Vondelherdenking in Apeldoorn

Joost van den Vondel

Er bestaat een hilarisch verhaal van Godfried Bomans, “Vondelherdenking in Beetsterzwaag”, waarin de schrijver vertelt hoe hij bij toeval belandt in het Friese dorp, waar hij aangenaam verrast is als hij een spandoek ontwaart met de woorden “Zonder Vondel kunnen wij niet leven”. Ofschoon hij aanvankelijk vermoedt dat het gaat om een landelijke scherts, blijkt al snel dat het dorp totaal in de ban is van de grote dichter.

Ik ben eens naar Beetsterzwaag gegaan om te zien of de bewoners de grap hadden opgepikt. Zou ik daar een restaurant hebben gehad, het zou Het Hemelse Gerecht hebben geheten. Helaas, er was zelfs geen café Vondel, en ook voor Bomans was geen gedenkteken.

Laten we er eerlijk over zijn, Vondel is wel eens populairder geweest. Het spreekt niet langer vanzelf dat de dichter in de beste zin van het woord burgerlijk was: iemand die zijn vrijheid van meningsuiting uitoefende, die zich daarbij niet verschool in de Latijnse taal en die de moeilijkheden aanvaardde die hij erdoor kreeg. (Al hielp het dat de republiek Amsterdam voor hem de boete van 300 spijkerharde guldens betaalde, die Vondel voor zijn “schandalige” Palamedes opgelegd had gekregen.) Piet Calis, die een paar jaar geleden een prachtige biografie van Vondel publiceerde, wijst erop dat de Jeptha een geweldig protest is tegen doorgeslagen religieuze opvattingen en zó opnieuw op de planken kan worden gebracht. Calis heeft gelijk, maar Vondels Nederlands staat zo ver van het onze dat hij wel nooit meer een breed publiek zal krijgen.

En toch. Om te illustreren dat Vondel vergeten was geraakt, hield ik gisteravond een snelle enquête hoeveel van mijn Facebookvrienden en Twittervolgers het afgelopen jaar nog een gedicht van Vondel hadden gelezen. Ik was verbaasd dat dat er toch nog een stuk of wat waren, terwijl ook de opvoering van de Gijsbrecht, nu anderhalf jaar geleden, verschillende keren werd genoemd. Het zou te ver gaan te zeggen dat de dichter nog volop in leven is, maar helemaal dood is hij ook nog niet.

In Apeldoorn wordt de dichter zelfs nog herdacht. In 1987 was het vier eeuwen geleden dat hij in Keulen werd geboren, wat een neerlandicus in de Apeldoornse Vondellaan, Jos Knipping, op het idee bracht om met zijn buurtgenoten het glas te heffen op de naamgever van de straat. Er werd een gedicht voorgelezen en nog die avond werd besloten een buste voor de dichter op te richten. Ter plekke werd 2700 gulden ingezameld, waar het Prins Bernhard Cultuurfonds later nog 1000 gulden aan toevoegde.

Via de afdeling Bijzonder Collecties van de Amsterdamse universiteitsbibliotheek werd een mooie gipsen buste gevonden die als model kon dienen. Bronsgieter Roel Maaskant vervaardigde het beeld, dat een jaar na het initiatief al kon worden onthuld door de directeur van de Amsterdamse Bank van Lening, de instelling waar Vondel ooit een sine cure-aanstelling heeft gehad. Het beeld staat op de hoek van de Vondellaan en de Bilderdijklaan. Het is pas het tweede dat in Nederland voor Vondel is opgericht; het andere staat in het Amsterdamse Vondelpark (kijk maar).

Een initiatief om jaloers op te zijn. Ik woon in Amsterdam aan de Bilderdijkkade en zie het nog niet zo snel gebeuren dat wij hier een standbeeld oprichten voor de romantische dichter waaraan onze straat zijn naam dankt.

Deel dit:

3 gedachtes over “Vondelherdenking in Apeldoorn

  1. MNb

    Volgens mij leefde Vondel in de 17e eeuw en was de Romantiek een verschijnsel van de 19e eeuw (met Sturm und Drang als laat 18e eeuwse voorloper.
    Bij Nederlandse romantiek denk ik dan ook eerder aan Jacob van Lennep’s Ferdinand Huyck. Dat toont verwantschap met Alexandre Dumas sen. – alleen was die toen nog maar nauwelijks romans gaan schrijven.

Reacties zijn gesloten.