Religieus geweld

Ik zeg niet dat religies per se in harmonie zijn maar dit kan dus ook.

Een kort berichtje van het soort waaraan we gewend zouden moeten raken: een aanslag op een godshuis, één dode. Het is elke keer weer hetzelfde nieuws, alleen de details zijn uitwisselbaar. Dit keer was het een sji’itische moskee in Brussel en de verdachte een soennitische fundamentalist. In januari kregen kerken extra bescherming. Daarvoor was een synagoge in Amersfoort het doelwit. Het verbaast me allang niet meer.

Ik zou er dus aan gewend moeten raken, maar die aanpassing aan de politieke werkelijkheid wil nog niet vlotten. Dat geldt niet alleen voor religieus geweld. Ik ben steeds opnieuw geschokt als ik lees over pedofiliezaken, over het gemak waarmee politici wetenschappelijke inzichten aan hun laars lappen of over het cynisme waarmee onze bestuurders hun persoonlijk belang plaatsen boven het gemeenschapsbelang. (Een blogstukje waarin ik Ruttes buiging naar de SGP vergeleek met Sarkozy’s opportunistische opmerkingen over Schengen, schoot er dit weekend bij in.) Ik verbaas me niet om wat gebeurt, maar wel over het feit dat het almaar niet went.

Daar wijdde ik een tweet aan. Mijn beste vriend twitterde de vraag terug of ik geschokter was om een aanslag op een godshuis dan als de bom was geworpen naar een belastingkantoor. Goeie vraag. De Occupy-beweging benut een beeldentaal ontleend aan een stripverhaal waarin een parlementsgebouw wordt opgeblazen, en als iemand me zou zeggen dat hij er niet gerust op is dat Occupy zich tot maskerades zal blijven beperken, kan ik alleen erkennen dat hij een respectabel standpunt inneemt.

Toch denk ik dat de overheidsgebouwen veilig zijn. Iedereen moppert op de belastingdienst, maar het gemopper is betrekkelijk goedmoedig, zoals in “Wat heb je tegen ambtenaren? Ze dóen toch niks?” Ik heb ook niet het idee dat de spot met ambtenaren de laatste tijd venijniger is geworden, al zou ik niet weten hoe ik dit kan bewijzen. Kortom, ik zie geen escalatie.

De standpunten over religie, daarentegen, lijken wel steeds giftiger te worden. Ik kan geen grote overkoepelende theorie schetsen, maar kan wel drie aspecten benoemen. Het eerste ervan is dat menigeen alles wat de christelijke kerken zeggen, op voorhand ridicuul vindt. Dat is respectabel, maar de kennis van zaken is verdwenen. Het zijn niet alleen de reaguurders op GeenStijl die alle christenen gelijkgestellen aan creationisten; het is ook hoe een Richard Dawkins het ziet. Ik snap dat hij een sitting duck zoekt, maar zo brengt hij de door hem gezochte discussie niet verder, want de rooms-katholieke kerk en de grootste protestantse kerken nemen het aan hen toegeschreven standpunt niet in. Wat de precieze merites van de standpunten zijn, interesseert me nu niet; het gaat me erom dat de extreme standpunten meer aandacht vinden dan de representatieve.

Een tweede aspect is de vanzelfsprekendheid waarmee gelovigen zélf denken dat er een religieuze oorlog woedt. Dat standpunt is in de westerse wereld, waar men onderscheid maakt tussen kerk en staat, minder populair dan in de islamitische wereld. Het is echter zinvol erop te wijzen dat het idee, dat al heel oud is, nieuw leven is ingeblazen in de Verenigde Staten. Daar publiceerde Samuel Huntington in 1996 The Clash of Civilizations, waarin hij opperde dat er een soort eeuwig conflict is tussen de grote culturen. De redenatiefout staat bekend als ontologisch holisme, en u herkent haar onmiddellijk als ik andere voorbeelden geef: “de wereldgeschiedenis tot nu toe is de geschiedenis van de klassenstrijd” of “de Ariërs en de Joden staan elkaar eeuwig naar het leven”.

Ondanks de gemakzuchtige logica werden de ideeën van Huntington populair bij Amerikaanse neoconservatieven, die ze in de praktijk brachten in Afghanistan en Irak. Voor veel betrokkenen waren dat godsdienstoorlogen: voor de Arabieren en de Afghanen, voor de Amerikaanse wapenfabrikant die kogels liet slijpen met de inscriptie Jn 8.12, voor het electoraat dat in Iran de apocalypticus Ahmedinejad aan de macht bracht. Even gemakzuchtig zijn de opvattingen die Anthony Pagden, Paul Cartledge en Tom Holland uitdragen over eeuwige, gewelddadige conflicten bestaan tussen Oost en West. Als je mensen – hier in de vrije westerse wereld of daar in het Midden-Oosten – maar lang genoeg zegt dat het conflict eeuwig is, gaan ze er vanzelf in geloven. Begrijp me niet verkeerd: er kúnnen lange continuïteiten bestaan, maar ze moeten steviger zijn onderbouwd dan met ontologisch holisme.

Tussen haakjes: tussen 1948 en 1989 meende iedereen dat het communisme en de democratie in een eeuwige strijd waren verwikkeld. Dat bleek achteraf toch mee te vallen. Dat geeft vertrouwen dat ook de huidige visie op de eeuwigheid van het conflict wel eens zal worden bijgesteld.

Een derde aspect is verwarring over wat religie nu eigenlijk is en hoe ze gedrag veroorzaakt. Over de doden niets dan goeds, maar Pim Fortuyn heeft, juist toen Paars-2 de problemen rond de Marokkaanse straatjeugd begon aan te pakken, de aandacht verbreed naar “de” islam. Niet alleen is die identificatie onjuist – mijn Koerdische wijnverkoper en mijn Turkse kleermaker hebben het volste recht niet worden aangesproken op dat tinnef uit de Rif – maar wie spreekt van “de” islam als bewerkende oorzaak, vervalt al snel tot goedkoop essentialisme.

Hier wordt dus te veel aandacht gegeven aan religie. Dat de religieuze component (gedefinieerd als een onbewijsbare en niet-rationele aanname) ook wel eens te weinig aandacht krijgt, blijkt uit sommige aspecten van ons denken over de economie. Daarover misschien een andere keer, maar lees deze blogpost eens.

Om terug te keren naar de oorspronkelijke vraag: van de belastingdienst weten we veel, over religie niet genoeg. Ik denk dat een aanslag op een belastingkantoor niet waarschijnlijk is, omdat we ruwweg weten dat ons geld wordt besteed aan wegonderhoud, de brandweer, de zorg, de dijkbewaking en het onderwijs. We mopperen over bonussen en bail-outs, maar grosso modo stemmen we in met de bestedingen omdat we die begrijpen. Over religie weten we daarentegen te weinig, zodat de discussie is vervangen door het elkaar toebrullen van standpunten.

Er is geen dialoog, er is zelfs geen kennis, en wie zoekt naar  nuance, wordt door alle partijen gewantrouwd. De beschaving, die fluistert om te horen wat de ander zegt, wordt volkomen overschreeuwd.

Zo zou ik, met de nodige slagen om de arm, verklaren waarom er aanslagen zijn op moskeeën, kerken en synagogen: onwetendheid. Onbekend maakt onbemind. De rust rond onze overheidsgebouwen verklaar ik vanuit bekendheid met hun functies. Het zijn rotbelastingen, maar het zijn onze rotbelastingen. Een aanslag op een ministerie, een brandweerkazerne, een universiteit of een brugwachtershuisje zou me daarom verrassen. Om de vraag nu eindelijk te beantwoorden: ja, ik zou meer geschokt zijn als er een molotovcocktail werd gegooid naar een belastingkantoor.

Deel dit: