Hizkia en de Assyriërs (1)

Assyrische pijlpunten, gevonden in Lachis en nu in het British Museum.
Assyrische pijlpunten, gevonden in Lachis en nu in het British Museum.

Een tijdje geleden publiceerde ik wat stukjes over de Assyrische expansie (1, 2, 3, 4, 5, 6, 7) en vertelde daarbij hoe het koninkrijk Israël, het noordelijke van de twee joodse staatjes, rond 724 v.Chr. ten onder ging. Het was een stoer rijk geweest, maar tegen de legers van Assyrië stond de koning van Israël machteloos.

De Assyriërs beschouwden oorlog als een wetenschappelijk studieobject. Voor individuele heroïek, zoals we die kennen uit de Ilias (die in dezelfde tijd werd geschreven), was in de Assyrische legers geen ruimte. Strijdwagens dienden niet om zwaarbewapende aristocraten naar het front te rijden, maar voor massale, frontale aanvallen. Als de tegenstander eveneens beschikte over strijdwagens, werd hij geconfronteerd met Assyrische infanteristen die man en paard met werpspiesen te lijf gingen. Vijandelijke gelederen werden verstoord door boogschutters, die pijlen met allesdoordringende ijzeren punten afschoten. Zie het plaatje hierboven. Was de vijand eenmaal van het slagveld verdreven, dan werd hij achternagezeten door ruiterij.

Niets van dit alles was in de achtste eeuw uniek, maar terwijl andere staten beschikten over kleine professionele legers, die tijdens crises werden uitgebreid met irreguliere krijgers, bestond het Assyrische leger volledig uit beroepssoldaten. Om de enorme kosten te bestrijden, eisten de Assyriërs een jaarlijks tribuut van de verslagen steden, wat gaandeweg veranderde in een reguliere belasting. Dan werd een vazalstaat omgevormd tot een provincie met aan het hoofd een Assyrische gouverneur. Dat klinkt vanzelfsprekend en dat was het ook. Het is niet vreemd dat latere wereldrijken vaak dezelfde ontwikkeling doormaakten.

De Assyrische aanpak van een veldslag en de financiële administratie van hun imperium waren nooit buitengewoon, maar hun belegeringskunst was dat wel. De Assyriërs hadden geleerd schansen te bouwen en beukten bressen in stadsmuren met stormrammen die waren opgehangen onder verrijdbare schutdaken. Geen muur was daartegen bestand en de antieke wereld moet verbijsterd zijn geweest toen deze wapens voor het eerst werden ingezet. (Er is wel geopperd dat verkeerd begrepen berichten over deze installaties de historische kern vormen van de sage van het Trojaanse paard.) Wanneer het terrein de bouw van belegeringsdammen niet toestond, groeven de Assyriërs tunnels. Ze hadden zelfs scholen waar soldaten leerden hoe ze onderaardse gangen moesten graven en stutten.

De belegering van Lachis. Tekening, gemaakt door Layard, van een reliëf uit Nineve, nu in het British Museum.
De belegering van Lachis. Tekening, gemaakt door Austen Layard, van een reliëf uit Nineve, nu in het British Museum.

De afbeelding hierboven toont hoe de Assyrische koning Sanherib in 701 Lachis belegert, een stad in het Juda van koning Hizkia (die van het zegel van gisteren). De aanvallers hebben een (door archeologen teruggevonden) dam opgeworpen waarover ze schutdaken naar voren rijden, waaruit de stormrammen opmerkelijk ver uitsteken. De Judeeërs hebben het gevaar in de gaten en proberen de belegeringsmachines met fakkels in brand te steken, maar de Assyriërs doven de vlammen met kannen water aan lange stelen. Tegelijkertijd verdrijven boogschutters en slingeraars de verdedigers van de stadsmuren. Het eindresultaat is te zien in het centrum van de afbeelding: de mannelijke inwoners van de stad zijn gespietst en de vrouwen trekken als vluchtelingen weg.

[Dit was de 126e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier. Dit stukje, gebaseerd op een hoofdstuk uit mijn boek Oorlogsmist, wordt vervolgd.]

Deel dit:

2 gedachtes over “Hizkia en de Assyriërs (1)

  1. “Het eindresultaat is te zien in het centrum van de afbeelding: de mannelijke inwoners van de stad zijn gespietst en de vrouwen trekken als vluchtelingen weg”
    Er verandert nooit iets. Degelijke taferelen zagen we vorig jaar nog in het Assyrische kerngebied rond de berg Sinjar.

Reacties zijn gesloten.