Mijn huis heeft een klein balkon en nu het lente is, staat de deur open. Sinds een paar dagen komt daarover wat visite binnenlopen: een kleine kat. Het elegante beestje kan niet afkomstig zijn van de buren, met wie ik het balkon deel, want die hebben geen huisdieren.
Dat roept de vraag op waar de kat wel vandaan komt. Ik vermoed dat het op een of andere manier langs vensterbanken springt, maar hoe precies, en waarvandaan, ik weet het niet. Toch moet er ergens op loop/sluip/spring-afstand een kattenbak staan, want het dier gebruikt mijn plantenbakken niet als toilet. Ook bedelt het niet om eten.
Feit is in elk geval dat de kat zo nu en dan door mijn huis wandelt en me soms kopjes komt geven. Aaien laat hij zich nog niet, maar wel wordt alles onderzocht: mijn boekenkast, mijn schoenen, twee dozen met wijn, de planten en de kachel (zie foto). Ik heb al geleerd dat ik de deur naar de slaapkamer dicht moet houden.
Omgekeerd blijft de deur van de keuken open, want ik woon in een oud huis en heb last van muizen. Ik hoopte aanvankelijk dat iets van de kattengeur in de keuken zou blijven hangen en dat het ongedierte daardoor weg zou blijven, maar het pakt allemaal nog beter uit: mijn nieuwe vriend heeft inmiddels z’n eerste muis gevangen.
Ik kan dus niet anders dan zeggen dat ik blij ben dat ik nu zomaar een huisdier heb, maar ik ben toch nieuwsgierig waar het beest vandaan komt.
Een kat blijft de beste remedie tegen muizen – en in moderne huizen komen ze ook voor, zo weet ik uit eigen ervaring.
Deze kat heet duidelijk Felix, Fortis of (als mijn vertalertje het goed doet :-)) PraendoMusculus.
Katten maken strooptochten, soms korte en soms kilometers lange. Wel lijkt het zo te zijn dat hun strooptochten vaste routes zijn, dus ‘jouw’ kat zal, als het hem/haar bevalt, je huis blijven frequenteren. Onze kat zat (tot we de zolderramen afsloten met gaas) ook soms in zolders van huizen aan de andere kant van het blok.