Israël en Assyrië

De Zwarte Obelisk van Salmanaser (British Museum)
De Zwarte Obelisk van Šalmaneser (British Museum)

Ik schreef de laatste dagen enkele keren over de Assyrische expansie: hoe aan de Eufraat een paleis werd gebouwd met fresco’s, hoe Syrië ondanks een tegenslag bij Qarqar onder de voet werd gelopen, hoe allerlei steden werden gedwongen schatting te betalen. Damascus, de belangrijkste tegenstander, was de dans ontsprongen.

Sterker nog, het rolde er eigenlijk heel redelijk doorheen. Het had een gespannen relatie gehad met het koninkrijk Israël in het zuidwesten, hoewel beide landen zij aan zij hadden gevochten bij Qarqar. Onmiddellijk daarna, toen Assyrië bezig was om opstanden te dempen, was het tijd om oude rekeningen te vereffenen.

Rond 850 v.Chr. gebeurden tegelijkertijd verschillende dingen. Om te beginnen was het onrustig in de Overjordaanse bezittingen van Israël. Koning Achab van Israël kwam om het leven en werd opgevolgd door Joram, die het er niet veel beter vanaf bracht. Een inscriptie, tegenwoordig in het Louvre, documenteert dat het gebied dat Moab heette, in opstand kwam onder leiding van een koning Mesa. De gebeurtenis wordt ook vermeld in de Bijbel. Joram trachtte de orde te herstellen, maar was niet succesvol.

Vermoedelijk kwam dit doordat hij ook moest vechten tegen koning Hazaël van Damascus, die duidelijk de sterkere was. In Israël vond hierna – we zijn inmiddels rond 841 aangekomen – een staatsgreep plaats, waardoor Jehu koning werd. Deze erfde het conflict met Damascus, maar lijkt een oplossing te hebben geweten: hij lijkt Assyrië te hebben uitgenodigd. Dat was inmiddels weer sterk genoeg en versloeg Damascus, waarop Israël schatting moest betalen.

Het is afgebeeld op de zogeheten “Zwarte Obelisk” in het British Museum, waarop koning Jehu van Israël buigt voor koning Šalmaneser III van Assyrië. Toen het reliëf in de negentiende eeuw werd ontdekt, werd het gepresenteerd als een van de argumenten in de toenmalige discussie over de betrouwbaarheid van de Bijbel.

Zowel de troonsbestijging van Hazaël in Damascus als de staatsgreep van Jehu waren, volgens de Bijbel, voorbereid door de profeet Elia. Het kan zijn dat Jehu een fanatieke vereerder was van JHWH, want hij sloot de tempel van Ba’al in zijn nieuwe hoofdstad Samaria. Het was het begin van een beweging die wel eens is aangeduid als “JHWH alleen”, en die ijverde voor een meer monotheïstische cultus. De ondergang van de dynastie van Achab en Joram en de redding van Israël door Jehu gaf deze stroming de wind in de zeilen. Via profeten als Hosea en Jesaja zou ze in de volgende eeuw het jodendom helpen vormen.

[Dit was de eenenzeventigste aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

6 gedachtes over “Israël en Assyrië

  1. Alweer interessant. Maar een kleine miereneukerij:

    Rond 850 gebeurden tegelijkertijd verschillende dingen.

    Voor jou natuurlijk volkomen vanzelfsprekend dat je het jaar 850 v.Chr. bedoelt, en voor mij inmiddels ook sinds ik dit weblog volg. Maar de argeloze lezer zou heel even op het verkeerde been gezet kunnen worden en zich 1700 jaar misrekenen.

      1. Geen dank, alsjeblieft, en als je het met opzet doet is het wel weer prima natuurlijk. Om een beetje ondeugend te plagen bijvoorbeeld. Láát ze zich maar even misrekenen, als ze even verder lezen snappen ze wel hoe het zit – dat zou een valide gedachte kunnen wezen.

        Nog een andere gedachte zou kunnen zijn om ergens bovenaan in het sjabloon van de website (of in een colofon o.i.d.) een regel op te nemen: alle genoemde jaartallen zijn vóór Christus, tenzij anders vermeld. Dan kan je verder je handen in onschuld wassen w.b. evt. misverstanden.

        Als informaticus, niet perse een reken- en getallenfreak maar wel een exacte denker, zou ik gewoon een min-teken voor de jaartallen zetten. Is misschien niet gebruikelijk maar wel helder en kort.

        Doe ermee wat je wilt.

        1. Het minteken zal ik niet gebruiken. Historici gebruiken dat om aan te geven dat een astronomische datering is gebruikt, en astronomen rekenen met een jaar nul. De maansverduistering van 20 september 331 v.Chr. is voor astronomen op 20 september -330.

            1. Doorgaans wel. Ik weet echter ook dat ze eind oktober tienduizenden euro’s verspillen aan een discussie over de Ster van Betlehem. Iedereen weet dat de wereld niet in zeven dagen is geschapen, iedereen weet dat Jozua niet even de zon heeft stilgezet, iedereen weet dat je de Bijbel niet letterlijk mag nemen, maar de dames en heren astronomen staan zij aan zij met de creationisten. Het werpt een heel nieuw licht op de slagzin van de Groningse universiteit, dat ze er werken aan de grenzen van het weten.

Reacties zijn gesloten.