Wetenschapsvisie 2025

Minister Bussemaker

En nu ligt er dus een “wetenschapsvisie” van minister Bussemaker. Mooi is dat ze de burger meer invloed wil geven op de besluitvorming – een oud idee van de KNAW waar mijn oud-docent Marten Stol zich nog tegen heeft verzet met het onnavolgbare argument dat de overgang van een s naar een sj in het paleo-Siberisch niet viel uit te leggen aan een barmeisje. Nu is het denkbeeld dus terug van weggeweest.

De wetenschapsagenda wordt opgesteld door universiteiten, hogescholen en het bedrijfsleven, in samenspraak met maatschappelijke organisaties, betrokken burgers en rijksinstituten zoals het KNMI. Zo moet er meer draagvlak in de maatschappij gecreëerd worden voor onderzoek.

Dit is beslist geen slecht idee, maar als ze alles in 2015 al in kannen en kruiken willen hebben, is er bijvoorbeeld voor de geesteswetenschappen een lelijk probleem: maatschappelijke organisaties zijn er niet of nauwelijks.

Om een simpel voorbeeld te geven: als ik – uit mijn ervaring in de voorlichting – één ding kan documenteren over wat de burger zou willen, dan is het dat ze kijken naar het onderwerp van onderzoek. In mijn geval is dat “de Oudheid”. Burgers hebben geen voorkeur voor het vakgebied dat filologen, archeologen en oudhistorici hebben. Anders gezegd: vanuit academisch perspectief bezien denken burgers interdisciplinair en vanuit ’s burgers perspectief denken de universiteiten beperkt. De disciplines waarin de wetenschap is verdeeld, zijn immers historisch gegroeid en niet afgestemd op het onderzoeksonderwerp. Ik zou niet weten welke maatschappelijke organisatie of betrokken burger in staat zou zijn te agenderen dat het onderwerp en niet een vakgebied moet worden gefinancierd, al lijkt het me aannemelijk dat dit een prioriteit is die een burger zou stellen.

Een tweede punt: ik vrees dat maatschappelijke organisaties al snel andere belangen zullen dienen dan de wetenschap zelf. Dat is misschien een onaardige verdachtmaking, maar ik denk aan de wijze waarop de ontkenners van de klimaatsverandering zich met steun van het grote bedrijfsleven organiseerden. Ik weet niet of zulke maatschappelijke organisaties wel een rol moeten krijgen. Ik denk ook dat als bijvoorbeeld patiëntenorganisaties – wier integriteit ik niet ter discussie stel – een stem krijgen bij NWO, ze de voorkeur zullen geven aan concrete geneesmiddelen en niet aan zuiver wetenschappelijk onderzoek. Ik weet niet of dat wel zo’n wenselijke ontwikkeling is.

De tijd om de hele nota te lezen heeft me ontbroken, en al het bovenstaande schrijf ik met een slag om de arm. Maar het geeft weinig vertrouwen dat bijvoorbeeld de KNAW een reactie, die vooral gaat over meer geld en minder bureaucratie, eindigt met een uitnodiging aan “in Nederland actieve onderzoekers” om op een discussiepodium te reageren op de Wetenschapsvisie 2025.

Het gaat daarbij nadrukkelijk om de stem van de wetenschappers, niet de standpunten van belangenbehartigers of beleidsmakers.

Ik had gehoopt op meer ruimdenkendheid bij een organisatie die als missie toch heeft ervoor te zorgen dat de Nederlandse wetenschap “een optimale bijdrage levert aan de culturele, sociale en economische ontwikkeling van de samenleving”. Flauwe grapjes over barmeisjes met meer inzicht zal ik achterwege gelaten. Daarvoor is de relatie tussen wetenschap en samenleving te belangrijk.

Deel dit: