Abbasiden en Turken

Modern beeld van Al-Khwarizmi in Khiva
Modern beeld van Al-Khwarizmi in Khiva

Zoals ik eerder aangaf, kan de geschiedenis van Centraal-Azië schematisch worden samengevat in “vier vegen”. De eerste daarvan is een noord-zuid-beweging: de migratie van de Indo-Europeanen waardoor de regio een eenheid werd. De tweede “veeg” is vanuit het zuidwesten naar het noordoosten en is de komst van de islam. Hiermee kwam de religieuze identiteit vast te liggen. De derde beweging was noordoost-zuidwest: de etnische grenzen werden getrokken toen de Mongolen kwamen. Tot slot was er een noordwest-zuidoost-veeg, toen de Russen het gebied in handen kregen en de staten werden gevormd. Ik heb in de eerdere stukjes (1, 2, 3, 4, 5) de eerste twee vegen geschetst en vandaag heb ik het over de islamitische tijd.

De islam was de dominante godsdienst in Iran, in Oezbekistan en in de oases in het zuiden van wat nu Turkmenistan heet. De Abbasidische kalief zond gouverneurs naar het gebied, die soms wat trouwer aan Bagdad waren, soms wat meer hun eigen koers voeren en uiteindelijk de heerser der gelovigen alleen nog in naam erkenden. Ondanks het afbrokkelende centrale gezag maakte het feit dat je overal terecht kon met Arabisch, de bloei van de wetenschappen en kunsten mogelijk.

Centraal-Azië speelde hierbij een belangrijke rol. Hier werden boeddhistische teksten vertaald in het Arabisch, en zo kwamen allerlei Indische ideeën aan in de wereld van de islam. De belangrijkste daarvan is de decimale cijfernotatie met nul: een idee dat in Babylonië pas was geboren nadat Alexander de Grote alle belangrijke Babylonische teksten had laten vertalen, en dat door de Romeinen, toen zij Babylon in 115-117 bezetten, niet werd herkend als waardevol. De Indiërs hadden het toen al wel overgenomen, en het arriveerde in de Vroege Middeleeuwen in het kalifaat. West-Europa nam het idee in de dertiende eeuw over en we spreken nog steeds van “arabische cijfers”. Een belangrijke geleerde die hierbij een rol speelde, was Al-Khwarizmi, “de Chorasmiër”, ofwel iemand uit het land van de Beneden-Oxus.

Een ander voorbeeld is het papier, een Chinese uitvinding, dat via Centraal-Azië voor het eerst bekend werd. De eerste papiermolen stond in Samarkand. Het belang is moeilijk te overschatten: papier is niet alleen goedkoper dan papyrus of perkament, maar ook veel lichter, zodat het kon worden meegenomen door een postduif. Dat stelde de geleerden Al-Biruni (in Chorasmië aan de Oxus) en Abu al-Wafa’ in het tweeduizend kilometer verderop gelegen Bagdad, in staat hun waarnemingen van de maansverduistering in de nacht van 24 op 25 mei 997 te coördineren. Uit het tijdsverschil van hun waarnemingen leidden ze af dat het verschil in geografische lengte ongeveer 15º moest zijn, de helft van wat geografen tot dan toe hadden aangenomen. Voor het eerst werd duidelijk dat het bekende deel van de aarde, dat volgens de Griekse aardrijkskundige Ptolemaios van Alexandrië ongeveer de helft van de wereldbol besloeg, in feite veel kleiner was. Zonder papier zou het niet zijn gelukt.

Ik noem nog wat andere dingen: de vervolmaking van het astolabium, de uitvinding van het roestvrij staal, de ontdekking van het distilleren van alcohol. Dit laatste staat op naam van de geleerde die in het westen bekendstaat als Avicenna, in Iran als Bu Ali en in de Arabische wereld als Ibn Sina – u mag kiezen. Twee andere grote namen zijn die van Ferdowsi en Omar Khayyam: de eerste schreef, in een tijd waarin het Arabisch dominant was, het nationale gedicht van de Iraanse volken, de Shahname, en de tweede was een groot wiskundige en dichter. Ik blogde al eens over Omar Khayyam. Deze drie mannen liggen in Iran begraven, maar hun wereld was die van heel Centraal-Azië.

Kortom, de kunsten en wetenschappen bloeiden. Ondertussen was er een belangrijke verschuiving geweest: vanuit het noordoosten waren nieuwe nomaden aangekomen, de Turkse volkeren. Dat was niets nieuws en ook dit keer werden de nieuwkomers cultureel geassimileerd: eerst als bondgenoten van de laatste Perzische koningen, toen als tegenstanders, later geïslamiseerd, uiteindelijk als politieke leiders, die lippendienst bewezen aan het gezag van de kalief en vervolgens hun eigen gang gingen.

Het was een voorbode van wat stond te gebeuren: de komst van de Mongolen, een volk dat een levenswijze had die leek op de Turkse en een taal sprak die leek op het Turks. Of dat laatste nu komt doordat de twee talen een gemeenschappelijke oertaal delen of doordat de steppevolken elkaar in alle opzichten, en dus ook linguïstisch, beïnvloedden, valt niet uit te maken. Feit is dat de komst van de Mongolen Centraal-Azië grondig zou veranderen.

[En daarover zal ik later nog eens bloggen.]

Deel dit:

6 gedachtes over “Abbasiden en Turken

  1. michielmans

    Met deze serie wordt eindelijk een tipje van de sluier opgelicht. Decennia lang zie je documentaires waarin de afkomst van westwaarts migrerende volkeren in de geschiedenis veelal wordt omschreven als ‘~afkomstig uit Centraal-Azië.’ Veel wijzer word je meestal niet.

    Het leek er sterk op dat daar ‘ergens’ in het enorme gebied van Centraal-Azië zich een gat in de grond moest bevinden waar periodiek een nieuw volk uit kwam gekropen. Immer zeer reislustig volk, met afgaande op de betreffende docu’s, een voorkeur voor een trek richting wat nu West-Europa is (weinig nieuws dus momenteel).

    Daar zit geen gat in de grond waar volkeren in verdwijnen om zo het evenwicht een beetje te bewaren, hoewel die vermaledijde Batavieren en de (vroeger) breed rondgezongen Kaninefaten ogenschijnlijk in een dergelijk gat zijn gevallen. Vermoedelijk geholpen met een Romeins duwtje. Zelf noemden de Romeinen een dergelijk duwen wellicht ’terugduwen’ (weinig nieuws dus momenteel), maar toch.

    Een vraag (niet echt je vakgebied). Als de Germanen voortkomen (in ieder geval taalkundig) uit Centraal-Aziatische Ariese volkeren, wat verklaart hierbij dan hun uiterlijke verschillen met de meer Oosterse volkeren? Daar donkere kenmerken (haar, huidskleur) veelal ‘dominant’ zijn, lijkt een vermenging met ‘blonde’ pré-Germaanse volkeren in West-Europa me geen ‘werkende’ verklaring.

    Mijn avontuurlijke verklaringsfantasie: Neanderthaalse genkliekjes -is wat zwakjes, maar niet geheel uitgestorven.

    Ref:
    http://news.nationalgeographic.com/news/2014/01/140129-neanderthal-genes-genetics-migration-africa-eurasian-science/
    http://humanorigins.si.edu/evidence/genetics/ancient-dna-and-neanderthals/neanderthal-genes-red-hair-and-more
    https://www.newscientist.com/article/dn22308-europeans-did-not-inherit-pale-skins-from-neanderthals/
    -“The result suggested that the three genes associated with paler skin swept through the European population only 11,000 to 19,000 years ago.”-

    1. mnb0

      “een gat in de grond moest bevinden waar periodiek een nieuw volk uit kwam gekropen”
      Dat omschrijft accuraat het vage beeld dat ik lange tijd had.

  2. Ben Spaans

    Over Nul – de suggestie is dat de Romeinen weer te zelfgenoegzaam waren om een belangrijke vernieuwing te herkennen. Is het niet eerder zo dat de bezetting te kort duurde, vooral militair was en de aanwezige Romeinen wat anders aan hun hoofd hadden dan zich in het niveau van de Babylonische wiskunde te verdiepen?

    1. mnb0

      Of zelfgenoegzaam het juiste woord is betwijfel ik – misschien zelfs het tegendeel. Een minderwaardigheidscomplex tov de ouwe Grieken heb ik ook wel zien suggereren. Feit is echter dat na de bloei van de Griekse wiskunde (zeg maar sinds Euclides) geen Romein iets bijgedragen heeft aan de verdere ontwikkeling van de wiskunde. Hier is een suggestie:

      http://mathforum.org/library/drmath/view/57564.html

      “they tended to study only what is now called “applied math.”
      Als ze het nut van het tientallig stelsel en het getal nul niet inzagen negeerden ze blijkbaar zulke vernieuwingen.
      Ze hadden blijkbaar dezelfde attitude als ene Halbe Zijlstra ….

Reacties zijn gesloten.