Historia Augusta (2): karakter

Ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius (Capitolijnse Musea, Rome)

[Eind deze maand verschijnt bij Athenaeum – Polak & Van Gennep de eerste Nederlandstalige uitgave van de Historia Augusta. De vertaling van deze curieuze reeks biografieën van Romeinse keizers is van John Nagelkerken. Dit is de tweede van een reeks van negen blogposts; de eerste is hier.]

Het zal de lezer van de Historia Augusta opvallen dat de schrijvers meer dan eens afdwalen. Zo is er een reeks uitweidingen over de als titel gebruikte naam “Antoninus”, waaraan de auteurs blijkbaar grote waarde hechtten. Ook worden de biografieën onderbroken met opdrachten aan een keizer. Dit gaat dan om Diocletianus of Constantinus (“Constantijn de Grote”), hoewel in de late biografieën ook voorname aristocraten worden genoemd. Zoals we nog zullen zien, zijn de opdrachten belangrijk voor de datering van het materiaal.

Tot slot zal de lezer van de Historia Augusta merken dat enkele motieven steeds terugkeren. De auteurs hebben bijvoorbeeld een hekel aan vorstinnen – vrijwel allemaal overspelig – en te jonge keizers. Heliogabalus, die veertien was toen hij de troon besteeg, wordt genadeloos geportretteerd, terwijl in de biografie van keizer Tacitus uitgebreid wordt geciteerd uit een redevoering waarin een zekere Faltonius de goden bidt te verhinderen dat het keizerschap toevalt aan minderjarigen

wier hand bij het ondertekenen door schoolmeesters vastgehouden moet worden en die zich bij het verlenen van consulaten laten leiden door snoepjes en aftelversjes en wat kinderen verder maar leuk vinden.

De auteurs mogen het historisch proces dan reduceren tot de daden van de keizers, dat wil niet zeggen dat ze elke vorst kritiekloos bewonderen. Ze lijken van mening te zijn geweest dat de garantie voor goed bestuur vooral is gelegen in de capaciteiten van de hoogste ambtenaren, de zogeheten prefecten. Het aantal verwijzingen naar bijvoorbeeld “de prefect van de lijfwacht” en “de stadsprefect” is niet te tellen.

De stilistische kenmerken van de Historia Augusta laten zich, bij een vertaling, moeilijk uitleggen, maar er moet wel op worden gewezen dat als de auteurs een ongebruikelijk Latijns woord kunnen benutten, ze het niet zullen laten. Zo worden legeronderdelen wel eens aangeduid als “manipel”, hoewel tactische eenheden met die naam in de beschreven periode niet meer bestonden. Deze voorkeur voor oude woorden delen de auteurs met hun tijdgenoten.

Tot slot zijn de biografen geïnteresseerd in de heidense eredienst. De voortekens zijn al genoemd, maar we vernemen ook dat Marcus Aurelius met zijn gebeden een regenbui kon oproepen, we lezen over de religieuze nieuwlichterij van Heliogabalus en over Aurelianus’ voorkeur voor de zonnegod, en zelfs wordt ons verteld welke godheden Severus Alexander privé aanbad. Er is daarom wel aangenomen dat de auteurs van de Historia Augusta verstokte heidenen waren in een tijd waarin het christendom sterk aan invloed won. Dat gebeurde in de vierde eeuw en was een reactie op eerdere gebeurtenissen, die voor het begrip van de biografieënreeks eveneens van belang zijn.

[wordt vervolgd]

Deel dit:

6 gedachtes over “Historia Augusta (2): karakter

  1. MNb

    Oho, als de Historia Augusta vol staan met pareltjes als dat citaat van Faltonius dan wordt de verleiding erg groot om diep in mijn portemonnee te grijpen en de vertaling te gaan lezen. Want dat doet niet onder voor het venijn van onze polemische tijdgenoten.

  2. Ik ben bang dat het citaat van Faltonius wel een van de betere is. Wacht in elk geval even met bestellen, want ik heb via de Livius-nieuwsbrief op 1 september kortingbonnen uit te delen. Ik weet overigens niet of die in Suriname ook geldig zijn, of voor e-readers.

  3. Heel interessant. Hoe ver gaat die vertaling? Worden ook alle Latijnse begrippen letterlijk vertaald? Dat heeft me namelijk nogal eens gestoord in sommige oudere vertalingen van Romeinse bronnen, omdat titels op die manier onbruikbaar worden gemaakt. “prefect van de lijfwacht” kan dan nog net, maar liever wel ‘magister militum’ en ‘comitatenses’.

Reacties zijn gesloten.