Apollonios van Tyana (11)

Glykon (Museum van Anatolische Beschavingen, Ankara)

[Dit is het elfde van twaalf stukjes over de antieke charismatische wijze Apollonios van Tyana, die ik presenteer ter gelegenheid van de verschijning van de door mijn vriendin Simone Mooij gemaakte vertaling van FilostratosLeven van Apollonios. Het eerste stukje is hier.]

Apollonios van Tyana was niet de enige charismatische wonderdoener-filosoof uit de Oudheid. Onze bronnen vermelden verschillende “goddelijke mannen” – mensen die een speciale band met het hogere zeiden te hebben, nieuwe cultuspraktijken introduceerden en niet zelden in conflict kwamen met meer conservatieve gelovigen. Zo was er Alexandros van Abonoteichos, die de cultus voor de slangengod Glykon introduceerde en een buitengewoon succesvol orakel begon. Dat Lucianus Alexander typeerde als “leugenprofeet” bewijst dat de nieuwe profeet al te veel gevestigde belangen schaadde.

En dan was Peregrinus Proteus, die zich aandiende als een filosoof van de cynische school en zich levend verbrandde om de mensheid te tonen dat de dood niet iets was om bang voor te zijn. Lucianus dreef genadeloos de spot met hem: deze man was zó laag gezonken dat zelfs de christenen hem niet meer lustten, vandaar dat hij, schreeuwend om wat aandacht, zichzelf maar verbrandde. De intense smakeloosheid bewijst opnieuw dat een goddelijke man succes had en werd beschouwd als bedreiging van de gevestigde culten.

Of neem de epicurische filosoof Asklepiades, die iemand uit de dood zou hebben opgewekt en erin slaagde “bijna de hele mensheid te doen geloven dat hij uit de hemel naar de aarde was gezonden”, zoals Plinius de Oudere het omschreef. Cassius Dio heeft een fraaie anekdote over een leger van Marcus Aurelius, overigens een stoïcijnse filosoof, dat in 172 werd belegerd door barbaren en erg leed onder dorst en droogte, tot een Egyptische magiër, die deel uitmaakte van de keizerlijke staf, een weldadige regenbui liet neerstorten. De grens tussen magie en filosofie was in de tweede helft van de tweede eeuw na Chr. vervaagd geraakt.

Veel Grieken en Romeinen waren ervan overtuigd dat er een groep van goddelijke mannen was, ergens tussen de eeuwige goden en de gewone stervelingen: mensen die filosofie en magie combineerden om bijvoorbeeld de toekomst te voorspellen en zieken te genezen. Het pythagorisme lijkt een belangrijke rol te hebben gespeeld bij de verspreiding van dit idee, want een van de centrale – en erkend oude – leerstellingen van deze filosofische stroming was dat er drie soorten intelligente wezens waren: mensen, goden en wezens als Pythagoras.

Het concept van de goddelijke man kan een rol hebben gespeeld bij de opkomst van het christendom. Het jodendom kende ook zijn charismatische wonderdoeners, zoals Honi de Cirkeltrekker en Hanina ben Dosa. Jezus paste dus binnen het joodse wereldbeeld en het was niet heel moeilijk om zo iemand naar de heidense wereld “te exporteren”.

Jezus’ optreden was daardoor begrijpelijk in een heidense context en zo werd hij, als goddelijke man, vergelijkbaar met soortgelijke mannen, en dat opende een weg om het christendom aan te vallen. Immers, een gekruisigde timmerman was een menselijke mislukking en geen echte goddelijke man. Een zekere Sossianus Hierocles, een belangrijke Romeinse functionaris, gebruikte FilostratosLeven van Apollonios om zo’n aanval uit te voeren. Hij vergeleek de in slecht Grieks geschreven evangeliën en de fopwonderen van de boerenkinkel Jezus met het prachtige Leven, en wees erop dat Apollonios’ wonderen veel beter waren dan die van Jezus. Een christelijke auteur, Eusebius, schreef een repliek, waarin hij de inconsistenties in Filostratos’ boek breed uitmat: als de wijze van Tyana toch de toekomst kende, waarom schreef hij dan een apologie die hij nooit zou hebben uitgesproken?

Sindsdien zijn Jezus en Apollonios vaak vergeleken. Er zijn inderdaad overeenkomsten: de mensen dachten destijds dat er een categorie van goddelijke mannen was en beide heren voldoen daaraan. De vergelijking kan echter alleen worden gemaakt door Jezus’ messiaanse claim en zijn halacha te negeren. Het is, met andere woorden, een vergelijking waarbij je eerst het onvergelijkbare hebt weggehaald, Jezus’ joodse identiteit. Voor alle duidelijkheid: de historische Jezus is een joodse Jezus en een joodse Jezus is een halachische Jezus. Wie dat negeert, heeft het niet over Jezus. Daarom is de vergelijking met Apollonios zo moeilijk.

[Slot volgt]

Deel dit:

4 gedachtes over “Apollonios van Tyana (11)

  1. Adeline Koppius

    Aardig stuk, hoewel ik een kanttekening wil plaatsen bij de mening dat Loukianos de gevestigde orde representeert. Integendeel: hij is een typische exponent van de tweede Sofistiek, die graag heilige huisjes omver trapt.

    1. Ik zou de Tweede Sofistiek niet willen typeren als “aantrappen tegen heilige huisjes”. Haar beoefenaren waren zéér wel voorzien van het slijk der aarde en, als we afgaan op hun beoordeling van het verleden, zéér reactionair in hun smaak.

      Een andere vraag is of Lucianus wel echt tot de Tweede Sofistiek behoort. Ik geloof niet dat Filostratos hem noemt in de VS. Hij – ik bedoel Lucianus – lijkt me een randgeval, iemand die, om geld te verdienen, een baantje in loondienst moest aanvaarden. Een echte conservatief haalde daarvoor natuurlijk zijn neus op.

      Hoe dan ook: zijn dédain voor nieuwlichterij plaatsen hem in het conservatieve deel van het spectrum.

  2. Adeline Koppius

    de bijzin, die begon met ‘die’, sloeg niet op de Tweede Sofistiek, maar op Loukianos.
    Ik meen bovendien dat hij zich eerder tegen de funeste methodes en vooral de show off ervan verzette van mensen die slechts meenden ‘het’ begrepen te hebben, dan tegen het zoeken van de hogere sferen, waarmee integere filosofen zich bezig hielden.

  3. MNb

    “Daarom is de vergelijking met Apollonios zo moeilijk.”
    Dat komt alleen maar omdat men bij het vergelijken vaak vergeet dat de verschillen minstens zo belangrijk zijn als de overeenkomsten. Het is uiteraard minstens zo leerzaam om de verschillen tussen Jezus en Apollonius te benoemen.

Reacties zijn gesloten.