Het probleem met het Marokkanenprobleem

Ik heb wel eens een stuk mogen schrijven voor een boek van de COVS, de Centrale Organisatie van Voetbalscheidsrechters. Dat was vererend, want ik koester grote bewondering voor hen en voor de grensrechters. Probeer maar eens met wijsheid leiding te geven aan een met passie gespeelde wedstrijd. Toen in december grensrechter Richard Nieuwenhuizen werd doodgeschopt, was ik het volledig eens met de PVV: een Kamerdebat was op zijn plaats, al was het maar omdat de Kamer óók het volk vertegenwoordigt als het gaat om steunbetuigingen – bijvoorbeeld aan de mensen die het vrijwilligerswerk toch maar doen.

De verblindheid van de PVV, die van alles wat lelijk is de schuld wil geven aan Marokkanen en moslims, verhinderde de zinvolle discussie die had kunnen plaatsvinden. Ik denk niet dat de familie Nieuwenhuizen veel plezier aan het Kamerdebat heeft beleefd. Dat is, geloof ik, het voornaamste wat erover gezegd moet worden.

Maar er is nog iets. De PVV stelde een serieuze kwestie aan de orde, die door niemand wordt ontkend: dat jongens van Marokkaanse afkomst zijn oververtegenwoordigd in de criminaliteitsstatistieken. De PVV noemt dit een “Marokkanenprobleem”, de andere partijen willen liever dat we spreken van “Marokkanen met problemen”, en dat was ook de lijn waarlangs minister Asscher zijn antwoorden gaf. In elk geval moet iedereen als individu worden behandeld. Gevoelsmatig vind ik dat verstandige woorden.

En toch wringt het. Wat hij in feite zegt, is dat er alleen individuen bestaan en dat die aansprakelijk zijn voor hun eigen daden. De PVV zegt daarentegen dat je een groep, met een eigen cultuur en gedeelde waarden, aansprakelijk mag stellen. Ik denk dat het de verwarring van onze samenleving illustreert dat de rechtse partij een standpunt innam dat traditioneel links in het politieke spectrum zit, terwijl de socialistische minister een perfect liberaal standpunt verdedigde waarvan de klassieke formulering Margaret Thatcher’s “there’s no such thing as society; there are individual men and women” is.

Asschers standpunt staat bekend als “ontologisch individualisme”: alleen individuen bestaan echt, er bestaat niets bovenindividueels, alleen individuen kunnen iets menen, alleen individuen kunnen iets doen, alleen individuen kunnen iets veroorzaken. Of ervoor aansprakelijk zijn.

Dit klinkt op het eerste gehoor onweerlegbaar, maar dat is het niet. Er zijn wel degelijk bovenindividuele normen die mensen tot bepaalde vormen van gedrag aanzetten. Een voorbeeld dat mij, met een slaapstoornis, na aan het hart ligt, is ons dagritme. Van nature bestaan er ochtendmensen, avondmensen en extreme nachtmensen, allemaal individuen die dezelfde individuele vrijheid hebben te bepalen wanneer ze slapen. Toch staan ze merendeels op rond hetzelfde, vrij vroege tijdstip. Dat is zo gegroeid toen we nog koeien molken, maar is inmiddels contraproductief: het is buitengewoon onverstandig om kinderen, met een laat ritme, al om half negen in de schoolbanken te plaatsen, alleen omdat hun volwassen docenten vroege ritmes hebben. Ons onderwijs kan efficiënter, en als we individueel mochten kiezen deden we dat, maar de norm is sterker dan de individuen.

De kernvraag in de discussie is: worden onze Nederlandse Marokkanen door zo’n grotere norm aangezet tot bepaalde vormen van gedrag? En zo ja, is dat een norm die vanuit Marokko naar Nederland is meegenomen? Of is de oorzaak van de problemen, zoals Pim Fortuyn meende, gelegen in de “achterlijke cultuur” van de islam? Of is het complexer, en is zo’n bovenindividuele norm ontstaan in een wisselwerking tussen twee culturen in achterstandswijken?

U merkt, we bevinden ons hier op het terrein van de sociale wetenschappen, en ook al is een term als “ontologisch individualisme” een draak, de vraag die de PVV stelde was alleszins gerechtvaardigd. We mogen vragen of er iets is in “de” Nederlands-Marokkaanse gemeenschap dat aanzet tot ongewenst gedrag, we mogen vragen of er een Marokkanenprobleem is.

Ik begrijp dat de Kamer een buitenkans zag om de PVV onderuit te halen, eerst door het debat door te laten gaan toen de PVV ervan af wilde zien, en daarna door te kiezen voor een ontologisch individualistische manier om de kwestie zó te framen dat de PVV de discussie verloor. Maar daarmee heeft de Kamer ook wetenschappelijk positie gekozen: tegen een van de belangrijkste inzichten uit de sociale wetenschappen en voor een verouderde negentiende-eeuwse visie.

Uiteraard staat dat de Kamer vrij, want we leven in een democratie en niet in een technocratie waarin de universiteiten over alles en iedereen het laatste woord mogen spreken. Dat moet ook vooral zo blijven. Het lijstje van onderwerpen waarover onze politici wetenschappelijke inzichten negeren – slaapklinieken, klimaat, obesitas, kinderopvoeding… – is tijdens het Marokkanendebat echter wéér langer geworden. Dat wringt.

Deel dit:

11 gedachtes over “Het probleem met het Marokkanenprobleem

  1. U weet dat beter dan ik, maar NL is sinds 16de eeuw op zijn minst een immigratieland. Talloze nationaliteiten hebben zich hier gevestigd en interculturele relaties waren zowat de norm. Nu stuiten we op een situatie waar bepaalde bevolgingsgroepen meer, ernstiger en toenemede problemen opleveren. Dat zijn niet alleen de marokkannen, dat zijn b.v. ook de turken. (waar zelfs een r’damse bestuurder zijn pvda lidmaatschap opzegde uit woede vanwege de politeke onwil om te reageren). Er is dus iets wat inherent is aan beide groepen dat het hun moeilijk/onmogelijk maakt zich gelijk alle andere 170+ nationaliteiten in Nederland te integreren.

    In het geval van de Turken/Marokkanen is het niet hun cultuur, niet hun ethniciteit, niets dat hen verbindt behoudens hun ideologie. De islam. We hebben dus een islamprobleem. Slechts de cultuurverschillen bepalen de mate wijze waarop deze non-integratie zich manifesteerd. Maar het basisprobleem, weigering tot integratie, is duidelijk terug te voeren tot de ideologie Islam. Deze schrijft immers voor dat deze de superieure is en dat men zich niet met ongelovigen mag inlaten.

  2. MNb

    De fout die de PVV maakt is tweeledig en pseudowetenschappelijk en daarom ergerlijk. Het is net zo ergerlijk dat de partijen die volgens mij voor de rechten van de kwetsbaren moeten opkomen deze fout missen, al minstens 20 jaar lang.
    1. De PVV stelt groepsnormen gelijk aan individuele normen. Omdat iemand Marokkaan is zal hij/zij zich volgens de PVV automatisch allerlei eigenschappen hebben en allerlei gedrag vertonen. Voorbeeld, onlangs gelezen: Marokkanen zijn automatisch moslim.
    2. De PVV veronderstelt dat groepsnormen onveranderlijk zijn en dat individuen zich daar niet aan kunnen onttrekken.
    Beiden zijn pertinent onwaar en vormen samen een perverse vorm van de is/ought drogreden.
    Marokkanenbeleid is mogelijk, net als Antillianenbeleid, orthodox-gereformeerdenbeleid en voetbalhooligansbeleid. De PVV voorziet daar echter niet in; kwalijker is dat de andere partijen dat ook niet doen. Met voetbalhooligans lukt het ook maar matig.
    Inderdaad, het probleem met obesitas is precies hetzelfde.

    Petrossa hierboven maakt ook al de fout te veronderstellen dat groepsnormen onveranderlijk zijn. Net als de PVV plakt hij/zij daar het etiket islam op. Net zo min als de Nederlands-Hervormde groepseigenschappen dezelfde zijn als die van zelfs maar 50 jaar geleden is dat automatisch met de islam het geval.
    Als Nederland een “Islamprobleem” heeft komt dat door Nederland, want geen enkel Caraïbisch land heeft wat voor “Islamprobleem” ook. De percentages in Suriname, Guyana en Trinidad zijn hoger dan waar in Europa ook.
    Het is een “Petrossaprobleem”, zeg maar.

    1. Ik ben er niet geheel zeker van of de PVV de dingen die je ze nu in de schoenen schuift, bij deze gelegenheid wel te berde heeft gebracht.

      Het automatisme waarmee men de onveranderlijkheid aanneemt, worden in dom-rechtse kring wel gehoord; het zijn vormen van wat bekendstaat als “ontologisch holisme”, en het beruchtste voorbeeld daarvan is dat er al sinds de Oudheid een onoverbrugbaar verschil zou bestaan tussen Oost en West. De ideeën van bijvoorbeeld Tom Holland dus, die de islam ziet als de huidige incarnatie van die tegenstelling, die teruggaat op de Perzische Oorlogen.

      Dat leek me een mooie insteek voor een tweede stukje, symmetrisch met het eerste. Het raakte de actualiteit en sluit aan bij mijn eigen kwaadheid op slechte geschiedschrijving. Maar ik kon er dit keer niet voldoende voor vinden. Ongetwijfeld zal ik, als ik de Kamerstukken doorlees van wat er laatst allemaal is besproken, wel wat cherry picking kunnen doen, maar ik heb er nu geen tijd meer voor.

    1. Een van de aardigste observaties is in dezen afkomstig van Theodor Holman. Als “een moslim” gold – en in veel gevallen mag hier een tegenwoordige tijd staan – iemand wiens ouders afkomstig waren uit een islamitisch land. Dat is dus onze hele Indische gemeenschap.

      1. Het is een valse vergelijking omdat de indische gemeenschap die hier naar toe verhuisden al verwesterd waren, anders zouden ze niet zijn gekomen. Meneer Holman zegt wel meer slecht doordachte dingen. Indonesie is thans de sharia aan het invoeren en vrijheid van religie kun je wel op je buik schrijven.

        1. “Het is een valse vergelijking omdat de indische gemeenschap die hier naar toe verhuisden al verwesterd waren”

          Maar is dan het springende punt wel de islam, en gaat het dan niet meer om zaken als urbanisatie? Ik zie weinig bezwaren tegen een EU-lidmaatschap voor het verstedelijkte westen van Turkije, wel voor het platteland in het oosten. Een stad als Izmir is niet anders dan pakweg Brindisi, maar Harran is echt geen Europa.

          Ik heb in feite geen mening, ik zie alleen dat er geen gemakkelijke oplossingen zijn.

          1. Het inspringende punt is hier in Nederland Islam, want dat was in die tijd in Indonesie helemaal niet zo orthodox als nu daar en hier. Toen was het de meer relaxte pre-Erdogan Turkse varieteit. Dus was adaptie/integratie veel makkelijker.

            Kun je ook zien aan de niet-integratie van de originele gastarbeiders, die kwamen vrijwel allemaal van het orthodoxe platteland, turks dan wel marokkaans.

            Er zijn best wel makkelijke oplossingen maar die mogen niet. Een soort de-indoctrinatie cursus waar de minder gewenste aspecten van islam uit je hersens gespoeld worden. Zoiets als met de-programmeren van cultisten. Wat wel mag en moet, is het schrappen van art 6 uit de grondwet, het is discrimininatoir en contra-productief. Onder dat artikel kun je dus hele groepen mensen bijzonder kwaad maken met religieuze uitingen zoals bv de muezzin, waardoor weer een nieuw laagje interculturele ergernis wordt toegevoegd.

  3. Beste Jona,

    Onze parlementariers discusieren vaak niet naar de beste inzichten uit de wetenschap. Net als jij maak ik me daar enorme zorgen over. Dit debat, zoals jij terecht aangeeft, is een van de vele voorbeelden daarvan.

    Maar voordat we bij de noodzaak voor de analyse van het probleem met behulp van de moderne inzichten uit de sociale wetenschappen konden uitkomen, sprong het debat al uit de rails. Ik moet het hier toch maar krachtig neerzetten: de parlementariers zijn niet sterk met getallen. Dat leidt tot statements, die veel lijke te zeggen, maar in essentie betekenisloos zijn.

    Er wordt gestrooid met procenten (relatieve getallen) van verdelingen. Vaak wordt zelfs verwezen naar de verhouding van procenten uit verschillende verdelingen. Dat eerste heeft soms zin, dat tweede is totaal betekenisloos.

    De criminaliteitsstatistieken zijn zeer sterk geskewed. Bij sterk geskewde verdelingen zeggen typische statistische maten zoals gemiddelde, modus, mediaan, spreiding, … what have you.., helemaal NIETS over de populatie.

    Een belangrijke vraag voor beleidsmakers is zowiezo: waneer moet ik absolute getallen gebruiken, en wanneer relatieve. En als ik relatieve getallen moet gebruiken, welke?

    Een neutraal voorbeeld: Bij Caribische immigranten komt een bepaalde bloedziekte 10 maal vaker voor dan bij autochtone Nederlanders. Huidkanker daarentegen komt 10 maal zo vaak bij autochtone Nederlanders. Waar moeten we nu beleid voor ontwikkelen en researchprogrammas voor opzetten? En hoeveel mag dat kosten? Volgens de gebruikers van de verhouding van relatieve getallen 10% / 10% = 1 zijn beide ziektebeelden even belangrijk. En dat is echt onjuist! Het goed gemotiveerde antwoord hangt toch echt af van zowel
    -1- de ABSOLUTE getallen van de aandoeningen, en
    -2- van de ERNST van de aandoening.
    Relatieve getallen binnen voorgeselecteerde populaties zeggen helemaal niets!

    De ernst van de aandoening in de vorige allinea is echt heel belangrijk in deze discussie. Beleidsmakers moeten geen frequentie managen, maar risico. Dat is te definieren als frequentie*gevolg. Als je dat niet doet, zoom je in op zaken die veel voorkomen, met weinig gevolg (VB: zwartrijden in de trein) of heb je aleen oog voor de grote zaken die weinig voorkomen (zoals Baufraude, palminvest). Door op risico te managen kun je dit rationeel sturen.

    Correlaties tussen etniciteit en het type crimineel gedrag -zoals gevonden in een aantal studies- maken ook de politieke analyses die alleen op RELATIEVE frequentie zijn gebasseerd m.i. toch zinloos en zinledig. Ik ben bang dat we in Nederland met deze discussie wel eens kunnen inzoomen op het kwadrant: Niet vaak (in absolute getallen), en niet ernstig.

    M.a.w: Ik ben het helemaal met je eens dat parlementariers niet werken naar de beste wetenschappelijke inzichten, en ik ben met je eens dat dat zorgenwekkend is. Maar ik ben nu op het punt aangekomen dat ik parlementariers het niet eens toevertrouw om te pogen de relevante feiten op tafel te krijgen.

    Overigens: in de islam discussie ben ik ben het volledig eens met MNb, en het volledig oneens met Petrosa.

Reacties zijn gesloten.