Astarte

Astarte of Anat (Israel Museum, Jeruzalem)
Astarte of Anat (Israel Museum, Jeruzalem)

Een tijdje geleden blogde ik over Lachis, de stad in Judea die de Assyriërs veroverden op koning Hizkia, wiens zegel – of beter: de afdruk daarvan – onlangs in een gecontroleerde context is teruggevonden. Om te illustreren dat dit zegel al bekend was uit Lachis, doorzocht ik mijn foto’s, maar ik vond alleen een ander koningszegel. Én het bovenstaande gouden plaatje, dat óf mijn zakenpartner óf ik fotografeerde in Jeruzalems fenomenale Israel Museum.

Fotografie werd daar destijds alleen oogluikend toegestaan, zodat we genoopt waren de taken te verdelen: terwijl de een de camera bediende, hield de ander de bewakers in het oog. Ik geloof dat die het in de gaten hadden maar dat ze het, zoals bewakers met een hart voor cultuur betaamt, probeerden zo lang mogelijk niet te zien. Ik heb goede herinneringen aan die middag kat-en-muis.

Het gouden plaatje toont een naakte vrouw op een paard. Uit de opgravingscontext is duidelijk dat het stamt uit de dertiende eeuw en verder mogen we aannemen dat het gaat om een godin: de onderdelen van haar hoofddeksel, pluimen en hoorns, worden elders met goden geassocieerd. Ook de plaats op een paard is in dit opzicht relevant: in de Levant, Anatolië en Mesopotamië werden goden wel vaker afgebeeld terwijl ze op een rijdier stonden. Dat kon een leeuw of een draak zijn en in dit geval is het dus een paard.

Vermoedelijk stelt dit de godin Astarte voor, die werd vereerd in de hele Levant. We kennen haar vooral uit het eerste millennium: in Fenicische inscripties heet ze Aštart en in de Bijbel Aštoret. Er zijn echter eveneens vermeldingen uit de eeuw waarin dit gouden plaatje is gemaakt: in de kleitabletten uit de Syrische havenstad Ugarit heet ze Athtart, lijkt ze te zijn geassocieerd met de ruiterij en wordt ze in één adem genoemd met een andere godin, Anat. Die wordt precies hetzelfde afgebeeld – ook met dit type kroon, eveneens naakt – en daarom weten we niet zeker of het plaatje hierboven wel Astarte voorstelt. Omdat zij in later eeuwen de populairdere godin was, neemt men aan dat ook de afbeelding hierboven Astarte voorstelt, maar welbeschouwd zou het ook Anat kunnen zijn.

Vrijwel steeds is ze de beschermvrouwe van alles wat met seks en oorlog, met vruchtbaarheid en verwoesting heeft te maken. De negatieve component kennen we ook uit Egypte, waar Astarte en Anat in enkele teksten worden vermeld. Ramses III wordt bijvoorbeeld aangeduid als een koning die in het strijdgewoel wordt gesteund door de goden Seth en Montu en wordt beschermd door Astarte en Anat.

Zoals dat gaat met religie, ontwikkelde de cultus zich door de eeuwen heen. Er kwamen nieuwe aspecten bij, andere aspecten werden vergeten. Anat en het krijgshaftige karakter raakten in vergetelheid, zodat een godin van seksualiteit en vruchtbaarheid resteerde. In het zuiden van Kanaän – in Juda, met andere woorden – werd de cultus bestreden: de Bijbel vermeldt “de Baals en Astartes” als afgoden. Uit diezelfde tijd kennen we de Fenicische Aštart vooral als de beschermvrouwe van het koninklijke huis in Sidon, terwijl ze een paar eeuwen later, in de Romeinse tijd, nog altijd werd vereerd – maar nu als de Europa die door de stier was ontvoerd. (Dat gebeurde overigens volgens de Grieken in Tyrus, want de Grieken hadden wat moeite de twee Fenicische havensteden uit elkaar te houden.) In die tijd was ze in Syrië onder de naam Atargatis het voorwerp werd van een extatische cultus.

Ik dwaal af. Zoals je niet kunt zeggen dat Ugaritisch hetzelfde is als Grieks, zo kun je ook niet zomaar zeggen dat een Ugaritische Athtart identiek is aan een Griekse Europa. De dames vertonen echter wat familiegelijkenis, vandaar dat ik ze toch even met elkaar heb behandeld. Wat verderop in de familie vinden we ook de Babylonische Ištar en de Griekse Afrodite, maar zeker met die laatste zijn we wel erg ver verwijderd van de godin wier afbeelding we kennen uit Lachis.

[Dit was de 137e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit: