Inefficiënt studeren

Alleen minister Deetman meende dat heen-en-weer moeten reizen met de trein niet ten koste ging van de tijd om te studeren.

De efficiëntste manier om te studeren is, heel simpel, dat je ’s morgens naar de leeszaal gaat, met een paar medestudenten rond een tafel gaat zitten, en je buigt over hetzelfde onderwerp. Drie kwartier lezen, rekenen, schrijven en wat dies meer zij, en dan samen koffie halen en de stof bespreken. Als de tijd wordt genomen voor een redelijke lunch en een wat uitgebreider avondeten in de mensa, staat niets de perfecte flow in de weg, zodat je met plezier bezig bent van vroeg in de ochtend tot laat in de avond.

De groepsgrootte is eens onderzocht: ergens tussen de vijf en acht mensen. Bij een grotere groep gaan haantjes-de-voorsten de gesprekken domineren, waardoor minder assertieve studenten onvoldoende aan bod komen. Als de groep kleiner is, ontstaan er minder vragen en neemt de kans toe dat niet alle complicaties van de stof worden doorzien.

De enige voorwaarden waaraan moet zijn voldaan, zijn natuurlijk dat de leeszaal vroeg open is en dat het mogelijk is laat op de avond nog naar huis te gaan. Om die reden was het in de jaren zestig en zeventig beleid om studenten zoveel mogelijk op een campus te concentreren en daar ook supermarkten, wasserettes en mensa’s in te richten.

De opeenvolgende ministers van Onderwijs hebben heel wat vergissingen op hun naam, maar geen daarvan was catastrofaler dan de invoering van de Studenten-OV-kaart. Het was een bezuinigingsmaatregel: de studiebeurzen werden gekort en met een deel van het zo bespaarde geld kocht minister Deetman de OV-kaarten bulk in. Het andere deel was nodig om het gat op zijn begroting te dichten.

De gedwongen neringdoening had één voordeel: de destijds aanzienlijke kamernood werd er minder door. Omdat de studenten nu toch al hadden betaald voor de reis van hun ouderlijk huis naar de universiteitsstad, konden ze net zo goed bij hun ouders blijven wonen.

Het middel was echter erger dan de kwaal. Veel erger. Met de uitwonende studenten van mijn jaar hebben we de schade ooit uitgerekend. We woonden op gemiddeld een half uur fietsen van onze leeszaal; als we vanuit Badhoevedorp, Roelofarendsveen, Apeldoorn of Barneveld naar Amsterdam moesten komen, moesten we daar een uur bij optellen. Wie vijf dagen per week studeerde – en dat is toch de bedoeling – was tien uur extra kwijt. En wie denkt dat je in een trein kunt studeren, weet niet hoe rumoerig het daar kan zijn. Los daarvan: je kunt de stof niet bediscussiëren zoals bij de koffie in de kantine.

Ik heb geen idee hoe representatief wij waren en zou de cijfers voor het gemiddelde reistijdverlies anno 1980 en anno 2012 wel eens willen vergelijken. Ik heb echter de zeer sterke indruk dat de gemiddelde student vandaag de dag veel minder gelegenheid heeft om effectief te studeren. Dat de beurzen zó zijn verlaagd dat een baan vrijwel noodzakelijk is, speelt daarbij ook een rol, al zijn werkende studenten van alle tijden.

Wie het hoger onderwijs een goed hart toedraagt, schaft dat verdraaide studentenreisproduct dus als de bliksem af. De tegenwerping is natuurlijk dat dan de woningnood terugkeert. Dat is waar, want die kaart is nu ook alweer een kleine kwart eeuw gebruikt als excuus om geen studentenwoningen te bouwen. Ik was daarom blij te lezen dat IKEA heeft besloten in Amsterdam flats te gaan bouwen voor studenten.

Het is een druppel op een gloeiende plaat, en ik ben realist genoeg om te weten dat de OV-kaart niet op korte termijn kán worden afgeschaft. Ook de komende twee, drie jaar zullen studenten nodeloos veel tijd verliezen die ze zouden moeten besteden aan hun studie. Maar het feit dat een commercieel bedrijf brood ziet in woonruimte, suggereert dat er iets in beweging kan komen.

Deel dit:

Een gedachte over “Inefficiënt studeren

  1. Ikea overweegt het, maar ze hikken tegen de bekende en geliefde NL regelgeving aan. Kan zomaar gebeuren dat half Europa straks vol,staat met Ikea studentenflats behalve NL.

    En de kantoorruimte is ook weer NL regelgeving. Dat mag niet zomaar, kantoren veranderen in woonruimte. Nog afgezien dat het een goed fortuin kost om het aan te passen aan de normen voor woonruimte, en die kantoorruimte is al een moneypit, moet het bestemmingsplan gewijzigd worden.

    Nou dan weet je het wel.

Reacties zijn gesloten.