Antieke samenlevingen (1)

Archetypische barbaren: de Germanen

[Ik ben een paar dagen naar Libanon en geef het woord aan mijn collega Josho Brouwers, die ingaat op de typering van antieke samenlevingen.]

Een tijdje geleden plaatste Jona een blogbericht over het koninkrijk Israël, met een verwijzing naar de culturele antropologie van de negentiende eeuw waarin men een poging deed om samenlevingen te classificeren, en er werd kort ingegaan op de ontwikkeling van bijvoorbeeld chiefdoms naar koninkrijken. Daarbij suggereerde Jona dat hiermee een empirische basis werd gelegd voor het vooruitgangsdenken of, anders verwoord: “archeologie biedt de empirische basis van de liberale vooruitgangsgedachte”.

De situatie is echter – het zal de lezers van dit blog niet verbazen – ingewikkelder dan dikwijls wordt geschetst. In de negentiende eeuw verzonnen culturele antropologen een systeem met drie typen samenlevingen: “savage” (wild, ongetemd, primitief), “barbarism” (barbaars), en “civilization” (beschaving). Het idee was dat dit elk drie stadia waren van de menselijke ontwikkeling waarbij het ideaal natuurlijk de beschaving was.

Dit denken in stadia heeft veel te danken aan de evolutietheorie van Darwin. Biologen hadden al vrij gauw in de gaten dat je niet zo maar kon zeggen dat evolutie een proces is dat streeft naar perfectie (het gaat immers om door de omgeving opgelegde aanpassingen – mutaties – die het overleven vergroten). Antropologen waren nog niet zo ver.

U beseft ongetwijfeld dat de periode waarin de culturele antropologie zich voor het eerst ontwikkelde niet toevallig de hoogtijdagen waren van het westerse kolonialisme. Mogendheden zoals het Brits Imperium veroverden grote stukken land van wat in de ogen van veel Europeanen “primitievere” delen van de wereld waren. Wie een Nederlands volkenkundig museum bezoekt treft niet zonder reden een grote collectie materiaal aan dat afkomstig is uit Indonesië. In de ogen van de Europeanen bracht men in deze, naar de toenmalige optiek minder ontwikkelde delen van de wereld, de “beschaving”.

Ondanks het feit dat het model in feite rustte op een verkeerde interpretatie van de evolutietheorie (dat zou later onder het neo-evolutionisme worden gecorrigeerd) en op het kolonialistische gedachtengoed, werd het desalniettemin verder ontwikkeld. De Amerikaanse antropoloog Elman Service (1915-1996) bedacht uiteindelijk een model dat nog steeds – het verbaast u misschien een beetje – courant is, zij het met enkele kleine aanpassingen.

service
De beroemde tabel uit Elman Service, “Primitive Social Organization: An Evolutionary Perspective” (1962)

In dit model wordt er een onderscheid gemaakt in vier verschillende samenlevingen: bands (jager-verzamelaars), segmentary societies of tribes (egalitaire kleine boeren of pastorale herders), chiefdoms (krijgersamenlevingen geregeerd door een koning) en staten (zoals het Romeinse Rijk, moderne staten, enzovoort). Elk van deze typen samenlevingen hadden een eigen “pakket” van kenmerken, dat sterk doet lijken aan de kenmerken die de Australische archeoloog V. Gordon Childe (1892-1957) gebruikte om zijn neolithische en urbane revoluties te kenmerken. Beide ideeën zijn in feite in vergelijkbare omstandigheden ontwikkeld.

[Wordt vervolgd]

Deel dit:

4 gedachtes over “Antieke samenlevingen (1)

  1. De mondiale bedrijven kunnen misschien als het vervolg op de staten gezien worden.
    Welke graad van beschaving hier aan gegeven moet worden weet ik nog niet.

    Ik lees graag het vervolg.

    Vriendelijke groet,

    1. mnb0

      “Welke graad van beschaving hier aan gegeven moet worden”
      Geen enkele, als u zich tot wetenschap wilt beperken.

  2. mnb0

    “De situatie is echter ingewikkelder dan dikwijls wordt geschetst.”
    Ah, als ik van wetenschap één ding heb geleerd is dat alles altijd ingewikkelder is dan we denken.

    “Dit denken in stadia heeft veel te danken aan de evolutietheorie van Darwin.”
    Kijk, dat bedoel ik nou. Vraag het een evolutiebioloog. Evolutie impliceert géén vooruitgang. De Evolutie Theorie stelt niét dat de mens “hoger” ontwikkeld is dan andere levende wezens. Binnen de Evolutie Theorie is er geen standaard waaraan men hoger en lager kan afmeten. Men heeft het wel geprobeerd aan de hand van complexiteit. Dat is erg leuk, want dan komt de Homo Sapiens niet eens in de buurt van de eerste plaats.

    “een model dat nog steeds – het verbaast u misschien een beetje – courant is”
    Dat verbaast me inderdaad. Ik zou denken dat twee wereldoorlogen de vooruitgangsgedachte wel de das hadden omgedaan.

    1. Josho Brouwers

      Het probleem in de archeologie is dat veel theorie klakkeloos uit andere disciplines wordt overgenomen. Biologen weten beter; in de geesteswetenschappen moest eerst het neo-evolutionisme zich ontwikkelen om achter zaken te komen die biologen al generaties eerder wisten.

      Dat verouderde ideeën nog steeds gangbaar zijn is een probleem. Zo verschijnen er anno 2014 nog steeds artikelen, hoofdstukken en zelfs hele boeken waarin, naar het model van schrijvers 100 jaar geleden, het unieke van de Griekse geest (en zelfs hun fysieke kenmerken!) wordt aangehaald om het “succes” van de Grieken te verklaren (de Grieken waren sterke boeren uit een hard landschap en daarom zo populair als huurlingen in Egypte en elders; die o-zo-rationele Grieken vochten open en eerlijke gevechten tegen die schurfterige oosterlingen; onze democratie is een afgeleide van de Atheense, enz.).

      Belachelijk voor woorden, maar gangbaar en geaccepteerd. Ik heb elders wel eens gezegd dat de studie van het oude Griekenland een van de weinige vakgebieden is waar kolonialistisch gedachtegoed nog steeds welig tiert.

Reacties zijn gesloten.