Weggelakte Romeinen

lakUit de IJmuider Courant van 6 augustus 2014 (met dank aan mijn collega Arjen Bosman).

Misschien ken ik het verhaal dat hier niet wordt verteld. Het gaat over arbeidsongeschiktheid.

**

Ik heb eind jaren negentig wat werk gedaan als archivaris, meestal in Den Haag, op ministeries. De meeste collega’s waren intelligente, vriendelijke mensen die hun werk deden met een alleszins redelijke inzet. Van mij zul je geen flauwe grappen horen over ambtenaren.

De archiefmedewerkers hadden alleen de pech dat topambtenaren hun werk niet kenden en ongewild schade aanrichtten. Zo kon het gebeuren dat ergens een ambtenaar tegen een burn-out aanzat en dat deze, omdat het wat inhumaan zou zijn hem te ontslaan, met behoud van salaris werd geplaatst op het archief. Leuk voor de werkverhoudingen aldaar (mensen die voor hetzelfde werk verschillend werden betaald) en ook erg goed voor het zelfrespect van de mensen die de benodigde vakkennis en diploma’s wel hadden. Ik heb drie archiefhoofden zien afbranden op ruziënde en incompetente medewerkers.

Wat heeft mijn archivistische carrière van vijftien jaar geleden te maken met het bericht over de weggelakte Romeinen uit Velsen? Nou, dit.

Ik heb enkele mensen gekend voor wie het archief het eindpunt was van een ambtelijke carrière. Het waren waarschijnlijk nooit flitsende, flexibele, dynamische, ambitieuze, klantvriendelijke, proactieve, resultaatgerichte out-of-the-box-denkers geweest, maar ze hadden vaak ook een bovengemiddelde hoeveelheid pech gehad. Het waren beschadigde mensen. Als ik een van hen soms vroeg of hij vier stukken voor me wilde halen, liep hij vier keer heen en weer, in plaats van alles in één keer te doen. Iedereen wist dat zelfs dit werk eigenlijk te moeilijk voor hem was, maar hoe onpraktisch men het ook vond, iedereen aanvaardde het. Het systeem had nadelen – zie de afgebrande archiefhoofden – maar het had ook een humane kant.

Het waren echter wel mensen die, zoals Bashmatchkin in Gogols verhaal De jas, niet in staat waren meer te doen dan het kopiëren van een brief. Of het halen van één archiefstuk tegelijk. Mensen waarover een van mijn collega’s, een overtuigd VVD-er, erkende dat het liberale uitgangspunt dat burgers zelfstandig genoeg waren, in feite geen opgeld deed.

Ik vermoed eerlijk gezegd dat Rijkswaterstaat het weglakken van de persoonsnamen uit de archiefstukken heeft uitbesteed aan zo’n medewerker. Natuurlijk zie ik de humor wel van het bovenstaande bericht, maar ik denk dat we tussen de regels zien dat Rijkswaterstaat haar zorgplicht als werkgever serieus neemt. Ook falende ambtenaren zijn mensen en je probeert te vermijden dat ze belanden in de hel die bijstand heet.

Dat leidt tot een vertraagd en bizar antwoord op een WOB-verzoek, en dat is niet goed. Het handhaven van falende ambtenaren op archieffuncties is ook niet goed, zoals drie overspannen Haagse archivarissen u kunnen vertellen. Maar er zit een menselijke kant aan die ik belangrijk genoeg vind om een stukje aan te wijden.

Ik denk trouwens dat de vriendelijke woorden in het bovenstaande stukje, dat “in overleg” is besloten dat Rijkswaterstaat vier weken extra tijd kreeg om de gevraagde 51 stukken te leveren, verraden dat ook de IJmuider Courant menselijkheid belangrijker vindt dan efficiënte.

Deel dit:

6 gedachtes over “Weggelakte Romeinen

  1. Hoewel er diep trieste elementen zitten in jouw verhaal heb ik het toch met een glimlach gelezen.

    Veel mensen ijveren nu voor het inpassen in het reguliere arbeidsproces van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt.
    De bezuinigingen op de Sociale Werkvoorzieningen maken dit ook noodzakelijk.

    Dat de Overheid daar minder goed mee weet om te gaan is alleen maar spijtig.

    Vriendelijke groet,

  2. JL:

    maar ik denk dat we tussen de regels zien dat Rijkswaterstaat haar zorgplicht als werkgever serieus neemt.

    Misschien een aantrekkelijke gedachte als je in de goedheid van ambtelijke organisaties wil blijven geloven, maar ik zie er geen bewijs voor. Of je moet dingen weten over dit specieke geval die je niet hebt opgeschreven.

    Ik bedoel, het kan ook makkelijk één of andere stagiaire of uitzendkracht geweest zijn die de vervelende klusjes moest doen.

    “Namen! Weglakken!”
    “Welke namen moet ik precies weglakken?”
    “Gewoon, allemaal! En zorg dat je er niet eentje mist!”
    “Ook die van die Romeinse k…”
    “Niet zeuren! Aan de slag!”

  3. Ik herken wel wat over het archief, waar mijn ambtelijke carriere ook waarschijnlijk gaat eindigen, behalve dan van afgebrande topambtenaren. Wij kregen alleen die collega’s die nog een paar jaar moesten, maar waar elders geen plaats meer was. Overigens ging dat soms prima. Maar in een geautomatiseerde omgeving is er nu geen plaats meer voor uitgerangeerde topambtenaren die alleen brieven kunnen kopiëren.

    Een kleine aantekening is wel op z’n plaats – het weglakken van namen in een wob-rapport wordt niet op het archief gedaan. Dit is het werk van een verantwoordelijke beleidsambtenaar, afdeling communicatie denk ik.

    Dit schrijf ik op geheel persoonlijke titel en in het geheel niet als ambtenaar.

    1. “in een geautomatiseerde omgeving is er nu geen plaats meer voor uitgerangeerden”

      Beste anekdote: mijn cheffin die kwam vragen waar het rappèlsysteem stond opgesteld. (Voor niet-archivarissen: dat is een functie van een computersysteem om documenten te volgen.) Echt gebeurd, in 1999, op het directoraat-generaal voor de telecommunicatie en post.

      Ik heb overigens zelf nog eens zo’n lakklusje op het archief gedaan. Blij als het nu bij de afdeling communicatie gebeurt.

  4. mnb0

    We hebben op mijn school iemand die op miraculeuze wijze een onderwijsbevoegdheid heeft behaald, maar absoluut niet voor een klas moet staan (noot: zo’n 20 jaar geleden waren er waarschijnlijk mensen die dat ook van mij zeiden). Alleen: als ik in de klassen de lesroosters op de borden schrijf maak ik gegarandeerd fouten. Zij nooit. Dus ik ben blij met haar, ook omdat ze me een hoop tijd bespaart.

Reacties zijn gesloten.