Ostrakon

elephantine_license_prostitute_142ce_P12065_neues_museum
Ostrakon met de vergunning van een prostituee uit Elefantine (Neues Museum, Berlijn)

Het maken van papyrus is een tijdrovende en vrij arbeidsintensieve aangelegenheid. Dat geldt nog meer voor het bewerken van een huid om daar een stuk perkament van te maken. Geen weldenkend mens zou, in de Oudheid, deze schrijfmaterialen gebruiken als het niet was voor een Groot En Verheven Doel. Voor dagelijks gebruik koos je simpeler materiaal, zoals een oud stuk linnen, een met was bestreken plankje of een stuk van een kapotte pot. Zo’n tekst wordt aangeduid als een ostrakon, “scherf”.

Het leuke van dit laatste schrijfmateriaal is dat het niet kapot te krijgen is. Gooi haar in het water en de scherf blijft bestaan. Gooi haar in het vuur en ze blijft bestaan. Gooi haar in de grond en ze blijft bestaan. Bovendien is het goedkoop materiaal, dus als een barbaarse stam je huis plundert, zal hij het goud en zilver meenemen, maar de scherven laten liggen.

Een gevolg is dat van alles wat in de Oudheid is geschreven, ostraka het meest voorkomen. In feite zijn ze oververtegenwoordigd in ons databestand. Of de meer kwetsbare media zijn ondervertegenwoordigd – wat niet hetzelfde is maar wel op hetzelfde neerkomt. We hebben ze bij tienduizenden en vele duizenden daarvan zijn onuitgegeven. Classici die een nog onbekende tekst willen uitgeven, kunnen nog eeuwen aan het werk met het materiaal dat aanwezig is in de opslagruimtes onzer musea. Daar liggen trouwens ook honderden papyri te verstoffen.

[Noot voor politici: wetenschap is niet duur en het plezier is groot. Voor één achtste WK-voetbal stuurt u een lander naar een komeet. U moet eens weten wat een plezier oudheidkundigen de mensheid zouden kunnen doen met één tachtigste komeetlander.]

De informatie op ostraka betreft doorgaans zaken uit het dagelijks leven. Fijner dan dat: ze lenen zich regelmatig voor kwantitatieve analyses, zodat de conclusies meer zijn dan vage indrukken. Een beroemde onderzoeker was Heinrich Dressel, die de opschriften analyseerde op de scherven van in Rome gevonden olijfolieamforen en vaststelde dat de stad dit voedingsmiddel vooral importeerde uit Andalusië, meer in het bijzonder uit het gebied tussen Sevilla en Córdoba. (Toen na de dood van Franco het archeologisch onderzoek in Spanje aansluiting vond bij dat elders in Europa, werd niet alleen Dressels gelijk bevestigd, maar konden zelfs de pottenbakkersovens worden gelokaliseerd die stonden vermeld in stempels op de oren van de amforen.)

Een ander voorbeeld is de groep van eenenzeventig scherven uit Edfu die documenteert dat de Joden in die Egyptische stad in de Romeinse tijd de zogeheten “fiscus Judaicus” betaalden. Dit was speciale belasting om Jood te mogen zijn en niet te hoeven offeren aan de heidense goden, die we verder alleen kennen uit twee literaire teksten en een munt. Veel van de informatie over antieke overheidsfinanciën is niet controleerbaar, maar hier weten we dus dat de belasting werkelijk heeft bestaan én gedurende langere tijd is geïnd.

Een laatste voorbeeld zijn de Bu Njem-ostraca. Het gaat om een collectie uit een Romeins fort in Libië, onderdeel van de limes Tripolitanus, waaruit blijkt wat de soldaten zoal deden op normale werkdagen. Het frappantst is dat de Romeinse Rijksgrens hier niet alleen een ruimtelijke grens is, maar ook een sociale grens vormt, een conclusie die we nooit zo “hard” zouden hebben kunnen krijgen zonder het bulk aan tekstjes uit één kamparchief.

De bovenstaande scherf uit Elefantine (het huidige Aswan) is te zien in het Neues Museum in Berlijn. Ze is beschreven in 142 v.Chr. en leent zich niet voor kwantitatieve analyse. Het is eerder een curiosum. Desondanks is het voor de eigenares een belangrijk document geweest: het was haar vergunning om werkzaam te zijn als prostituee.

[Dit was de vijfenzeventigste aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

2 gedachtes over “Ostrakon

  1. “Het frappantst is dat de Romeinse Rijksgrens hier niet alleen een ruimtelijke grens is, maar ook een sociale grens vormt.”

    Wat is een sociale grens & hoe blijkt dat uit de Bu Njem-ostraka? (Ik kan dat niet opmaken uit de doorgelinkte tekst.)

Reacties zijn gesloten.