Laatste loodjes

Schriftgeleerde met boekrol (Catacombe van Petrus en Marcellus, Rome)

Ik heb de laatste dagen fijn kunnen doorwerken aan Israël verdeeld. Van de negen hoofdstukken zijn er 8¾ af. Ook het nawerk (dat bestaat uit een appendix over de bronnen, een overzicht van toegankelijke vertalingen en wat dies meer zij) is gedaan en ik heb de hele tekst van 95000 woorden nog eens nagelezen om haar op te poetsen. In de Koninklijke Bibliotheek heb ik twee dagen lang noten zitten verifiëren. Het is ontzettend intensief en ontzettend bevredigend werk.

Ik heb altijd meelezers, waaronder twee oud-leraren Nederlands. Het is namelijk absolute dwaasheid te denken dat je zelf alle vergissingen, slordigheden, blunders en ondoordachte formuleringen herkent. De mensen die opmerken dat mijn journalistieke stukjes anders van toon zijn dan mijn boeken, hebben in de gaten wat die neerlandici vermogen.

Vrijdag ben ik op bezoek geweest bij een andere meelezer, de Utrechtse emeritus hoogleraar Pieter van der Horst. Ik kende hem omdat ik hem eens heb geïnterviewd en herinnerde me dat hij niet alleen alles weet over het onderwerp van mijn boek, maar ook van schrijven voor een groot publiek. We hebben de kennismaking hernieuwd, de laatste weken veel mail uitgewisseld en gisteren een middag doorgebracht in zijn bibliotheek.

Eén van de teksten waar ik mee zat was de christologische hymne in Paulus’ Brief aan de Filippenzen 2.5-11, die volgens mij geen elementen bevat die niet al aanwezig waren in het Jodendom, hoewel twee medelezers me anders suggereerden. Zelfs als ik gelijk heb – wat ik niet zeker wist – zou mijn behandeling overtuigender moeten zijn.

Mijn leraar van vanmiddag verwees me naar de Joodse mystiek, een onderwerp waarvan ik de relevantie tot nu toe niet voldoende had onderkend. Waar ik de exuberante lof en hoge status die Paulus aan Christus toekent in verband had gebracht met de uit Qumran bekende Zelfverheerlijkingshymne, waarin ook iemand wordt vernederd om daarna te gloriëren, wees Van der Horst op teksten die ik nog maar vluchtig had bekeken. Ik zal mijn tekst wat moeten aanpassen.

En zo vordert het boek langzaam. De komende week zit ik weer in de Koninklijke Bibliotheek. Een stille, inspirerende omgeving, waar ik elk uur wel één keer denk hoe gelukkig ik ben en hoe verschrikkelijk slecht ik kan tegen omgevingen waar ik me niet kan concentreren. (De trouwe lezer van deze kleine blog zal hier ineens moeten denken aan andere stukjes die ik wel eens schrijf.) In de KB zal ik me verdiepen in de Joodse mystiek, allerlei boeken raadplegen en vooral de laatste paragrafen schrijven. Die gaan over de beroemdste Jood aller tijden.

Deel dit:

8 gedachtes over “Laatste loodjes

  1. Dieter

    Over stilte: Vrijdag heb ik tussen 5 en 7 in onze lege “open office” meer zinvol werk verricht dan in de hele krakeelrijke week ervoor. An inconvenient truth.

  2. Jan Willem Bok

    Jona, een vraagje: komt het boek ook als e-boek beschikbaar? Ik woon namelijk niet in NL…

Reacties zijn gesloten.