Apollonios van Tyana (10)

Pythagoras (Museum van Afrodisias)

[Dit is het tiende van twaalf stukjes over de antieke charismatische wijze Apollonios van Tyana, die ik presenteer ter gelegenheid van de verschijning van de door mijn vriendin Simone Mooij gemaakte vertaling van FilostratosLeven van Apollonios. Het eerste stukje is hier.]

Ik somde gisteren op wie Apollonios, als we de authenticiteitscriteria toepassen, zou zijn geweest. Hij

leefde in de tweede helft van de eerste eeuw, presenteerde zich als magiër en pythagorese filosoof. Hij wilde de culten hervormen en schreef boeken over astrologie, offers en pythagorisme. Hij reisde naar India. Mensen geloofden dat hij de toekomst kende en zieken kon genezen.

Een paar problemen blijven zo onopgelost. In de eerste plaats: het Leven van Apollonios bevat enkele korte – eerlijk gezegd: platvloerse – dialogen en een apologie. Beide dienen om de wijze van Tyana te presenteren als een soort Sokrates. De apologie is zeker een compositie van Filostratos, maar van de dialoogjes valt te overwegen of het bewerkingen zijn van materiaal dat hij aantrof in zijn tradities. Ik heb geen methode om dat te bepalen, en dat is jammer, want ik zou graag willen weten of Apollonios zichzelf of Filostratos zijn stof modelleerde op Sokrates. De gedachte dat een leerling van Apollonios de stof zo kan hebben bewerkt, verdient eveneens overweging.

Een verwante vraag: wie is verantwoordelijk voor de vele parallellen tussen de held van het Leven van Apollonios en de informatie die we hebben over Pythagoras? Ze zijn legio. De twee heren lieten zich allebei inwijden in alle bestaande riten en mysteriën, daalden allebei af in een grot, reisden allebei naar Babylonië en Egypte, konden allebei eerdere incarnaties herinneren, waren allebei vegetariërs, droegen allebei speciale gewaden, zwegen allebei vijf jaar, beschikten allebei over de gave der bilocatie, verzetten zich allebei tegen een tiran en stierven allebei op een eerbiedwaardig hoge leeftijd in een tempel.

Het gemakkelijke antwoord is dat Filostratos de parallellen tussen Apollonios en Pythagoras trok. Het is een literair procedé van alle eeuwen. In De komst van Joachim Stiller maakt Hubert Lampo allerlei vergelijkingen tussen deze Stiller en Christus, variërend van een proloog met stratenmakers tot een leeg graf.

Maar er is nog een andere verklaring voor de overeenkomsten. Wie erkend wil worden als filosoof, moet zich presenteren als filosoof – dat wil zeggen, mensen moeten hem kunnen herkennen. Het beroep impliceert dus een element van imitatie en dat kon ver gaan: toen de Romeinse filosoof Seneca werd gedwongen zelfmoord te plegen, deed hij Sokrates na. Het is heel goed denkbaar dat Apollonios zijn leven zelf modelleerde op de beroemde filosofen van weleer, en dat dus zowel de Pythagorasparallellen als de platvloerse platoonse dialoogjes teruggaan op de echte filosoof.

Er is nog een andere mogelijkheid: dat ons beeld van Pythagoras teruggaat op Apollonios. Dat klinkt absurd, maar wat weten we eigenlijk van Pythagoras? De voornaamste bronnen voor zijn leven zijn geschreven door Iamblichos en Porfyrios, die allebei Apollonios’ biografie van Pythagoras hebben gelezen. Weliswaar zijn enkele elementen uit het leven van Pythagoras overgeleverd in oudere bronnen (o.a. Diogenes Laertius), maar dat zijn ze zeker niet allemaal en het is daarom goed mogelijk dat wat wij denken te weten over Pythagoras, in feite teruggaat op Apollonios van Tyana. (Bedenk dat het bewijs dat Pythagoras zou hebben geleverd voor de beroemde stelling, pas negen eeuwen na zijn dood in onze bronnen opduikt: meer.)

Het is, tot slot, interessant te kijken naar twee aspecten van Apollonios’ leven en leer die géén parallellen hebben in het pythagorisme: Filostratos noemt de gebeden die zijn held richtte tot de zon en vermeldt ook dat Apollonios zich onthield van seks. Dit laatste is uniek in de oude wereld, het eerste is uniek in het pythagorisme. Als we ervan uitgaan dat Filostratos de informatie die hij vond niet heel grondig heeft bewerkt – en de vele inconsistenties in zijn verhaal suggereren dat – dan mogen we wellicht concluderen dat hij Apollonios’ zonnecultus en celibaat in een van zijn bronnen aantrof. Damis zou daarvoor een goede kandidaat kunnen zijn.

[Wordt vervolgd]

Deel dit: