De farao en de dief

farao2

Er was eens een koning, zo vertelt de Griekse onderzoeker Herodotos van Halikarnassos, en die heette Rampsinitos. Hij was onmetelijk rijk en bezat daarom een heus geldpakhuis. Hij wist echter niet dat de bouwmeester in een van de buitenmuren een steen had aangebracht die zonder veel moeite kon worden losgemaakt. Wie het wel wisten, waren de twee zonen van de bouwmeester, die zich verschillende keren aan ’s konings geld hielpen.

De farao zon op tegenmaatregelen en liet daarom klemmen plaatsen. Toen de twee inbrekers weer eens in het geldpakhuis waren, liep een van hen in de val – letterlijk – en omdat hij merkte dat hij er niet uit kon komen, vroeg hij zijn broer hem te onthoofden. De volgende ochtend zag Rampsinitos wat er was gebeurd, en omdat hij wist dat inbrekers doorgaans niet hoofdeloos zijn, concludeerde hij dat er nog een dief moest zijn.

Daarom liet hij het lijk bij de stadspoort hangen, om te zien hoe de overlevende inbreker daarop zou reageren. Deze wist echter raad. Hij laadde wat wijnzakken op een ezel en zorgde dat hij met de poortwachters aan de praat raakte. Al gauw zaten die met de dief een gezellig glaasje te drinken, en toen ze dronken in slaap vielen, nam de inbreker snel het lichaam van zijn broer weg.

De farao was verbijsterd en wist nog maar één middel om de dader te vinden. Hij richtte een bordeel in waar ook zijn dochter moest werken, en zij moest al haar klanten uitvragen wat de kwalijkste streek was die ze ooit hadden uitgehaald. De inbreker begreep meteen wat de bedoeling was en ging op bezoek in ’s konings bordeel. Daar vertelde hij aan de prinses dat hij ooit zijn broer had gedood in het geldpakhuis, maar toen zijn gesprekspartner in het donker naar hem greep om hem te laten arresteren, liet hij een speciaal voor de gelegenheid van een lijk afgesneden arm achter.

Wéér was de dief de farao te slim af geweest, en deze liet daarom bekendmaken dat hij vol bewondering was voor de aartsslimmerik, dat hij hem genade schonk en dat hij mocht trouwen met de prinses. Daarop maakte de inbreker zich bekend en huwde met de prinses. Ze leefden nog lang en gelukkig.


farao1Dit sprookje is te vinden in de Historiën van Herodotos van Halikarnassos. Uiteraard is het verhaal niet echt gebeurd. We kennen geen farao met de naam Rampsinitos en wijn dronken de Egyptenaren ook al niet.

Herodotos distantieert zich dan ook van de historische betrouwbaarheid van het verhaal, maar heeft het gelukkig wel voor ons overgeleverd. Het is tevens te vinden in het kinderboek De farao en de dief. Vijfenveertig verhalen uit de oude wereld van Hein van Dolen (2012, Valkhof Pers). Zoals de illustratie hierboven toont, vond mijn neefje het prachtig.

Deel dit:

7 gedachtes over “De farao en de dief

  1. christina

    Ahum, ik ben natuurlijk geen historicus en al helemaal geen egyptoloog maar toch meen ik zeker te weten dat de oude Egyptenaren wel degelijk een wijncultuur kenden getuige decoraties in graven en opschriften op amforen. Ook de analyse van residu’s tonen dat aan. Bovendien was er zelfs een woord voor, nl. irp. Sorry dat ik u tegenspreek.

Reacties zijn gesloten.