Syrische vluchtelingen

Vluchtelingenopvang, Sidon

In december en in april bezocht ik Libanon. Gewoon als toerist. We hadden een geweldige tijd, en dat we in onder meer de Bekaavallei vluchtelingen zagen, was een van die dingen die we probeerden te vergeten, hoewel ik er later wel stukjes over heb geschreven (1, 2, 3).

Ik voel me niet bijzonder schuldig dat ik als toerist heb gereisd door een land waar het aantal Syrische vluchtelingen inmiddels ligt rond de 720.000. Ook wil ik niet beweren dat het alleen maar ellende is; sommige Libanese ondernemingen doen momenteel gouden zaken en zoals er voor de Palestijnse vluchtelingen in het Midden-Oosten uitwegen zijn, zullen die er ook zijn voor de Syrische.

Dat neemt niet weg dat de situatie extreem ernstig is. Volgens de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties zijn er inmiddels in Syrië 4,2 miljoen mensen “displaced”, d.w.z. vluchteling in eigen land. Meer dan twee miljoen mensen (2,1 miljoen volgens de cijfers die eergisteren zijn vrijgegeven) zijn gedwongen weg te gegaan uit Syrië. Daaronder zijn Palestijnen die in 1948 of 1967 hun huizen hebben moeten verlaten, in Syrië niet mochten assimileren en nu opnieuw zijn verdreven. Tweemaal in je leven gedwongen worden je stad, je vrienden, je werk, je complete leven op te geven is iets wat je je ergste vijanden niet gunt. Onder de twee miljoen vluchtelingen zijn ook kinderen: vermoedelijk is 52% jonger dan zeventien jaar. Verder zijn er inmiddels 110.000 doden gevallen, waaronder ruim 40.000 burgers, en daaronder zijn zo’n 6000 kinderen onder de zestien.

De UNHCR, die de hulp van Arabische landen aan de Syrische vluchtelingen aanvult en de opvang coördineert, geeft inmiddels aan dat ze het niet langer kan bolwerken. De verwachting is dat tegen het einde van het jaar de helft van de Syrische bevolking hulp nodig zal hebben en dat het aantal vluchtelingen dan 3,45 miljoen bedraagt. Om hen te helpen is drie miljard dollar nodig, en met de bestaande fondsen kan de UNHCR slechts 40% van dat bedrag opbrengen.

Deel dit: