Gino Bartali

De Tour de France zit er weer op en dat is een ongezochte aanleiding om Gino Bartali in het zonnetje te zetten, de Italiaanse renner die de Ronde won in 1938 en 1948. Il Pio zou vaker hebben gewonnen als de Tweede Wereldoorlog er niet tussen was gekomen.

Bartali, die deze maand een eeuw geleden is geboren in een dorp in Toscane, leefde in de tijd waarin de wielersport doorbrak. Eén van de redenen was dat voor veel Italianen de toegenomen mobiliteit, een wezenskenmerk van de twintigste eeuw, werd vertegenwoordigd door de fiets. Het is nu moeilijk voor te stellen, maar het rijwiel was in het toenmalige Italië hét symbool van de moderniteit.

Politiek

En daarmee was het wielrennen politiek. De fascisten wilden per se een overwinning hebben in de Ronde van Frankrijk, om zo de kracht van Italië te tonen. Toen Bartali in 1938 inderdaad won, werd van hem verwacht dat hij zijn tourzege zou opdragen aan Mussolini, maar hij weigerde. Als gelovige katholiek en lid van een christelijke organisatie die zo goed en kwaad als het ging trachtte oppositie te voeren, moest hij niets hebben van het regime.

Dit alles was al bekend toen Aili en Andres McConnon besloten een biografie aan Bartali te wijden. De oorspronkelijke opzet van het boek lijkt te zijn geweest om het leven van de sportman te koppelen aan een geschiedenis van de opkomst van het wielrennen. Toen ze hun onderzoek deden, ontdekten ze echter dat er meer te vertellen viel. Dat maakt Road to Valor boeiender dan een gewone sportbiografie.

Tweede Wereldoorlog

Bij het uitbreken van de oorlog werd Bartali opgeroepen voor militaire dienst, maar het was al snel duidelijk dat hij niet uit soldatenhout was gesneden. Een van de officieren meende dat zijn ondergeschikte het vaderland beter kon dienen als wielrenner: was het niet om het volk op kermiskoersen vermaak te bieden, dan was het wel om internationaal anderen de loef af te steken – als de oorlog zou zijn afgelopen, ooit. En dus kon Bartali eindeloos trainen.

Wanneer hij door Toscane en Umbrië reed, werkte hij echter ook voor de Toscaanse persoonsbewijzencentrale, waaraan de aartsbisschop van Florence leiding gaf. De drukkerij was bij een klooster in Assisi en de opvallende Bartali was de onopvallendst mogelijke koerier. Geen soldaat zou de nationale held ondervragen of zijn bagage doorzoeken – tot dit uiteindelijk wel gebeurde en de SD hem oppakte, mishandelde en enige tijd gevangen hield.

Honderden dankten hun reisdocument en hun leven aan de tourwinnaar van 1938. De vervalste persoonsbewijzen waren echter niet perfect. De verzetsgroep wist dat de documenten bij een goede controle werden doorzien. Ze wist ook dat als zulke controles plaatsvonden op stations, reizigers met valse papieren kansloos waren. Daaraan viel niets te doen, maar Bartali wist hoe hij althans sommige controles kon versjteren: steeds als hij tegelijk met een trein bij een station aankwam, stapte hij even af, zorgde dat hij werd herkend en deelde handtekeningen uit. Ook de politieagenten en soldaten kwamen dan naar de sportheld kijken en lieten hun werk wat het was. Uiteraard kon een Bartali, die zijn parcours zelf kon kiezen en snel reed, zijn aankomst synchroniseren met de trein.

Onderduikers

Road to Valor bevat meer van zulke smeuïge anekdotes en zo komt de verzetskoerier wat beter uit de verf dan Bartali’s tweede activiteit: dat hij, toen de Duitsers Toscane bezetten, een Joodse familie in leven hield. Misschien hebben de McConnons over deze primeur weinig te zeggen omdat Bartali zich er, heel bescheiden, nooit op heeft laten voorstaan. De biografen ontdekten het in 2010. Ik had hier meer over willen lezen.

Ondertussen stellen de auteurs onnadrukkelijk een verdraaid goede vraag aan de orde. Bartali had karakter, valor, maar wat maakte hem tot wie hij was? Zonder te moraliseren wijzen de McConnons drie factoren aan. De eerste is een gedegen opvoeding in een arm dorp, waar je opkwam voor elkaar. L’Italia dei valori. Daarnaast oefenden ook het christelijk geloof en de sport invloed uit.

Ik denk dat daarmee het belang van de religie wordt overschat. Gino Bartali zocht aansluiting bij een kerkelijke stroming die paste bij waarden die hij al had. Vermoedelijk is de vraag niet te beantwoorden, maar dat wil nog niet zeggen dat het geen goede vraag is.

PS

Er blijkt een Nederlandse vertaling van Road to Valor te zijn: De leeuw van Toscane.

Deel dit:

6 gedachtes over “Gino Bartali

  1. Dirk

    De vraag kon inderdaad slechts beantwoord worden door Bartali zelf, en dan nog. Maar toch: je gaat ervan uit dat Bartali uit zichzelf bepaalde waarden had. Is het niet logischer dat die gerelateerd waren aan zijn christelijke opvoeding, als die er was? Waarmee ik geenszins wil zeggen dat een christelijke opvoeding een exclusieve voorwaarde is voor een waarde(n)vol leven.

    1. mnb0

      Als je dat geenszins wilt zeggen moet je vraag met nee worden beantwoord. Het antwoord wordt dan zoiets als “Bartali kreeg tijdens zijn opvoeding bepaalde waarden mee en die opvoeding was nu eenmaal christelijk.”

      1. Dirk

        Ik snap niet hoe het antwoord dan “neen”. is. Tenzij je wil beweren dat er geen verband kan zijn tussen de waarden die iemand meekrijgt en het predikaat “christelijk” voor de opvoeding die die persoon kreeg. In dat geval vraag ik me af wat een christelijke opvoeding volgens jou precies inhoudt als ze al niets met waarden te maken heeft..

  2. Knotwilg

    Ik denk niet dat religie voor Bartali of een andere Italiaan in het Italië van de vroege 20ste eeuw een kwestie van keuze was.

    Ik denk dat het belang van religie in het algemeen wordt ònderschat, toch zeker in deze seculiere samenleving. Zelf ben ik niet gelovig en amper religieus te noemen, maar sinds ik René Girard heb gelezen over de naastenliefde als splijtidee tussen de oude volksreligies (exclusief, de ander is het kwaad) en de nieuwe universele religie(s) (inclusief, zoek het kwaad in jezelf), zie ik veel van onze progressieve waarden in de vergane religie wortelen.

    Over Bartali’s beweegredenen en persoonlijkheidsontwikkeling kan ik natuurlijk niks zeggen, maar dat hij positief beïnvloed is door het christendom is niet onwaarschijnlijk. Men moet dan wel de tegenwoordigheid van geest hebben om het positieve eruit te halen en niet terug te plooien op de toornige, oudtestamentische god, of op het machtsbastion dat de Kerk sinds Clovis geworden was.

    1. mnb0

      “dat hij positief beïnvloed is door het christendom is niet onwaarschijnlijk”
      Dat valt voor Bartali onmogelijk vast te stellen. In het algemeen – dus met een populatie veel en veel groter dan één kunnen we dat wel, maar steeds weer blijkt geloof / wereldbeschouwing gemiddeld geen invloed te hebben op ethiek en moraal, noch positief noch negatief.
      Dat werkt twee kanten op. Christenen kunnen hun claim laten vallen (uiteraard voor zover ze die maken) dat geloof een noodzakelijke voorwaarde is voor moraal. Atheïsten zitten er naast met hun claim (uiteraard weer voor zover ze die maken) dat de wereld beter af is zonder religie.

      1. Knotwilg

        Dat is een bewijsbaar foute stelling, aangezien verschillende religies er essentieel verschillende morele principes op kunnen nahouden. Aangezien de burgers van een dominante religie willens nillens die religie volgen, zal hun moraal noodzakelijk door die religie gevormd zijn, inclusief de verschillen. Er waren tijden dat mensenoffers aanvaard werden, er is nu nog altijd een religie die dieren offert (niet dat consumptie beter is).

        Ik ben curieus welk onderzoek die stelling heeft aangetoond en hoe dat onderzoek gevoerd is. Voor de invloed van religie NU op de moraal kan ik me wel voorstellen dat die niet zo groot is, maar als we in de geschiedenis teruggaan, waar globalisatie nog niet de vervlakkende invloed had op lokale cultuur, da’s een ander paar mouwen. En hoe doe je geldig statistisch (steek)proefondervindelijk onderzoek in het verleden?

        Merk ook op dat ik in het geval van Bartali spreek over “niet onwaarschijnlijk”. Dat is precies de terminologie die hoort bij een statistische waarheid op een individu toe te passen. Het is inderdaad “onmogelijk vast te stellen” maar niet “onmogelijk in te schatten”.

Reacties zijn gesloten.