De polemiek voorbij

[Sinds afgelopen maandag ben ik een van de vaste columnisten op Sargasso.nl. Dit was mijn eerste stukje.]

Een goede column is amusant, heeft een pointe, staat op zichzelf en kan zonder toelichting. Het zou beter zijn geweest als ik mijn debuut als religie-columnist had gemaakt door op de actualiteit in te haken, maar ik denk dat het zinvol is eerst wat uit te leggen.

Ik ben historicus en werk momenteel aan een boek over het ontstaan van het christendom en het rabbijnse jodendom. Dat roept meer en fellere reacties op dan andere zaken waarover ik schrijf. Zo is me eens, na een lezing waarin ik had verteld dat Jezus altijd een jood is gebleven, verweten dat ik het christendom wilde opblazen, terwijl me ook eens is voorgehouden dat een modern mens zich moest distantiëren van zoiets middeleeuws als religie.

Niet dat zulke reacties onverwacht komen. In het niet eens zo lang geleden nog verzuilde Nederland waren er maar weinig aspecten van het dagelijks leven waarop de kerk geen invloed had. Religie is geen voltooid verleden tijd en vermoedelijk is het uit frustratie hierover dat de anticonfessionele polemiek soms zoveel extremer is dan doelmatig.

Want laten we eerlijk zijn: de secularisering is snel gegaan. Na een kleine zeventien eeuwen waarin slechts weinigen de kerk bekritiseerden, voltrok de marginalisatie van het instituut zich in één generatie, de vorige. Zo’n instorting kan alleen als de reus al op lemen voeten stond en zich had overschreeuwd.

Inmiddels gelden humanisme en rationaliteit als dé uitingen van de westerse cultuur. Toen de gemeente Rotterdam in 2005 “stadsgesprekken” organiseerde over de integratie van de islam, plaatste men tegenover die religie niet het christendom maar de Verlichting. We verwachten van gelovigen dat ze zich aanpassen aan de seculiere wereld; wie daarmee moeite heeft, zoals sommige groepen moslims, krijgt steeds de norm voorgehouden dat in Nederland geloof een privézaak is.

De discussie hierover is voorbij en het illustreert het zelfvertrouwen van de seculiere wereld dat ze de moeite niet neemt de laatste religieuze rafels af te hechten. Natuurlijk is het zevendaagse weekritme een confessionele erfenis, natuurlijk is het vreemd dat we over enkele vrije dagen niet vrijuit mogen beschikken, maar ik zou me eraan storen als iemand er echt een zaak van maakte. Het openbare aspect van religie speelt in onze seculiere samenleving geen rol van betekenis meer.

Ondertussen speelt religie wereldwijd voor veel mensen nog wél een rol. Godsdienst heeft zeker een plaats in het geheel van menselijke ervaringen en daarom kan niemand met belangstelling voor die curieuze diersoort homo sapiens om religie heen. Het humanisme dat ik zelf voorsta, blijft niet hangen in saai en achterhaald anticonfessionalisme en ontwikkelt een visie op de positieve en negatieve aspecten van religie.

Ik heb als titel van deze voortaan wekelijkse column gekozen voor “post-atheïsme”, een woord waarvan ik hoop dat het niet al te belachelijk klinkt. De tijd van polemiek is voorbij en een humanist mag zich verdiepen in religie – misschien als een historisch of antropologisch verschijnsel waar hij zelf weinig mee heeft, maar in elk geval als iets waarin wezenlijke zaken kunnen worden uitgedrukt. Dingen hoeven immers niet waar te zijn om interessant te zijn of – wie weet – te inspireren.

Deel dit:

3 gedachtes over “De polemiek voorbij

  1. Ik ben het over het algemeen met je eens. Ik hoop wel dat ik je optimisme kan delen trouwens. Want waar we, als we het over het Nederlandsch Christendom hebben (ik spreek het tweede woord met een ‘G’ uit, niet met een ‘K’ als men begrijpt wat ik bedoel), dan is je conclusie denk ik wel correct. Er wordt inderdaad nog wel hardop neerbuigend over religie gesproken, eraan voorbij gaand dat religie net zo vrij beleefd mag worden als atheïsme. De meerderheid van de bevolking velt zich denk ik wel comfortabel met de eigen religie of het gebrek daaraan. De huidige polemisten die religie als iets van een lagere maatschappelijke orde beschrijven (vooral als er weer eens ingeënt moet worden) zijn denk ik in de minderheid, en een slinkende hoop ik.
    Heel anders is het als het om de Islam gaat. Dan vergeet men (liefst) alle vergelijkingen met de Christelijke medelander, dan gaan gelijke rechten niet meer op, dan is persoonlijke vrijheid ineens totaal ongeschikt. Want laten we wel wezen, je beschrijving van secularisatie en polemiek gaan niet op voor deze religie, die door een (groeiend vrees ik) deel van de bevolking niet godsdienst wordt geassocieerd, maar met een bedreiging van buitenaf. Humanisme is hier niet aan besteed.

  2. MNb

    “De tijd van polemiek is voorbij”
    Ook ik ben het grotendeels met je eens, behalve op dit punt. De laatste alinea van RV hierboven bevestigt dat. Dat zou zo uit de koker kunnen komen van die “huidige polemisten die religie (lees: islam) als iets van een lagere maatschappelijke orde beschrijven.”
    Nederland is doortrokken van islamofobie, zo heb ik de afgelopen weken weer op mogen merken. Het is salonfaehig geworden. De generalisatie dat “men (RV laat zorgvuldig na te vermelden wie) gelijke rechten niet meer op laat gaan” is een typisch voorbeeld van de drogredenen die daarbij over tafel vliegen, in dit geval een poisoning the well. De suggestie is immers dat iedereen die meent dat moslims dezelfde rechten als christenen, agnosten en atheisten zou moeten hebben vrouwenonderdrukking legitimeert.
    De polemiek is van onderwerp verschoven, meer niet.

    1. Volgens mij gaat die discussie niet over religie, maar over politiek. Die zijn vervlochten, vanzelfsprekend, maar de aanname is steeds dat een politieke religie in Nederland niet mag; die aanname staat niet ter discussie.

Reacties zijn gesloten.