De Brakke Grond

brakke_grond_7
De Brakke Grond op een winteravond

De Brakke Grond is een oud klooster in Amsterdam. De gebouwen hebben verschillende functies gehad, zoals opslagruimte van koloniale artikelen, danszaal en café. Voor hij naar Frascati vertrok, preekte Lou de Palingboer hier; Piet Keizer is er getrouwd. De plek hoort bij Amsterdams collectieve geheugen.

Momenteel is het een complex van woonhuizen, een theaterzaal, wat kantoren en het aloude café, dat ik in 1982 voor het eerst moet hebben bezocht. De kantoren en het theater worden momenteel gebruikt door het Vlaams Cultureel Centrum. Vlamingen willen nog wel eens denken dat “Brakke Grond” de naam is van dat culturele centrum, terwijl Amsterdammers – voor zover ze niet werken in de culturele sector – er het eigenlijke café mee bedoelen.

Ik noemde het jaar waarin ik er voor het eerst kwam omdat ik De Brakke Grond – ik bedoel het café – in de afgelopen decennia heb zien veranderen. Tien jaar geleden was het, meer dan nu, een trefpunt van would be-dichters en would be-schrijvers. De leestafel, voorzien van in elke conversatie nuttige naslagwerken als een atlas en het Handboek Soldaat, was mijn vaste zitplek. Het zal hebben geholpen dat een deel van het personeel studeerde aan de toneelschool, zodat personeel en gasten op dezelfde golflengte zaten. Er is wel eens een avond belegd waarop mensen elkaar zelfgeschreven verhalen voorlazen.

Op een gegeven moment hadden we een plan voor een TV-programma over literatuur. Het lijkt namelijk wel alsof het schrijversinterview de enige vorm is en dat stoot mensen af. Zou het niet veel leuker zijn om te werken met gesproken recensies, waarbij de café-omgeving zorgt voor de benodigde afwisseling?

Een aflevering van het programma “De Brakke Grond” – want dat is toch een geweldige naam voor een literair programma? – zou als volgt kunnen gaan: het regent, een man beent het café binnen, gooit zijn jas over een stoel, zet zich op een barkruk en loopt leeg. “Die nieuwe roman van [[naam van een schrijver]], die is echt he-le-maal niets.” Waarna er een uiteenzetting volgt, onderbroken door het barpersoneel of een andere klant, en het inschenken van een goed glas bier. De vorm maakt het mogelijk verschillende visies op hetzelfde boek te presenteren – iets wat “Zeeman met boeken” ook kon – maar is levendiger doordat er af en toe ook een biertje wordt ingeschonken en doordat in zo’n café gewoon allerlei dingen gebeuren. Je hoeft er bovendien geen bekende Nederlanders voor in te zetten, zodat het geen DWDD wordt.

Zou deze vorm werken? Ik weet het echt niet, maar ik wilde dit eens hebben geschreven, en deze column van Marc van Oostendorp over de moeilijkheid een TV-programma te maken over taal, was de ongezochte aanleiding. Van Oostendorp heeft namelijk wel een punt: het is moeilijk TV maken over de geesteswetenschappen, terwijl de vraag er wél is.

Deel dit:

6 gedachtes over “De Brakke Grond

  1. TV met een inhoud miste ik al langer.
    Eerst stond mijn tv uit.
    Nu is mijn tv al weer jaren de deur uit.

    Mocht jouw programma er komen dan schaf ik weer een tv aan.

    Vriendelijke groet,

  2. “Het lijkt namelijk wel alsof het schrijversinterview de enige vorm is en dat stoot mensen af”, zo schrijf je in je aardige stukje over ‘De Brakke Grond’. En ik ben het met je eens dat andere vormen van publieke aandacht voor literatuur het proberen waard zijn. Alleen: ik ben het niet met je stelling eens dat het schrijversinterview mensen afstoot.
    Zelf heb ik in de afgelopen jaren heel wat van die interviews voor publiek afgenomen, en van een afnemende belangstelling heb ik nog weinig, zo niet niets gemerkt. Natuurlijk zijn er schrijvers op wie geen tientallen mensen afkomen – hoe onterecht vaak ook – maar als er bij interviews met auteurs als Jan Brokken, Jan Siebelink, Annejet van der Zijl, Adriaan van Dis (ja: zelfs de interviewer der interviewers werd aan een interview onderworpen, tot beider genoegen trouwens) en Anna Enquist vele tientallen lezers, en soms meer dan 100 mensen in de zaal geboeid zitten te luisteren, dan verklaar ik het schrijversinterview nog niet ernstig ziek, laat staan dood. En dat terwijl de interviewer allerminst een BN’er is… Lezers willen gewoon weten wat een auteur drijft, en daar probeer ik in zo’n interview dan achter te komen.
    Je moet er toch niet aan denken dat types als Theodor Holman jouw programma binnen komen lopen, Jona? Mensen die er op uit zijn alleen maar stennis te schoppen, anderen schade te berokkenen, valse getuigenissen af te leggen? Of ga ik nu zelf te ver?? Heiligenverering staat ook ver van mij, en als ik een boek minder geslaagd vind ga ik het echt niet op zitten hemelen, maar respect voor de auteurs staat bij mij voorop. Ik vrees dat dat voor sommige van jouw spontane recensenten niet op zal gaan. Of gaat dat meevallen?
    Jou en degenen die je lief en dierbaar zijn wens ik een vredige Kerst toe, iets wat in deze tijden helaas niet erg kansrijk is, gezien de wereld om ons heen waarin – bijvoorbeeld – een democratisch gekozen regering in een niet nader te noemen Scandinavisch land asielzoekers eerst van een deel van hun bezittingen wil ontdoen om ze daarna minimale opvang te bieden. Wat leven we in een nare wereld….

  3. Maurits de Groot

    Ik denk dat er vooral een gebrek is aan goede interviewers. Je kunt met veel mensen een (ook voor anderen) boeiend gesprek hebben, als je maar de juiste vragen stelt.

Reacties zijn gesloten.