Een paar weken geleden was ik in Sidon, waar een grote opgraving plaatsvindt, niet ver van een van de twee Kruisvaarderskastelen in deze Libanese havenstad. De opzienbarendste vondst tot nu toe is een massagraf dat vrijwel zeker behoort tot de soldaten die zijn gesneuveld toen de Saracenen de plaats in 1249 innamen. Koning Lodewijk de Heilige, die op dat moment in de omgeving verbleef maar te laat aankwam om een ramp te verhinderen, begroef de doden alvorens het kasteel te versterken.
Een vriendelijke archeologe, geboren in een Palestijns vluchtelingenkamp maar inmiddels in het bezit van een “green card” om haar loopbaan voort te zetten in de Verenigde Staten, leidde ons rond en legde uit hoe de ontwikkeling van de antieke stad op deze plaats perfect was te volgen, dwars door het immer fascinerende Chalcolithicum en de Vroege, Midden- en late Bronstijd. Uit de IJzertijd waren wat minder vondsten, maar de Griekse aanwezigheid was weer wel goed geattesteerd en uit de Romeinse tijd stamde een deel van de versterking van een fort.
Het is geen Byblos, waar dezelfde geschiedenis eveneens (en over een veel groter oppervlak) is te volgen. Het aardige van Sidon is echter dat de vondsten door een gelukkig toeval op volgorde liggen. Wie er van noord naar zuid langs loopt, loopt dus van het Chalcolithicum naar de Romeinse tijd (en een Kruisvaarderskasteel).
Onze gastvrouw vertelde dat er plannen waren om een museum te bouwen. Een deel van de expertise komt uit het British Museum, dat hier al veertien jaar aan het graven is. Vandaag, maandag 10 juni, wordt een overeenkomst getekend voor de financiering: er is zo’n negen miljoen dollar nodig. (Ter vergelijking: het schitterende museum in Tongeren kostte het dubbele.) De Koeweiti ’s zullen ongeveer de helft van het bedrag neertellen.
Ik gun het de mensen van Sidon wel. Het is niet bepaald de rijkste stad van Libanon, en als ze in het nieuws komt, is het vaak omdat er iets naars is gebeurd in een van de twee grote Palestijnse vluchtelingenkampen. Ik ben blij dat er nu ook eens goed nieuws is.
Is er een reden waarom je het Chalcolithicum niet Kopertijd noemt?
Leuke vraag! Ik zal er eens over bloggen.
Daar ben ik ook benieuwd naar: Bronstijd-IJzertijd, ik ben minder vertrouwd met ‘Kopertijd’. maar ik ben dan ook geen archeologg, en ik leerde laatst dat de term ‘Midden-Romeinse tijd’ ook al vertrouwde kost zou zijn. Als historicus had ik die toch echt gemist (historici werken toch meer met Republiek, Principaat, Dominaat etc.).
Voor mij klinkt ‘de Nederlandse Kopertijd’ een beetje hetzelfde als ‘een hectogram ham’.
Was de hele Libanonreis geweldig, het bezoek aan de opgraving en de manier waarop de jonge archeologe erover vertelde, waren een kadootje
Ellen