Gezicht op Zutphen

Gezicht op Zutphen (Runstraat 16, Amsterdam)

Amsterdamse gevelsteentjes, daar heb ik al een tijdje niet over geschreven. Later deze week haal ik de schade in maar vandaag alvast dit gevelsteentje uit de Runstraat 16. Een heus “Gezicht op Zutphen”. Helemaal rechts is de Walburgiskerk te zien, al is de toren een beetje curieus vergeleken met hoe ze er nu uitziet. Iets naar links komen dan, vlak bij elkaar, de Wijnhuistoren (iets minder rank dan tegenwoordig), de voormalige Marspoort (met brug) en de hoge Broederenkerk. Iets naar links is de Nieuwstadskerk.

Omdat de Wijnhuistoren, Marspoort en Broederenkerk bij elkaar lijken te staan, vermoed ik dat de tekenaar hier heeft staan tekenen, even ten zuiden van de oude brug over de IJssel. Daar hebben meer kunstenaars gestaan, want de onderstaande gravure van Johannes Janssonius uit 1613 heeft bijna hetzelfde perspectief.

Het verschil tussen de twee afbeeldingen is dat er in 1613 een enorme stadswal bij was gekomen. Ik begrijp dat dat in 1596 is gebeurd, zodat de tekening waarop het gevelsteentje is gebaseerd, moet teruggaan op een tekening van vóór dat jaar. Dat sluit wel aan bij het feit dat de Runstraat behoort bij een uitbreiding van Amsterdam uit het laatste kwart van de zestiende eeuw. Toen het huis in kwestie werd gebouwd, misschien aan het begin van de zeventiende eeuw, was het steentje wellicht al wat verouderd, maar een kniesoor die daarop lette.

Nog even een woord over de Marspoort. Die is er niet meer, maar het bruggetje is er nog wel. Daar vlakbij zit ik elke week een dag te werken aan uw favoriete oudheidkundige tijdschrift, dat deze week op de post gaat.

Johannes Janssonius, Zutphen
Johannes Janssonius, Zutphen
Deel dit:

7 gedachtes over “Gezicht op Zutphen

  1. Virginie
  2. Dirk

    Waarom staat er op dat huis in Amsterdam een zicht op Zutphen? Zaten daar handelaars uit die stad?

  3. Gerdien

    Grappig is dat op de gevelsteen zowel de Berkel als de IJssel te zien zijn. Dat stuk Berkel doet trouwens aan een gegraven gracht denken.

  4. Willem Frijhoff

    Verrassend, dat bericht! Ik heb veel over Zutphen geschreven (en kom er vandaan) maar kende deze gevelsteen nog niet! Dank! Hij zal vast te danken zijn aan een immigrant uit Zutphen (dat waren er toen flink wat in Amsterdam, zoals het onderzoek van de vm. Amsterdamse archivaris Simon Hart indertijd heeft aangetoond), Zutphen lag nog in de vuurlinie (tot ca. 1630) en Amsterdam had de toekomst, zeker in de jaren na ca. 1615 toen dat deel van Amsterdam met de Runstraat werd aangelegd. Het onderschrift van Jona behoeft echter wel wat commentaar. Kijk in de Historische atlas van Zutphen (Vantilt, 2011). p. 27, daar staat dat prospect in kleur. Het komt uit de stedenbeschrijving van de Nederlanden van Guicciardini (is vermoedelijk in eerste versie iets ouder dan Janssonius, overigens een Arnhemmer die in Amsterdam werkte), en weerspiegelt een wat fantastische beeldtraditie, met stereotiepe weergave van wat in een echte stad behoort te staan, die afwijkt van de meer realistische beeldtraditie van een andere reeks stadsgezichten. Wellicht daarom is thuisbrengen van alle elementen niet goed mogelijk. In elk geval geldt dat voor de Wijnhuistoren, pas in de jaren 1630 gebouwd voor het eerste carillon van de gebroeders Hemony, geschutgieters uit Lotharingen die zich in de stad hadden gevestigd vanwege de nabijheid van het front en die daarmee aan hun zegetocht als carillongieters begonnen (later waren ze in Amsterdam gevestigd, waar nog 5 carillons van hen bestaan). Op het oude middeleeuwse Wijnhuis stond wel een torentje, maar niet te vergelijken met de monumentale toren die er ca. 1630 kwam.
    De toren van de Walburgiskerk is op die gevelsteen wel erg curieus. De hoge middeleeuwse spits (naar verluidt ca. 100 meter) was in 1600 door blikseminslag verbrand. Hij stond afgebeeld op een in de negentiende eeuw weggehaalde muurschildering uit 1542 in de schepenbank, zie de atlas, p. 23, in de Burgerzaal hangt nu een groot tapijt met een reproductie daarvan. Er kwam een nooddak (zo ongeveer als op het prospect van Janssonius), dat pas in 1633-37 vervangen werd door de peperbus die in 1948 is afgebrand, en thans weer door een iets andere peperbus is vervangen. Wat ik op deze gevelsteen zie staan, lijkt echt op geen van beide. Dus weer een nieuwe fantasieversie? ‘Zo hoort de toren van een hoofdkerk eruit te zien’, moet de maker hebben gedacht.
    Middenvoor staat een molen op de oever. In werkelijkheid stond (zoals gbruikelijk in elke handelsstad) op die plek tot in de 19e eeuw de kraan om de goederen uit de schepen te hijsen en dan via de Marspoort de stad in te dragen. Die kraan heeft wel bijna dezelfde contouren als deze molen. Op de plattegrond van Jacob van Deventer uit ca. 1560-65 (atlas, p. 22) zie je ze (met enige moeite) echter allebei naast elkaar op die plek. Daar is ook nog de vaste paalbrug uit ca. 1485 ingetekend die in het rampjaar 1572 door ijsgang werd vernield. Op de gevelsteen zien we vóór de kraan nog de aanzet naar die brug, en links daarvan een gebouwtje op de oever dat het kleine buurtje symboliseert dat daar lag tot oorlogshandelingen ook dat deden verdwijnen.
    Kortom, beslist een boeiende steen die, zoals vaak, de vraag oproept of die nu door een Hollander gemaakt is naar een plaatje, dan wel of een in Amsterdam wonende Zutphenees er een aandeel als ooggetuige in heeft gehad.

Reacties zijn gesloten.