Zutphen

De weg naar Brummen, waar mijn broer een supermarkt heeft
De weg naar Brummen, waar mijn broer een supermarkt heeft

Ik heb u al verteld dat we werken aan een nieuw tijdschrift over de Oudheid. De uitgever, Karwansaray, is gevestigd in Zutphen en ik ben er nu zo’n drie, vier dagdelen wezen werken. Misschien moet ik het eigenlijk een stage noemen, want echt productief ben ik nog niet geweest. Ik realiseerde me dinsdag dat terwijl ik kwam voor Ancient History Magazine i/o, mijn collega’s deze dagen vooral bezig zijn met een ander blad, Ancient Warfare. Dat soort dingen synchroniseren, dat moeten we nog even leren. Dat wil niet zeggen dat het nutteloos was naar Zutphen te komen: ik wilde deze dagen vooral proeven hoe het eraan toeging, want ik vind het eigenlijk best een stap om twee dagen per week ruim 120 kilometer verderop te gaan werken.

Gelderland is voor mij namelijk echt anders dan Amsterdam. Ergens voorbij Amersfoort begint voor mij mentaal het buitenland. Een buitenland waar ik overigens vandaan kom: zoals de meeste bewoners van Amsterdam ben ik “import”: ik ben opgegroeid in Apeldoorn. Steeds als ik mijn ouders opzoek, ervaar ik de Veluwe als méér anders dan steden als Antwerpen of Berlijn.

Een bescheiden career move richting Zutphen is dus even wennen, zoals altijd op een nieuwe werkplek. Maandagavond moest ik zoeken om nog wat te eten te kopen. De stilte in het nachtelijke Zutphen verbaasde me: ik maak het nooit mee dat ik niemand op straat tegenkom. Ik wil het niet sinister noemen, maar ik moest even wennen aan dat gebrek aan sociale controle.

Ander voorbeeld: de volgende ochtend stuurde de hoofdredacteur zijn nieuwe jongste bediende er even op uit om een pak koffie te gaan kopen in de supermarkt, zodat ik die nu ook weet te vinden. De mensen in de winkel en op straat – bijna allemaal autochtoon – groetten me, ook al kenden ze me niet. Als dat me in Amsterdam zou gebeuren, zou het me licht verontrusten (“Wat moet die van me?”).

Ik ben maandagavond naar Apeldoorn gefietst om bij mijn moeder op de koffie te gaan. Onderweg zag ik allerlei dingen van vroeger terug, zoals de bocht in de weg bij Empe. Niet dat die echt bijzonder is, maar het is een plek waar ik dertig, vijfendertig jaar geleden ook wel eens fietste en die ik nu ineens herkende. Ik herkende ook het coulisselandschap met zijn bomenrijen, weides en weteringen. Familiebedrijven met dezelfde namen als de kinderen ooit bij mij op school.

En altijd weer die kleine verschillen met de Randstad. Populieren heten in Gelderland peppels. Het is er na zonsondergang donker en mijn verlichtingsloze stadsfiets, waar een vandaal onlangs de koplamp vanaf heeft getrapt, was eigenlijk gewoon onveilig. Ik kon de sterren goed zien. Het hotel had geen werkende wifi, zodat ik op mijn kamer niet kon werken. Niet onprettig overigens. Wel zo rustig eigenlijk.

Toen ik dinsdagmorgen het hotel (dat uiteraard aan een plein was gelegen, recht tegenover een kerk) verliet, rook ik zelfs dat ik niet in Amsterdam was. Levensgevaarlijk, de provincie: voor je het weet heb je er last van een zuurstofintoxicatie.

Wat ik maar wil zeggen: Zutphen en Apeldoorn zijn gewoon anders dan de Randstad. Het tempo ligt wat lager, er is wat meer tijd voor vriendelijkheid. Een beetje buitenland, zodat mijn verblijf ook een beetje vakantie was.

Dat zal vanaf volgende week wel anders zijn, als we maandag de website van het blad online plaatsen en donderdag het digitale nul-nummer in elkaar schroeven. Om te tonen hoe de Oudheid was, zullen er veel reconstructietekeningen in staan en ik heb de afgelopen drie weken gezien hoe zo’n illustratie groeit, met adviezen van allerlei mensen. Maandag meer.

Deel dit:

10 gedachtes over “Zutphen

  1. Ik zit hier in Houten blijkbaar op de ‘cultuurgrens’. Ik heb de neiging mensen die ik (te voet, dat wel) tegenkom met een lichte hoofdknik te groeten, vooral de ouderen (waarom eigenlijk?). De reactie is verschillend, blijkbaar zijn zij het ook niet altijd gewoon te doen.

  2. mnb0

    “Gelderland is voor mij namelijk echt anders dan Amsterdam.”
    Zeker weten. En voeg daar maar aan toe dat de Graafschap echt anders is dan de rest van Gelderland. Dat kan ik weten, want ik ben in Lochem geboren. En dan is Zutphen nog weer anders dan de Graafschap, waarvan Zutphen de hoofdstad is (was). En de Graafschap is niet hetzelfde is als de Achterhoek.
    Ik heb nooit van Amsterdam gehouden (ook niet van Rotterdam, Den Haag en Utrecht). Toen ik er nog studeerde was ik altijd blij als ik er weer vandaan kon.

  3. Carla

    Beste Jona,

    Wat ben jij toch een begenadigd gebruiker van het woord.
    Ik geniet er van.
    Zal helaas het nieuwe blad niet kunnen lezen, vanwege mijn beperkte kennis van Engels.
    Maar wil je er graag veel succes mee wensen.
    Voorlopig valt er voor mij, op je nog niet zo lang geleden ontdekte sites, nog veel te lezen en te leren.

    Een groet, waarbij je niet hoeft te denken: ‘ wat moet die van me’. 😉

  4. Kees van Hage

    De vertaler Kees Verheul heeft een vergelijkbare observatie beschreven in zijn bundel “Rusland begint bij de IJssel”. Ik moet erbij zeggen dat Rusland hier geen negatieve betekenis heeft.

  5. Echte Amsterdammers is een vreemd begrip geworden.
    Veel Amsterdammer weken uit naar buurgemeenten, veel nieuwe bewoners kregen grote schare kinderen.

    Tja, die gezonde lucht blijft iets aparts hebben. Toch zijn er ook in Amsterdam gezonde luchtstraten en wijken.

    Hoewel niet geboren en/of getogen in Amsterdam woon ik er al meer dan de helft van mijn levensjaren.

    Vriendelijke groet,

    Vriendelijke groet,

Reacties zijn gesloten.