Chalcolithicum

Kopertijdaardewerk ("Naqada II") uit Egypte, nu in het Neues Museum in Berlijn.
Kopertijdaardewerk (“Naqada II”) uit Egypte, nu in het Neues Museum in Berlijn.

Dat was een rake opmerking, die een van de vaste reageerders op deze kleine blog onlangs maakte: waarom had ik het eigenlijk over het Chalcolithicum en niet over de Kopertijd? Ik had het toch ook over de Bronstijd en de IJzertijd?

Sterk punt.

Ik probeer de oude wereld te bestuderen en dat kan alleen door ál het bewijsmateriaal te bekijken, zowel tekstueel als materieel. Je moet allrounder zijn. Je beperken tot alleen de materiële cultuur, zoals archeologen doen, of tot de geschreven teksten, zoals classici doen, is even absurd als een scheikunde die uiteenvalt in een chemie van de even atoomnummers en een chemie van de oneven atoomnummers. Helaas zijn er voor de oudheidkunde nu eenmaal twee onderzoekstradities. Die zijn historisch zo gegroeid en zouden voor het eigenlijke onderzoek geen belang mogen hebben. Ze corresponderen niet met het object, maar met het subject. Wie doet alsof ze bestaansrecht zouden hebben, is domweg onwetenschappelijk bezig.

Ik weet verdraaid goed dat in het vierde millennium, het Chalcolithicum de Kopertijd, de eerste steden en staten zijn ontstaan. Als de mensen gaan schrijven, is de ontstaansgeschiedenis van onze cultuur eigenlijk al voorbij. Het is niet zo heel erg overdreven te beweren dat het het belangrijkste tijdperk is uit de menselijke geschiedenis.

Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en de waarheid gebiedt te zeggen dat de materie voor mij pas tot leven komt als ik een tekst heb. Pas na 3000 v.Chr., als het schrift eenmaal is uitgevonden, ervaar ik de oude wereld ook als “mijn” terrein. En dat heet dus de Bronstijd en de IJzertijd. Nederlandse namen. Wat daaraan voorafgaat, ervaar ik veel minder als mijn terrein: het Paleolithicum, het Mesolithicum, het Neolithicum en het Chalcolithicum. Griekse namen.

Kortom: dat ik “Chalcolithicum” zeg en geen “Kopertijd”, bewijst dat ik niet de allrounder ben die ik zou moeten zijn. Maar ik streef ernaar.

Deel dit:

3 gedachtes over “Chalcolithicum

  1. Johan Hendriks

    Jona, als je helemaal bij de tijd wil zijn mag je alle namen van archeologische tijdperken met onderkastletters schrijven in plaats van met kapitalen. Dat geldt niet voor tijden die naar bestaande namen zin genoemd, dus wel ijzertijd en Romeinse tijd en ook bronstijd en Merovingische tijd. Voor alle duidelijkheid: alle pehistorische aanduidingen dus allemaal met een kleine letter: paleolithicum, mesolithicum, neolithicum, chalcolithicum, bronstijd en ijzertijd.

    1. Wat bizar, want historische tijdvakken gaan met hoofdletters, tenminste als het om een historische publicatie gaat. Anders moet het met een kleine letter. Heb ik ook niet bedacht. Het Groene Boekje past overigens het Spellingsbesluit niet goed toe.

  2. Emgert Zondervan

    ’t Enige is nog, dat we tegenwoordig ook in een kopertijd leven, een consumeercultuur. En een klassieke talisman vindt het jammer van het lith- .

Reacties zijn gesloten.