Wetenschap en journalistiek

Twee weken geleden schreef ik op Sargasso over een curieus interview in Trouw met dominee Edward van der Kaaij, die in De ongemakkelijke waarheid van het christendom. De echte Jezus onthuld betoogt dat Jezus niet heeft bestaan. Ik wees erop dat het boek vol feitelijke onjuistheden stond en methodisch zwak was. Verder schreef ik dat de universitaire voorlichting over de Oudheid niet met haar tijd was meegegaan en dat dit als verzachtende omstandigheid mocht gelden. (Historicus Jan Dirk Snel was scherper, anderen zegden hun abonnement op.)

Reacties

So far, so good. Een bevriende wetenschapsjournalist suggereerde me het stukje naar Trouw te sturen met het aanbod een artikel te schrijven waarin ik de feitelijke en methodische onjuistheden van Van der Kaaij uitlegde. Zo gezegd, zo gedaan, al voelde ik me er wat ongemakkelijk bij: ik heb namelijk onlangs een boek gepubliceerd over het antieke jodendom en het kon lijken alsof ik naar publiciteit aan het hengelen was. Gelukkig kreeg ik bijval van Bert van der Spek, de onlangs met emeritaat gegane hoogleraar oude geschiedenis van de Vrije Universiteit, die Trouw eveneens schreef.

Dat was dinsdag 3 februari. Ik kreeg geen antwoord, wat me niet verontrustte omdat ik aannam dat de krant, om mijn belangenverstrengeling te omzeilen, zich richtte tot Van der Spek. Ik werd uit de droom geholpen toen Trouw op vrijdag 6 februari een hoofdredactioneel commentaar wijdde aan de kwestie, waarin “leden van de hoofdredactie en senior redacteuren” als mening van de krant gaven dat de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) Van der Kaaij binnenboord moest houden. Hij was immers integer en bovendien zou “de wetenschappelijke discussie over de vraag of Jezus al dan niet ooit werkelijk heeft rondgelopen in het oude Israël” in de negentiende eeuw onbeslist zijn geëindigd.

Wetenschap en journalistiek

Tja. In de twintigste eeuw was er natuurlijk geen wetenschap. De Dode Zee-rollen zijn niet ontdekt, er is geen sociaalhistorisch onderzoek gedaan naar het antieke Judea, archeologen hebben nooit in Galilea gegraven, de henochitische literatuur is niet ontsloten en er is geen “Tweede Speurtocht” naar de historische Jezus geweest. Ik neem aan dat Trouw tevens volhoudt dat de relativiteitstheorie ook maar een mening is (zelfs nadat Vincent Icke heeft gebeld), volhoudt dat de bijdragen van Keynes en Schumpeter aan de economische wetenschappen discutabel zijn (ook als er een mailtje ligt van Arnold Heertje) en volhoudt dat evolutie slechts een hypothese is (ook na een interventie van Ronald Plasterk).

Begrijp me niet verkeerd: het oordeel van een hoogleraar is de wet niet. Ook hoogleraren kunnen zich vergissen en een redactie hoeft niet alles van een hoogleraar te geloven. Dat wil echter niet zeggen dat wetenschap ook maar een mening is. Wanneer een hoogleraar een krant mailt om zijn twijfels uit te spreken over de berichtgeving, neemt een redactie die waarschuwing serieus. Ze zoekt contact met zo’n prof, vraagt het oordeel van zijn collega’s, zoekt dingen uit. Daar heeft een krant een wetenschapsredactie voor. Het commentaar van 6 februari bewijst dat Trouw de zaak óf niet voldoende heeft nagetrokken óf het resultaat heeft genegeerd.

Retractie

Afgelopen week drong het inzicht dat er iets loos was, vermoedelijk toch door bij de leden van de hoofdredactie en senior redacteuren. Zaterdag 14 februari bood Trouw ruimte aan de protestantse theoloog Sam Janse, die nog eens uitlegde welke aanwijzingen er zijn vóór Jezus’ bestaan. Hij noemt de Romeinse bronnen, de joodse auteur Flavius Josephus en het feit dat Paulus nergens polemiseert tegen joden die hem voorhouden dat die Christus van hem een mythisch figuur is.

Het stuk is even netjes als niet ter zake. Van der Kaaij en zijn geestverwanten kennen de door Janse genoemde teksten immers net zo goed. Ze interpreteren ze alleen anders. De inzet van de discussie is daarom niet welke bronnen er zijn of hoe academici die uitleggen. De vraag is waarom de wetenschappelijke uitleg beter is. Je kunt er als wetenschapper immers niet van uitgaan dat in een situatie waarin je de bronnen zowel linksom als rechtsom lijkt te kunnen uitleggen, het publiek automatisch de academische uitleg boven de andere zal verkiezen. Doordat Janse niet uitlegt waarom zijn uitleg beter is, zal hij Van der Kaaij niet overtuigen.

Dat is niet het enige ongeluk in Trouw van afgelopen zaterdag. Hoofdredacteur Cees van der Laan deed een poging de schade te beperken. In een “brief van de hoofdredactie” erkende hij dat het commentaar van 6 februari nuance behoefde. Dat lijkt me nogal een understatement nadat je een eeuw wetenschappelijk onderzoek terzijde hebt geschoven. Van der Laan constateerde verder dat, aangezien Jezus nog velen inspireert, er nieuwe interpretaties zullen komen en er nog gedebatteerd zal worden.

Dat is ontegenzeggelijk waar, maar het was de vraag niet. Die was of Jezus heeft bestaan. Van der Kaaij wijst de gangbare methode af en stelt hogere eisen om te besluiten tot historiciteit dan oudhistorici doen. Dat is zijn recht. Helaas legt hij de lat aan maar één kant hoger: hij is alleen kritisch over Jezus en niet over de rest van de Oudheid. Omdat zijn methode inconsistent is, is zijn conclusie dat Jezus geen historisch persoon is, te typeren als kwakgeschiedenis. Het zou Van der Laan sieren als hij dat nu eens erkende en de aandacht daar niet van afleidde. De dominee heeft het over Jezus’ historiciteit, niet over toekomstige interpretaties.

Het moet beter

Ik weet dat ik onder de verdenking sta dit te schrijven om te hengelen naar publiciteit. Het gaat mij echter om iets belangrijkers dan de €100 die ik verdien in het onwaarschijnlijke geval ik dankzij dit Sargasso-stukje vijftig exemplaren van mijn boek extra verkoop. Ik zal die €100 storten in de feestkas van de dit najaar jubilerende Vereniging voor Wetenschapsjournalistiek en -communicatie. Het gaat me namelijk om de relatie tussen wetenschap en journalistiek.

Natuurlijk moet Trouw berichten over de ophef die Van der Kaaij heeft veroorzaakt binnen de PKN. Er was echter geen reden om diens verwarde ideeën te plaatsen op de voorgrond. Er was ook geen reden een interventie door een hoogleraar te negeren. En er was zeker geen reden in een hoofdredactioneel commentaar te doen alsof oudheidkundigen niets hebben onderzocht in de twintigste eeuw. De leden van de hoofdredactie en senior redacteuren hebben er een potje van gemaakt.

[Mijn wekelijkse religiecolumn, afgelopen maandag op Sargasso.]

Deel dit:

4 gedachtes over “Wetenschap en journalistiek

  1. Klaas Hielkema

    Wat een geweldig verhaal!
    Ik vroeg me altijd al af waarom het woord “waarschijnlijk” in de reclame slogan van Trouw voor kwam. Nu weet ik waarom.

  2. mnb0

    “Ik neem aan dat Trouw tevens volhoudt dat de relativiteitstheorie ook maar een mening is”
    De grote grap is dat dat in zekere zin inderdaad het geval is! De RT is een causale theorie en is daarmee in conflict met de Quantum Mechanica. De meeste natuurkundigen kiezen de laatste, maar de zaak is inderdaad nog niet beslist. Hawking in Het Heelal is dan ook tamelijk neutraal.

    “Ik weet dat ik onder de verdenking sta dit te schrijven om te hengelen naar publiciteit.”
    Daar is helemaal niets mis mee, zolang je maar duidelijk maakt wat het belang van je boek is met betrekking tot deze zaak.

  3. Knotwilg

    Het moet niet zo moeilijk zijn om het grote publiek te overtuigen van de inconsistentie in zijn betoog.

    “Het is inderdaad mogelijk dat Jezus niet heeft bestaan. Maar als dat zo is, dan hebben ook Alexander de Grote, Julius Caesar en Atilla de Hun niet bestaan.”

    Soit, pik er zelf je klassieke figuur uit waarvan de bronnen even betrouwbaar zijn als die over Jezus.

  4. jan kroeze

    Meneer Lendering, kent u het werk van Ephimenco, een Rus. Hij beweert oa. dat Jezus Caesar is en dat ie geleefd heeft rond 1200! Ik stond verbaasd! Wat een onzin.
    jan kroeze

Reacties zijn gesloten.