Re-enacting science!

Ineens weet Archimedes hoe je de samenstelling van het goud van een kroon moet bepalen.

Afgelopen zondag was ik bij het re-enactment-festival Sempervivetum in Bocholtz, waar enkele tientallen re-enactors het leven in Zuid-Limburg in de eerste eeuw v.Chr. naspeelden. Zoals ik al aangaf, kampt deze vorm van wetenschapscommunicatie met nogal wat onterechte vooroordelen, die ik in het genoemde artikel heb geprobeerd te weerleggen. In elk geval is het aantal mensen dat naar re-enactmentfestivals komt, behoorlijk groot: Sempervivetum, dat voor de eerste keer werd georganiseerd, had 4000 bezoekers; het Nijmeegse Romeinenfestival heeft er drie tot vier keer zo veel.

Dit zijn dus vrijwilligers, die de inzichten van wetenschappelijk onderzoek delen met een publiek dat betaalt om zich te laten voorlichten. De belangstelling overlapt helaas niet met het academische aanbod, maar het is een schitterend medium. Belangrijk is hierbij nog dat het publiek de informatie die door re-enactors wordt gegeven, meer vertrouwt dan die van echte wetenschappers. (Ik deel deze inschatting overigens niet.)

De mogelijkheden die re-enactment biedt, zijn mijn reisgenoot niet ontgaan. Marco de Baar onderzoekt in Eindhoven hoe je plasma’s zo moet beheersen dat je kunt komen tot kernfusie. Zijn belangstelling voor wetenschapscommunicatie is oprecht: geen moeite was hem te veel om in december enkele van mijn vrienden een rondleiding te geven door het Forschungszentrum van Jülich. In Bocholtz vertelde hij me dat hij jaloers was dat voor geschiedenis enkele duizenden mensen op de been komen. Dat was voor mij weer een eye opener, want ik heb altijd het idee dat het juist de exacte wetenschappen zijn die communicatief hun zaken goed op orde hebben.

Toen we na afloop een biertje dronken en een zomerse salade aten, kreeg hij ineens een idee: zou het mogelijk zijn de natuurwetenschappen uit te laten leggen door re-enactors? Op zijn blog schrijft hij:

Ik droom even weg, en mijmer over een veld waarin de experimenten van Eratosthenes worden uitgelegd en uitgevoerd, naast een kerktoren waarin een slinger van Foucault hangt. Na het biertje en de curryworst komen we uit bij Buijs Ballot die zijn fameuze wet beredeneert…  Zou ’t kunnen? Zou het aanspreken? En bovenal, zou het de zelfde passie opwekken? Ik zou het in ieder geval eens willen proberen!

Ik vond het wel een geestig idee en moest ook denken aan E.J. Dijksterhuis, de auteur van De mechanisering van het wereldbeeld en de eerste historicus die de P.C. Hooft-prijs won. Dijksterhuis was ervan overtuigd dat een historisch perspectief op de natuurwetenschappen de muur tussen de exacte wetenschappen en de geesteswetenschappen kon slechten; de wetenschapshistoricus – zeg maar even: de re-enactor – kan de veerman zijn tussen twee culturen.

Verschillende beroemde gebeurtenissen uit de wetenschapsgeschiedenis lenen zich voor re-enactment, al moeten we – denk ik – niet al te precies zijn. Galilei heeft nooit op de Toren van Pisa gestaan, maar het is leuk om mensen met houten en loden kogels de valwet te laten herontdekken. Archimedes’ beroemde kroonexperiment. De stoommachine van Heron van Alexandrië. De optica-experimenten van al-Haytham. Brunelleschi’s stereometrische experimenten. De telescoop van Lipperhey. De microscopen van Van Leeuwenhoek. De slinger van Foucault. Kamerlingh Onnes en de supergeleiding. De hond van Pavlov.

Die experimenten zelf zijn in wetenschapsmusea al vaker herhaald. De expertise om ze zo te tonen dat het publiek het begrijpt, is aanwezig. De re-enactors die duizenden mensen kunnen trekken, zijn er ook, en er zal nog wel ergens een verlaten militair vliegveld zijn waar een hangar kan worden gebruikt voor de wat grotere experimenten. Marco’s idee klinkt alsof het verdraaid goed is uit te voeren. Hij noemde zijn blog-stukje “Re-enacting science?”. Wat mij betreft kan het laatste karakter worden vervangen door een uitroepteken.

Deel dit:

6 gedachtes over “Re-enacting science!

  1. H.J.Vrielink

    Dit wordt al gedaan, meestal door studenten, maar het zou inderdaad een leuk en leerzaam onderdeel van re-enactment kunnen zijn. Je zou bijvoorbeeld kids een Romeinse les kunnen laten meemaken, of zelf laten experimenteren onder leiding van een Griek of Romein…

    Hier wat links :

    Roman Water Lifting Machine
    http://www.youtube.com/watch?v=Pf5nf-0FYqI&feature=youtu.be

    Engineering the Impossible- Student Power

  2. MNb

    Mijn Surinaamse tienerleerlingen (die dus maar weinig hebben met de Grieks-Romeinse Oudheid) vinden het verhaal van Archimedes en de kroon prachtig en zouden re-enactment nog mooier vinden. Demonstratieproefjes met een goed verhaal doen het altijd goed.
    Ik moet wel toegeven dat het historisch aspect van mijn verhaal over Archimedes nauwelijks verantwoord is. Ik voeg er wat details aan toe die hoogstwaarschijnlijk apocrief zijn (ik heb ze niet zelf bedacht), onder het motto “laat de feiten nooit een goed verhaal bederven”. De natuurkunde is uiteraard wel in orde.
    Nu blijkt dat ik de locatie ook nog verkeerd heb – ik dacht altijd dat het verhaal zich afspeelde in Alexandrië.

    1. Syracuse. En ik denk dat we het wél in de bronnen genoemde verhaal dat hij Eureka-roepend het bad verliet en over de straten rende, ook maar niet moeten naspelen.

  3. Dank jullie voor jullie input, H.J. Vrielink, Jona en MNb! Eigenlijk zijn bijna alle suggesties uitstekend.
    De voorbeelden van het Romeinse waterrad benadrukken een andere interesse van me: de scheidslijn / het raakvalk tussen wetenschap en engineering enerzijds en de raakvlak tussen engineering en ontwikkeling anderzijds. Alleen de hond van Pavlov lijkt me moeiljk… dat ‘moeten we niet willen’ denk ik. Food for thought!

Reacties zijn gesloten.