helemaal geen Wilders-adepten, maar ze gooien nu dus wel olie op het vuur en geven al langer boeken uit die, epistemologisch/ontologisch, vallen in de categorie “ik schreeuw maar wat”.

    Bottom line: iedereen kan schrijven over het verleden, historici zijn opgeleid om dat ook goed te doen, en ik begrijp niet waarom Athenaeum deze nuance de laatste tien jaar steeds verder uit het oog is verloren.

    1. CK

      Aardig dat je uitgever je toestaat je kritisch over het beleid uit te laten. Misschien is het omdat men weet dat men de afgelopen vijftien jaar nogal aan kwaliteit heeft ingeboekt?

  5. Blas

    Bedankt voor je antwoord, ik ga het boek van Fred Donner eens bestellen. Hans Jansen is niet helemaal mijn smaak, ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hij zijn eigen oordeel over de hedendaagse islam (waar ik het voor een deel wel mee eens ben) te veel zal laten doorklinken in zijn werk, want het is een man met een missie.

    Kritiek op Holland heb ik ook wel, zo stipt hij bijvoorbeeld de christenvervolgingen in de eerste eeuwen Rome aan, iets waar we volgens mij tegenwoordig anders tegen aan dienen te kijken. Ook neemt hij de vrijheid om een alternatieve geschiedschrijving te schrijven zonder bewijzen, zo’n beetje zoals Imam Wilkens wist te melden welke scheepsbemanning tijdens de Trojaanse oorlog van Homerus uit Apeldoorn afkomstig was. Dat Bakka iets anders is dan Mekka klinkt aannemelijk, maar wat het wel was is nog maar de vraag.

  6. Han van der Horst

    Ik heb “Het vierde Beest” van Tom Holland gelezen en ik vond dat hij op een goede manier de volstrekte verwevenheid van religieuze leer en leven in het Oost-Romeinse Rijk uiteenzette. En dat hij dat ook deed met het Sassanidische Perzië (hoop ik eigenlijk, het zag er geloofwaardig uit.
    Dat de islam zeer schatplichting is aan de bestande religies in het Midden Oosten is geen nieuws, ligt zelfs voor de hand.
    Er zit in het boek een speculatief gedeelte waarin Holland probeert de Mohammed-mythe onderuit te halen. Daar gaat hij zeuren en zich herhalen en dat is allemaal niet overtuigend. Toch ben ik door dat boek geraakt door de geest der eeuw van de late oudheid.
    Maar ik ben absoluut geen oud-historicus. Ik ken tittel noch jota van de talen die daar toen gesproken werden. Dus voor hetzelfde geld laat ik me belazeren, maar dat denk ik eigenlijk niet.
    Nog eens gekeken naar de lezing van Michiel Leezenberg, iemand die absoluut weet waar hij het over heeft. Deel ik die kritiek? Holland hanteert in zijn boek consequent een bepaalde stijlfiguur. Hij probeert mee te denken met de personen of de stroming die hij beschrijft om zo de aard van dat denken zichtbaar maken en om te laten zien hoe sterk het verschilt van het denken van een moderne stedeling uit de eenentwintigste eeuw. Zo komen allerlei zaken naar voren die wij met ons referentiekader met een korrel zou zouden nemen en die lui in het midden oosten van 600 niet. Daar houdt Leezenberg in zijn recensie te weinig rekening mee. Al lezende kreeg ik evenmin de indruk dat de hedendaagse islam-basher en Hoeiboei-bewonderaar veel plezier aan het boek zou beleven. Al is door de uitgeverij (had ik van Atheneum niet verwacht) en de Balie die indruk niet gewekt door die bewaakte avond te organiseren met de mededeling dat er explosieve dingen beweerd gingen worden over de islam. Quod non.
    Dat boek heet trouwens in het Engels helemaal niet “Het Vierde Beest” maar “In The Shadow Of The Sword: The Battle for Global Empire and the End of the Ancient World”. Voor de duidelijkheid: op het omslag geen kromzwaard maar een helm in het woestijnzand. Dat voelt toch allemaal wat anders aan dan dat beest.
    Ik zal het internet eens op meer zaakkundige recensies navlooien. Kijken of ik er minder positief van wordt……

  7. Henry Stadhouders

    De historiciteit van Mohammed is nog magerder als die van Jezus, en die is beslist niet van de orde van onomstreden historische personages als Cleopatra, Alexander, Socrates, rond wie evenzeer hele literaturen zijn gefingeerd, maar is veeleer even zwak/sterk als die van Mozes, Gilgamesj, Arthur. Het historisch maximum dat redelijkerwijs voor hen mag worden aangehouden is het enkele ‘dat’ van hun bestaan; van het ‘wat en hoe’ ervan weten wij historisch niets en zullen we wel nooit iets weten. Zelfs dat ‘dat’ in twijfel te trekken, hyperkritisch als het zijn mag, valt binnen het wetenschappelijk discours.

    1. Dat vind ik iets te gemakkelijk. Bronkritisch onderzoek naar Mohammed is zeker mogelijk; denk, voor Nederland, aan de boeken van Hans Jansen. Ik vond het eerste beter dan het tweede, en allebei minder dan het boek van Donner, dat nog altijd niet volmaakt is, maar het punt is: het onderzoek ligt binnen de grenzen van het mogelijke.

      Dat het niet gemakkelijk is, en dat het nog wel even zal duren voor zich consensus zal aftekenen, ontslaat Holland niet van de plicht het probleem te behandelen als hij werkelijk wil weten waar de islam vandaan komt. Dat hij concludeert “we weten het niet”, en er vervolgens ook niet naar zoekt, is te simpel, veel te simpel.

      Het echte pijnpunt is echter de aanname van continuïteiten en de sprong naar conclusies over de islam in onze eigen tijd. Een continuïteit dient te worden bewezen.

    2. jacob krekel

      De historiciteit van Jezus is veel groter dan die van Socrates. Voor Jezus zijn er minstens 7 onafhankelijke bronnen (Paulus, Q, Marcus, Hebreeen, Johannes, Thomas, Jacobus). Voor Socrates zijn er maar 2, zo heb ik op het gymnasium geleerd: Plato en Xenophon, waarvan niet eens zeker of ze onafhankelijk zijn. Socrates zou een alter ego van Plato geweest kunnen zijn (ongeveer zoals Soares van Pessoa), en Xenophon kan dat spel hebben meegespeeld.
      Vanwege het grote commerciele succes van dergelijke boeken heb ik wel eens gedacht over een boek waarin bewezen wordt dat Socrates niet echt kan hebben bestaan. Maar mijn Grieks is daar te slecht voor, en bovendien denk ik dat Socrates wel heeft bestaan, maar ik besef dat dit een zaak van geloven is.

      Jacob Krekel

      1. Henry Stadhouders

        Dan heeft u een fantast van een leraar oude talen & geschiedenis gehad. In ieder geval is het nog veel radicaler Socrates louter tot romanfiguur van Plato te reduceren als Jezus’ historiciteit in twijfel te trekken. Dat neemt niet weg dat zeker bij de latere Plato Socrates diens spreekbuis geworden is. Overigens telt niet het getal der getuigen maar hun gewicht; tevens ziet u er ettelijken voor S. over het hoofd, om er een te noemen: Aristofanes. Lees Detering, Falsche Zeugen, voor een ‘Entlarvung’ van de dusgenaamde getuigenissen van de historische Jezus. Als geen ander ben ik me ervan bewust dat de goegemeente der nieuwtestamentici -niet allen noodzakelijkerwijs goede historici- onverbiddelijk vasthouden aan Jezus’ historisch bestaan; ik hoef alleen maar te verwijzen naar de recente publicaties van A.B. Merz en haar leermeester G. Theissen, die het topje van een piramide van Jezusboeken vormen.

  8. Volgens mij is het binnen de academia juist heel normaal om de hadith literatuur af te doen als “chinese whispers” die geen historische basis kunnen bieden al is het alleen al vanwege de overduidelijke politieke kleur die veel ahadith laten zien. Men probeerde vaak persoonlijk voordeel te krijgen door een gunstige uitspraak van Muhammad te verzinnen. Vervolgens is de manier van moslimgeleerden om onderscheid te maken tussen de authentieke, de goede en de zwakke ahadith een “wetenschap” van lik me vestje. Alle reden voor Tom Holland om deze bronnen niet serieus te nemen. De noodzaak voor moslims zelf om deze bron wel serieus te nemen is ook evident: de Koran is een relatief dun boek dat niets vertelt over Muhammad zelf. Als je dan Soenniet bent (Soenniet verwijst naar Soenna en verwijst naar het pad van Muhammad) krijg je het moeilijk zonder deze 200 jaar latere overleveringen.

    1. Nee, dat is achterhaald. Er is een tijd geweest om alles ter zijde te schuiven omdat er mee was gerommeld. Maar dat is te gemakzuchtig. Je kunt ook de tradities kritisch doorlichten. Bedenk dat we met de bewijsbaar níet verzonnen “Constitutie van Mekka” een belangrijke rechtstreekse bron hebben en dat er zóveel tradities zijn dat onderlinge vergelijking mogelijk is. Het is dus mogelijk kritisch onderzoek te doen. Het boek van Donner en het boek van Hulspas tonen wat mogelijk is.

      Geschiedenis is gewoon geen vak voor gemakzuchtige mensen.

  9. Willy Demey

    Het zijn juist niet historici die dingen mogen schrijven die historici niet mogen schrijven. Vermoedens zijn even waardig aan feiten omdat het feiten kunnen zijn. Het is aan het individu om de bronnen te toetsen aan eigen inzichten en een mening te vormen die op zijn beurt weer evolueert door andere inputs.

    1. Geschiedenis wordt niet uitsluitend aan bronnen getoetst. Dat zou naief positivisme zijn. Het gaat ook om de logica waarmee je beweringen toetst, om professionaliteit.

      En wat denk je, zou je vermoedens aan feiten gelijkstellen als het ging om een tandartsbehandeling? Geschiedenis is, net als tandheelkunde, een wetenschap.

Reacties zijn gesloten.