Huis van Hilde

@@@
Romeinse munt: Caligula

Terwijl ik nota bene een vriendin heb die woont op een steenworp van het station in Castricum, was ik nog nooit in het archeologische museum “Huis van Hilde” geweest, dat naast datzelfde station ligt. Die omissie was des te opmerkelijker omdat het museum, dat méér is dan de expositieruimte van het archeologisch depot van de provincie Noord-Holland (zoals het zich bescheiden presenteert), me altijd interessante persberichten stuurt. Kortom, ik had iets in te halen en dat deed ik donderdag.

Archeologische depots zijn te vergelijken met archieven: opslagruimten van informatie. In de stellingen in Castricum liggen ongeveer 12.000 dozen met samen zo’n twee miljoen vondsten, 18.000 opgravingstekeningen, 17.000 dia’s, 6500 foto’s, zestig meter dossier en ongeveer 300 gigabyte aan digitale bestanden. Er komt elk jaar nog bij en dat wordt – net als in een archief – uitgedrukt in strekkende meters: 125 à 150 meter vondsten per jaar.

De depots zijn het domein van de archeologen maar voor het publiek is er een mooi ingerichte expositieruimte die het verleden van Noord-Holland documenteert, althans voor zover bekend uit opgravingen. Dat zijn twee aanvechtbare begrenzingen: “Noord-Holland” en “materiële cultuur” zijn beperkingen, ingegeven door een hedendaagse administratieve grens en academisch specialisme. Ze zeggen meer over het eenentwintigste-eeuwse subject dan over het verleden object. Dat gezegd zijnde: de expositieruimte is echt fraai, de vaak drietalige uitleg is gedegen en het geheel is de moeite van een bezoek alleszins waard.

De blikvangers zijn enkele in een wijde cirkel opgestelde, mooi gemaakte reconstructies van hoe vroegere bewoners van Noord-Holland eruitzagen: iemand uit de Steentijd, een Friese krijger en een Romeinse soldaat uit Velsen, een vierde-eeuwse Friezin die speels “Hilde” is genoemd, een middeleeuwse ridder, een soldaat uit de Napoleontische tijd. (Als u zich verbaast over al die Friezen: zo heetten alle inwoners van het kustgebied vóór het ontstaan van het graafschap Holland.)

De opgegraven voorwerpen liggen om deze cirkel van reconstrueerde Friezen/Noord-Hollanders heen: twee oeroude schepen, aardewerk, gebruiksvoorwerpen (bijlen, hamers, een katrol…), wapens, sieraden, sarcofagen, enkele maquettes van boerderijen. De jongste voorwerpen documenteren de Tweede Wereldoorlog. Er is merkbaar zorg aan besteed en geld geïnvesteerd om het publiek het verleden van dit gebied uit te leggen.

Fijn vond ik ook de filmpjes waarin sommige vondsten worden toegelicht: mooi gemaakt, toegelicht door de betrokkenen. Iets minder blij was ik met de uitleg bij de voorwerpen: vaak niet meer dan een nummer en een zeer beknopte beschrijving, zonder vermelding van de vindplaats. Er is wel enige (en, zoals gezegd, gedegen) uitleg van de periode waaruit de vondsten komen, en er zijn mooie displays met extra informatie, maar wie bijvoorbeeld wil weten welke Romeinse keizer staat afgebeeld op deze of gene munt, komt er niet uit. Voor de liefhebber: de vondst hierboven (“5254-104 Romeinse munt”) is van Caligula en is gevonden in de Velserbroek, waar de Friezen aan het begin van onze jaartelling allerlei kostbaarheden hebben geofferd in het drassige land.

Al met al: een fijn museum. Ik denk dat ik in Castricum nog wel eens uit de trein zal stappen, een klein uurtje rondwandel door het Huis van Hilde, en dan met de volgende trein weer verder ga.

Deel dit:

17 gedachtes over “Huis van Hilde

  1. Absolute aanrader. Beleving en inhoudelijke kwaliteit gaan er gelijk op. Eigenlijk moet elke provincie zo’n archeologisch centrum hebben. Kleine kanttekening: het is het archeologisch depot van heel NH, maar concentreert haar presentatie op het noorden van NH.

    1. Ja, die kritiek klopt: het Gooi komt er wat bekaaid vanaf. Ik kan uit mijn hoofd niet herinneren of ik iets van de Hilversumcultuur heb gezien. Waarmee in feite het punt terugkeert dat ik noemde: het is subject-bepaald (moderne administratieve grenzen determineren het aanbod) en niet object-bepaald (het verleden zelf bepaalt het gebodene).

      1. mnb0

        Ah – hier hebben we een eigenaardig vooroordeel van de bewoners van boven het Noordzeekanaal (gedurende in totaal 25 jaar was ik er zelf één). Voor hun gevoel is alles beneden het Noordzeekanaal (en ook Amsterdam-Noord) geen Noord-Holland.

      2. Ik heb niks tegen modern-administratieve grenzen. Heerlijk die Duitse Landesmuseen, die gebaseerd op moderne of oude grenzen de cultuurgeschiedenis van een gebied helemaal uitpluizen. Het kan alleen onhandig en soms irritant uitpakken als grenzen arbitrair worden getrokken. Dat vind ik in Castricum dan nog meevallen. Wat wel arbitrair is: Elke provincie maakt eigen keuzes over de opslag en presentatie van zijn archeologische collectie. Resultante is dat veel gewoon niet te zien is. Meest schrijnend zijn het Fries en het Groninger Museum. Het is terpen-archeologie voor-en-na in het noorden, maar een fatsoenlijke vaste presentatie, ho maar. Uit diverse gesprekken in museumland ben ik er intussen wel achter waarom het onderwerp ‘geschiedenis’ zo’n ondergeschoven kindje geworden: musea worden vooral geleid door kunsthistorici, of nauwkeuriger, kunsthistorica’s. Deze mensen hebben niet zoveel met botjes en potjes, waardoor een belangrijk deel van onze geschiedenis onder het designkleed is geveegd.

        1. henktjong

          Geheel mee eens. In historische musea moeten historici de verantwoordelijken zijn en de dienst uitmaken, niet kunsthysterica’s. Een goed voorbeeld van hoe het niet moet is het historisch museum in het Hof te Dordrecht (ik krijg de naam waaronder het bekend staat niet uit mijn toetsenbord) waar geen historicus bij te pas kwam. Gelukkig namen ze, laat, wel wat over van de archiefmensen, de archeologen en een enkele free-lance historicus zoals ik. Maar de hele toestand rond de eerste ‘vrije’ statenvergadering en zijn zogenaamde vrijheid van godsdienst (en geweten, maar dat is weer wat anders), is een hype die op geen enkel historisch feit is gebaseerd. En de film die vertoont wordt is op vele punten gewoon belachelijk.

      1. mnb0

        Qua graafschap was er continuiteit en geen onderbreking. Is slechts een naamsverandering voldoende om een nieuw administratieve eenheid te laten ontstaan? Dat is wel leuk met landen als Myanmar/Birma en Congo/Zaire.

  2. Friezen, mensen die de (oud)Friese taal spraken, hebben naar men aanneemt gewoond van Bretagne tot Denemarken. De provincie Friesland is dus niet het gebied waar de Friezen vandaan komen, maar de regio waarin ze zich teruggetrokken hebben. In Noord-Holland kennen we nog vier Friese dialecten: West-Fries in het noorden, en van west naar oost Kennemerlands, Zaans en Waterlands in het zuiden. Waterlands is het sterkst verwaterd, Volendams en Markens zijn de nog bestaande kernen. Als je goed Volendams wilt horen, moet je op zaterdagavond naar een kroeg in dat voormalig vissersdorp gaan.
    Hilde heeft dus waarschijnlijk oud-Kennemerlands gesproken.

    1. mnb0

      Zaans heeft veel meer gemeen met het Hollands (dwz Nederfrankisch) dan met het Fries. Volgens mijn vader (geboren en getogen in Hem) geldt dat voor het Westfries eveneens.

  3. henktjong

    Die middeleeuwse ‘ridder’ is Willem, heer van Brederode (ca 1226-1285), een edelman. Naast hem staat zijn vrouw, Hildegonda van Voorne (ca 1230-1302). Ze zouden een goed beeld van resp. laat 13e en vroeg 14e eeuwse kleding (en heraldiek) moeten geven, maar doen dat niet. Datzelfde geldt voor de 16e eeuwse Haarlemse. Als deze binnen mijn expertisegebied vallende figuren al niet kloppen, hoe zal het dan met de andere figuren zijn? En hoe betrouwbaar ben je dan t.o.v. je publiek? In mijn ogen krijgt men in ieder geval bij die drie figuren dus weer een verkeerd beeld van het verleden, zoals al zoveel gebeurt.

  4. JL:

    Voor de liefhebber: de vondst hierboven (“5254-104 Romeinse munt”) is van Caligula en is gevonden in de Velserbroek, waar de Friezen aan het begin van onze jaartelling allerlei kostbaarheden hebben geofferd in het drassige land.

    Geofferd, of gewoon verloren of weggestopt als appeltje voor de dorst?

    Juist JL vertelt ons altijd dat we niet alle oude vondsten aan religie of rituelen moeten toeschrijven…

    Verder ben ik het tegendeel van een latinist maar ik probeer toch de tekst op die munt te ontcijferen. Ik lees: CCAESARAVGGERMANICUSPONMTRPOT maar dat zal wel niet kloppen zeker? Wat staat er eigenlijk en wat betekent het? “Caesar” en “Germanicus” snap ik nog wel.

    1. Net nadat ik bovenstaande plaatste bedacht ik dat AVG waarschijnlijk moet staan voor “Augustus”. De rest blijft raadselachtig w.m.b.

      1. C CAESAR AVG GERMANICUS PON M TR POT

        Gaius Caesar Augustus Germanicus: de naam van Caligula

        pontifex maximus: hogepriester

        tribunicia potestate: in het bezit van de bevoegdheden van volkstribuun (dwz persoonlijke onschendbaarheid)

        Dit laatste gold als een soort telling van regeringsjaren. TR POT II is dan het tweede regeringsjaar, TR POT X het tiende. Omdat het nummer hier ontbreekt, gaat het om een munt uit het eerste jaar, maart 37 – maart 38.

        1. Ha, bedankt!

          Dat het in feite zijn volledige naam + titels waren had ik misschien ook wel moeten weten… Maar het is alweer een tijdje geleden dat ik iets serieus over de Romeinen las.

  5. Een wat late reactie, maar ik wilde toch even reageren op:

    [vaak niet meer dan een nummer en een zeer beknopte beschrijving, zonder vermelding van de vindplaats]

    Inmiddels zou dat probleem opgelost moeten zijn. Onderaan de vitrines hangen tablets waarop je het nummer in kwestie kunt intoetsen. Dan krijg je veel meer informatie over het voorwerp. Het voordeel van deze methode is dat je geen vitrines vol met tekst meer hebt.

Reacties zijn gesloten.