Twee stations

Zomaar een nachtelijk station

Hoe kwam het dat ik gisteravond laat nog met een fiets in de trein zat? Nou, mijn moeder was jarig en mijn kranige Curaçaose nichtje is een weekje in Nederland. Ik was daarom gisteren, toen ik uit Zutphen terugkwam van mijn werk voor Ancient History Magazine, even langsgegaan bij mijn ouders in Apeldoorn. En omdat mijn ouders die middag ook mijn nichtje uit Hengelo hadden moeten afhalen, leek het me onpraktisch ze ook nog mij van de trein te laten halen. Daarom was ik die middag per fiets naar het ouderlijk huis gegaan en daarom reisde ik zo rond half tien nog vanaf het Apeldoornse station naar Amsterdam. Ik hoopte op een stille, doorgaande trein: ik moest een vervelend boek lezen en als je niet steeds wordt onderbroken, lukt het makkelijker om door de zure appel heen te eten.

Van lezen kwam het echter niet doordat een zomers geklede bedelaar zich bij me vervoegde. Hij vertelde te zijn beroofd en wilde geld voor een kaartje, maar liep verder toen ik zei dat ik voor hem zou betalen als hij de conducteur haalde. Hij viel nog een jonge vrouw lastig, die eveneens wel wilde luisteren maar geen ongecontroleerd geld wilde weggeven. Ik moest meeluisteren, dus het boek schoot niet echt op.

We naderden Amersfoort al toen de trein tot stilstand kwam. Dat is niet ongebruikelijk, want ten oosten van de stad komen de lijnen vanuit Zwolle en Apeldoorn samen en even verderop komt daar nog het spoor vanuit Barneveld bij. Soms staat het sein daar op rood. De trein bleef echter stilstaan. De jonge vrouw merkte op dat het wel eens door de regen kon komen, en inderdaad: het water viel inmiddels in bakken uit de hemel en het bliksemde in de verte.

De bedelaar kwam terug en begon luid in zichzelf te praten en commentaar te geven op mijn fiets. Als je daar dan iets van zegt, heeft hij beet en praat hij weer op je in, maar als je er niets van zegt, gaat hij door met geluid maken. Je hebt alleen de keuze tussen twee verschillende soorten geluidsoverlast maar ik besloot toch te zeggen dat hij moest ophouden, waarop hij het masker liet vallen en zei dat het geld zou kosten. Toen wij hem daarop negeerden, liep hij verder, vermoedelijk omdat hij wist dat er geen geld te halen viel

Hoe lang we stil hebben gestaan, weet ik niet, omdat ik nu eindelijk wat opschoot in mijn boek. Toen nam de conductrice het woord. De geluidsinstallatie was niet heel goed te verstaan – het regende inmiddels hard – maar ik begreep dat de bliksem was ingeslagen in een trein bij Utrecht en dat er een storing was. Via Twitter probeerde ik wat meer informatie te vinden over de Amersfoortse treinenloop, maar ik leerde slechts dat er ook andere mensen waren gestrand en dat ze elkaar advies probeerden te geven.

Na verloop van tijd reed de trein verder om weer te stoppen in een van de buitenwijken. Ik zag een fietspad en dacht dat ik, als het zou ophouden met regenen, makkelijk uit de trein zou kunnen en verder zou kunnen fietsen. Het werd warm in de trein, ik werd wat slaperig en mijmerde over mijn boek, de bedelaar en hoe ik verder zou gaan als ik eenmaal in Amersfoort zou zijn, toen de conductrice zich weer meldde met de mededeling dat de bliksem er ook voor had gezorgd dat de systemen bij de treindienstleiding in Amersfoort waren uitgevallen.

Ineens voelde ik meer water op mijn overhemd dan prettig was. Het regenwater druppelde door het dak en plotsklaps was er een complete waterstraal, zodat ik een enorme natte plek had in mijn kleren. Niet echt fijn, en mijn reisgenote zei nog dat ik voor electrocutie moest uitkijken als de bliksem in de bovenleiding zou inslaan. Gelukkig zette de trein zich weer in beweging en reden we stapvoets verder. De conductrice vertelde dat de treindienstleiding nu alle treinen uit de omgeving een voor een naar Amersfoort liet rijden, maar dat men niet wist hoe het daarvandaan verder moest. Even later proefde ik de frisse lucht weer.

Het spoorwegpersoneel op het perron probeerde mensen uit te leggen wat de opties waren. Ik herinner me de mededeling dat er geen bussen zouden rijden omdat de chauffeurs hun uren die dag al hadden gemaakt. Niemand wist wat er zou gebeuren maar het grappige was dat geen van de gestrande reizigers zich eraan leek te storen. De NS konden immers ook niets doen aan het noodweer en de conducteurs en conductrices deden wat ze konden. In de stationshal waren de koffietentjes wat langer open dan gebruikelijk: alles was gedaan om de reizigers zo goed mogelijk op de hoogte te houden en het verblijf in elk geval enigszins comfortabel te laten zijn.

Ik besloot verder te fietsen. Het was droog en koel, de westenwind (die me van Zutphen naar Apeldoorn lelijk parten had gespeeld) was gaan liggen, ik had mijn boek uit en had, met een spaghettimaaltijd achter de kiezen, voldoende koolhydraten binnen om er lekker tegenaan te kunnen. Ik ben een gruwelijk nachtmens en houd van fietsen als de wegen stil zijn. Al snel was ik in Soest. Paleis Soestdijk bleek helaas niet verlicht. Langs de grote weg bereikte ik even na middernacht Hilversum, waarvan ik aannam dat ik er, als ik er geen trein zou kunnen nemen, toch wel een hotel kon vinden.

De treinen reden inderdaad. Sterker nog, er reed er een voor mijn neus weg. De volgende zou om 00:31 vertrekken vanaf spoor 5. Ik besloot een kop koffie te halen, maar er was nergens iets te halen.

De trein was wat vertraagd maar na een paar minuten liepen de wachtenden ineens van het perron af en ik vroeg me af waarom. Ze hadden gezien dat het informatiebord, dat de hele tijd had gezegd dat de trein naar Amsterdam-Centraal hier om 00:31 zou vertrekken, op blank was gegaan. Pas toen ik op een ander informatiebord keek, zag ik dat de eerstvolgende trein zou vertrekken vanaf spoor 2, waar de hele tijd een leeg treinstel had gestaan. Voor het eerst begon ik me te ergeren aan de situatie.

Ik noemde dit stukje “twee stations” en u begrijpt dat ik Amersfoort en Hilversum bedoel. In het eerste station had ik allerlei redenen om een slecht humeur te hebben: een enorm vertraagde trein, een hinderlijke bedelaar, een rotboek, een halfnat overhemd, een benauwd-warm rijtuig en onzekerheid over de mogelijkheid verder te reizen. Dat deed echter niet zoveel met mijn humeur. In Hilversum daarentegen, waar ik een ontspannen fietstochtje achter de rug had en geen enkele reden had tot klagen, ergerde ik me wel.

De sleutel is, denk ik, de informatie. Als ze in Hilversum even de geluidsinstallatie, die doorgaans toch wordt gebruikt om ieder wissewasje om te roepen, hadden benut om de mensen te zeggen dat ze van spoor 5 naar spoor 2 moesten, dan hadden ze getoond dat ze met ons mee dachten, zoals de conductrice en haar collega’s rond Amersfoort deden – terwijl die nog minder wisten dan de stationsmensen in Hilversum. Nu moesten we het zelf ontdekken, en hoewel er gelukkig altijd wel iemand is die ziet dat er iets verandert op de informatieborden, was het beter geweest als het spoorbedrijf iets aanweziger was geweest.

Het zou ook hebben geholpen, trouwens, als het koffietentje voor de gestrande reizigers open was geweest.

Deel dit:

6 gedachtes over “Twee stations

  1. Willeke

    En als je nou nog eens strandt op station Amersfoort dan ben je slechts 1 berichtje en nog geen 500 meter verwijdert van een droog huis en een warm welkom

  2. Wies de Winter

    Vandaag weer prachtige bergtocht gemaakt, tussen twee ski stations. Heerlijk verfrissend die skilifts en die borden in blauw wit waar de pistes staan aangegeven. GR routes staan hier niet helemaal goed aangegeven en op mijn oude kaart zitten de cruciale plekken steeds onzichtbaar in de te vaak gekreukte vouw. Gelukkig houd ik erg van verdwalen maar toen ik na uren dolen in de verte een bord zag staan was ik toch wel hoopvol dat deze me terug naar mijn zeer tijdelijke vakantieparadijs.

    http://i288.photobucket.com/albums/ll180/wiesdewinter/IMG_8324_zpsbhokcmdg.jpg

Reacties zijn gesloten.