Wetenschap op TV

Constantijn (munt uit Museum Valkhof, Nijmegen)

Jaren, jaren geleden. Er is een BBC-documentaire op TV waaraan ook Keith Hopkins meewerkte, een bekende oudhistoricus. Hij vertelt hoe de Romeinse keizer Constantijn de Grote ging samenwerken met het lange tijd vervolgde christendom. Mijn toenmalige vriendin, die naast me op de bank zat, kon een sneer niet onderdrukken: was dat nou wat mijn collega’s deden? Dit had zij al in de tweede klas van het VWO gehad!

Ik kon alleen maar erkennen dat ze raak had geslagen. En toen wist ik nog niet dat een van die collega’s – ik werkte destijds aan de Vrije Universiteit – me de volgende dag over de koffie precies hetzelfde zou zeggen. Het is geen reclame voor een vakgebied als een hoogleraar dingen vertelt die iedereen al weet. Een hoogleraar moet je als universiteit alleen inzetten als er nieuws is.

Het grote probleem ligt echter elders: wetenschap en TV vormen een ongelukkig huwelijk. Dat wil niet zeggen dat er niet af en toe mooie momenten zijn. U zult inmiddels de mooie animatie wel hebben gezien die Bruno van Wayenburg heeft gemaakt om uit te leggen wat zwaartekrachtgolven zijn.

Het kan dus wel, maar even vaak ontspoort het. Maarten Keulemans blogt vandaag over de wijze waarop het NOS-journaal erin slaagde de berichtgeving over de zwaartekrachtgolven te verprutsen. Vorige week was het Jim Heirbout die aan de kaak stelde dat Nieuwsuur er niet in was geslaagd uit te leggen hoe de elektromotor werkte die verborgen had gezeten in de fiets van de Belgische veldrijdster Femke Van den Driessche.

Ik heb zelf onlangs vermeld dat het onprofessioneel was dat Nico Roymans in De Wereld Draait Door zijn ontdekking aankondigde dat Julius Caesar de Tencteri en de Usipetes had vernietigd in Kessel. De aard van de ontdekking, een aanpassing van de negatieve heuristiek, leent zich niet voor TV en wat nog erger was: door de primeur op TV te brengen, moesten de andere media volgen vóór het beeldmateriaal ter beschikking was. Ik kan aan dit voorbeeld nog toevoegen dat DWDD al eerder was nat gegaan met uitleg over de historische Jezus en de nieuw-ontdekte kamers in het graf van Toetanchamon – met een uitleg die zó oliedom was dat egyptologen de redactie erover hebben aangeschreven.

Dat een TV-redactie betere gasten zou moeten kunnen vinden, lijkt vanzelfsprekend, maar zo gemakkelijk is het niet. Zo iemand moet ook maar op afroep beschikbaar zijn en vooral: het moet iemand zijn die begrijpt wat er in de studio zoal gebeurt. Om een klassiek moment uit de vaderlandse TV-geschiedenis in herinnering te brengen: het zwijgen van Jannes van der Wal toen Mies Bouwman hem een simpele vraag stelde. Van der Wal dacht over zijn antwoord en dat levert geen spannende TV op.

Voor televisie heb je meer aan alerte sprekers dan aan denkers en daarom hebben TV-redacties het liefst een paar generalisten die van alle markten thuis zijn. Mensen die begrijpen wat TV-maken inhoudt en een vlotte babbel hebben dus. Govert Schilling praat over alle exacte wetenschappen mee – en dat pakt goed uit omdat hij weet wat hij niet weet. Hij lijkt echter wel een uitzondering.

Mogelijk hebben de exacte wetenschappen het op TV iets makkelijker omdat er doorgaans echt iets nieuws is ontdekt, terwijl in de historische wetenschappen de data doorgaans hetzelfde blijven en de doorbraken meer te maken hebben met veranderende inzichten. Een andere factor kan zijn dat de geesteswetenschappen slecht bekend zijn, waardoor humor contraproductief is: mensen herkennen niet wat het serieuze deel is.

Om niet negatief te eindigen, rond ik af met een geslaagd filmpje. Merk echter op dat het eigenlijk gewoon een goede lezing is voor een publiek dat weet wat de geesteswetenschappen inhouden. Op TV zou dit niet hebben gekund.

[Dit was overigens, zo merk ik nu, de tweeduizendste blogpost op deze kleine blog.]

Deel dit:

2 gedachtes over “Wetenschap op TV

Reacties zijn gesloten.