
We zijn dinsdag zonder noemenswaardige problemen aangekomen in Beiroet. De eerste indrukken op het vliegveld waren buitengewoon positief: het is schoner dan bijvoorbeeld Fiumicino bij Rome. Het kantoor van de douane, waar ik even moest wachten omdat mijn paspoort wat vragen opriep, bood de aangename verrassing dat er geen portret hing van een Atatürk, een president Assad, een koning Abdollah, een imam Khomeiny, een president Mubarak of een kolonel Khadaffi. Ik kan me, in een land met zo’n gevarieerde bevolking, voorstellen dat je met zo’n afbeelding al snel iemand provoceert.
Op de luchthaven valt meteen een gebouw op dat sterk lijkt op de dat waarin de Amerikanen tot 1983 hun kazerne hadden. Van de schade van de bomaanslag is natuurlijk niets meer te zien, maar ik vond het interessant om te zien – of beter, ik dénk het te hebben gezien. Opvallend: een enorme poster met drie leiders van Hezbollah hing naast een even grote reclame voor de Kentucky Fried Chicken.
De straten in de stad doen me denken aan die van Iskenderun of Netanya, maar de flats langs de Corniche doen weer denken aan Tripoli. Wonderlijk genoeg zien we langs de zee vrijwel nergens terrasjes, tot we in het westen bij de duivenrotsen staan. Het verkeer lijkt minder hectisch dan we verwachtten en de mensen zijn opvallend vriendelijk.
We hebben een fijn hotel in het wat westelijke deel van Beiroet. Niets te klagen, al weet ik nog niet of het internet het zo meteen goed genoeg zal doen om dit op te laden. Het is niet heel belangrijk. Op de TV is een aflevering van “Arabs Got Talent”.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.