Tja, Leiden

De Madurodamse campus Leiden

De blog Neder-L, waarop een groep neerlandici dagelijks schrijft over hun vakgebied, bevatte onlangs een 1 april-grap die in elk geval mij even op het verkeerde been zette. Auteur Peter Arno Coppen kondigde vroeg in de ochtend aan dat de blog zou worden gesplitst in een gratis, publiek deel en een betaalsite. Zijn collega Marc van Oostendorp reageerde daarop als door een adder gebeten: dit had de redactie nooit afgesproken, neerlandistiek diende toegankelijk te blijven, hij was boos, zou een nieuwe blog gaan beginnen. Verschillende formuleringen maakten duidelijk dat het een grap moest zijn, maar ik heb die eerste april toch even geaarzeld.

Het zou namelijk zomaar hebben gekund. Zoals de vaste lezers van deze kleine blog weten, maak ik me nogal wat zorgen over de toekomst van de humaniora. Illustratief is, denk ik, de gang van zaken vorig jaar aan de UvA: terwijl er grote problemen waren, claimde men dat de humaniora belangrijk waren, maar toonde men dat niet. Als de UvA-geesteswetenschappers zichzelf te kijk hadden willen zetten als zelfingenomen en wereldvreemd, hadden ze dat niet efficiënter kunnen doen. Helaas geldt dat voor alle letterenfaculteiten. Een goede website waar de doorbraken in de taalkunde aan het publiek worden getoond? Is er niet. De archeologische vondsten in Kessel aangrijpen om de mensen te tonen dat archeologen en historici verschillend denken over de aard van een oudheidkundig bewijs? Doen we niet. Tonen welke hermeneutische benaderingen er bestaan? Ga maar vragen bij de theologen. Omdat vrijwel niemand de moeite neemt de humaniora uit te leggen, is het alleszins denkbaar dat er werkelijk nog eens geld gevraagd zal worden voor een blog over neerlandistiek. Men is er onprofessioneel genoeg voor.

Geesteswetenschappers zijn dodelijk efficiënt in het verjagen van geïnteresseerden en dragen daarmee zelf bij aan het afkalvende draagvlak. In een land als Japan is men al begonnen met het opheffen van letterenfaculteiten en het is denkbaar dat het in mei 2017 aantredende kabinet-Zijlstra hetzelfde zal doen in Nederland, zeker nu de VVD een einde wil maken aan studies zonder baankans. De VVD heeft ontdekt dat er electoraal winst valt te behalen door je af te zetten tegen de humaniora. Het is daarom urgenter dan ooit dat de letterdames en -heren uitleggen waartoe hun werkzaamheden dienen. Niet claimen maar tonen. Draagvlak heroveren voor het te laat is.

Dat zal men echter niet doen. De situatie lijkt op de (overigens bekritiseerde) parabel die Jared Diamond heeft gebruikt om uit te leggen waarom beschavingen ten onder gaan: de Noren op Groenland. Als trotse Vikingen leefden ze van de landbouw en daarmee gingen ze door, ook toen het klimaat begon te veranderen. Ze hadden kunnen overleven als ze (zoals hun Inuit-buren) waren gaan vissen, maar de Noren konden zich daar niet toe zetten. Onze letterenfaculteiten doen niet anders: hardnekkig concentreren ze zich op onderzoek en men kan zich er niet toe zetten professioneel uit te leggen waartoe dat dient. Jammer, want de overdracht van informatie is niet alleen tactisch zinvol, maar is domweg een wettelijk voorschrift. Dat heeft niks te maken met wat tegenwoordig “valorisatie” heet – universiteiten zijn altijd gehouden geweest hun informatie over te dragen, krijgen daarvoor geld uit de eerste geldstroom en noemen voorlichting vanouds in de taakomschrijving van de medewerkers.

Er zijn echter maar weinig geesteswetenschappers die deze taak serieus nemen. De zojuist genoemde Marc van Oostendorp (die ik alleen ken van zijn online-activiteiten) is er een van. Hij schrijft bijna dagelijks op Neder-L, waar hij bijvoorbeeld inging op de burgervragen voor de wetenschapsagenda. Hij was ook te zien in het geweldige filmpje dat ik al eens eerder deelde.

De Leidse universiteit, waar Van Oostendorp onbezoldigd hoogleraar is, maakte er goede sier mee. Onlangs is hij daar echter vrij onceremonieel weggebonjourd. Hij beschrijft hier en daar hoe men in Leiden vijftien jaar lang gebruik maakte van zijn diensten en hem voorhield dat hij – wanneer er eens een vacature zou zijn – zeker een serieuze kandidaat zou zijn. Hij en zijn echtgenote, die ook in Leiden werkt, hielden daar bij hun planning rekening mee, bijvoorbeeld door een aantrekkelijke baan elders te laten lopen. Onlangs kon Van Oostendorp solliciteren maar zijn kandidatuur werd niet bepaald serieus genomen. In zijn eigen woorden:

De decaan wond er geen doekjes om. Met nauw verholen plezier vertelde hij me dat er drie kandidaten “met kop en schouders” bovenuit staken in het deelnemersveld en dat ik daar “natuurlijk” niet bij hoorde.  Hij drong me ook de namen van de kandidaten op, die hij volgens mij eigenlijk niet had mogen onthullen, maar hij wilde heel graag laten weten hoe dichtbij mij de collega’s stonden die dan wel waren geselecteerd. …

Ik kan niet zeggen hoe zeer mij dit heeft geraakt: het feit dat niet alleen allerlei beloftes achteloos terzijde werden geschoven, maar men mij vooral ook een paar keer heeft willen inwrijven dat het eigenlijk een belachelijk idee van mij was geweest om überhaupt te solliciteren.

Ik kan uit de aard der zaak niet beoordelen of Van Oostendorps lezing van de gebeurtenissen juist is. Als hij werkelijk meende dat hij kon vertrouwen op eerder gedane toezeggingen, is hij wel een beetje naïef. Het is moeilijk voorstelbaar dat hij het machiavellisme niet zou kennen waarmee aanstellingen worden verdeeld. (Lees anders Ter navolging van Kees ’t Hart.) Ik wil echter meteen geloven dat Van Oostendorp tot op het bot gekrenkt is en ik geloof hem op zijn woord als hij oppert dat de vernedering moedwillig is. Er zijn parallellen voor zulk sadisme. De letterenfaculteiten halen het slechtste in mensen boven en dat is des te pijnlijker omdat de humaniora in de kern een pedagogisch programma willen zijn, dat mensen meer mens wil maken.

Van Oostendorp is niet het eerste slachtoffer en zal het laatste ook niet zijn. Hij heeft gelukkig nog steeds een betrekking aan het Meertens-instituut en blogt stug door op Neder-L. Een ervaring rijker en een illusie armer. Dat is al erg genoeg, maar de schade van deze affaire is groter dan een hoogleraar Fonologische Microvariatie die het Leidse bijltje erbij neer gooit. De feitelijke verliezer is de faculteit Geesteswetenschappen in Leiden, die iemand is kwijt geraakt die had kunnen bijdragen aan het draagvlak van het letterenonderzoek.

Deel dit:

10 gedachtes over “Tja, Leiden

  1. Martijn

    Het is helaas oud nieuws: Letteren interesseert universiteiten al vele jaren niet meer. Volledige studies (Portugees! Fins ook bijna) worden opgeheven, anderen worden samengevoegd tot een soort smeerkaas die weliswaar geen “algemene letteren” meer mogen heten maar wel een soortgelijke vaagheid tentoonspreiden. De organisatorische staat van het vakgebied Klassieke Talen is al helemaal om te huilen. Ik snap het wel, dat alfa-wetenschappers niet naar buiten treden: telkens wordt je kop er afgebeten door het bestuur van jouw eigen universiteit. Ik zou ook in m’n schulp kruipen en blijven zitten.
    Maar diep triest is het wel.

    1. Ja, maar juist door stil te blijven zitten en ervan af te zien maatschappelijke steun te winnen, versterk je dat proces. Terwijl er voldoende vraag is naar het soort informatie dat geesteswetenschappers leveren. De populariteit van bijvoorbeeld kwakhistorici toont duidelijk dat mensen dingen willen weten over herkomst en aard van onze cultuur. Of neem dit voorbeeld: als een columnist schrijft dat we moeten stoppen met verplichte literatuurlijsten, barst het krakeel los, want mensen voelen zich betrokken.

      Potentieel genoeg, maar de letteren moeten wel reageren. Of beter: professioneel reageren. Dus hop, het internet op en hop, de methoden uitleggen.

  2. “Dus hop, het internet op en hop, de methoden uitleggen.”

    Zoals hier: http://www.kennislink.nl/publicaties/wat-zijn-geesteswetenschappen ?

    Of hier: http://blog.oup.com/2014/02/how-the-humanities-changed-the-world/

    Of zelfs in Scientific American (door M. Shermer): http://www.scientificamerican.com/article/the-humanities-and-science-share-the-virtues-of-empiricism-and-skepticism/

    En er is nu zelfs een nieuw tijdschrift aan gewijd (vers van de pers): http://www.journals.uchicago.edu/toc/hoh/current

    Groet, Rens

    1. Ja, maar er is veel meer nodig. Het moet vanzelfsprekend zijn dat de methoden worden uitgelegd en universiteiten moeten journalisten die het goed doen, ondersteunen in plaats van tegenwerken.

  3. Ik denk dat je de verklaring voor de eenzijdige concentratie op onderzoek zelf al aangeeft: de letteren zijn een pedagogisch programma. Het wordt alleen niet opgevat als een maatschappelijk programma, maar individueel. De geesteswetenschapper wordt een rijker mens. Het zou afbreuk doen aan de eigen culturele superioriteit als men zich verlaagde tot uitleg.

    1. Dat gaat in zijn algemeenheid te ver. Er gebeurt namelijk wel iets, zie ook het commentaar van Rens Bod hier. Het probleem is, Bod niet te na gesproken, het gebrek aan professionaliteit.

  4. Frederik D..

    Persoonlijk denk ik dat de cultuurwetenschappen van maatschappelijke waarde zijn om het verschil tussen zin en onzin uit te leggen en om te pleiten voor een rationele debatcultuur.

    Tegenwoordig wemelt het op internet van onzin zoals allerlei complotgeloofjes, anti-evolutionismes, ufogeloof en zelfs platte-aardegeloof. Ik denk dat de domheid vandaag de dag groter is dan pakweg dertig jaar geleden. Maar wellicht ben ik zelf pessimistischer geworden.

    Mijns inziens zijn cultuurwetenschappers beter dan natuurwetenschappers in staat uit te leggen waarom onzin onzin is.

    Om eens flink te overdrijven, natuurwetenschappers zijn “autistisch”, cultuurwetenschappers zijn empathisch. Neem het openingsartikeltje van de heer Lendering

    Frederik D.

    1. Het probleem is dat de cultuurwetenschappen te maken hebben met ambigue, interpreteerbare data. De kwaliteitsgarantie, waarom een cultuurwetenschappelijke uitleg beter is dan die van de eerste de beste, is de methode. Die wordt echter nooit uitgelegd. Ik verwees al naar de afwezigheid van uitleg over de hermeneuse. Het boek van Rens Bod – hij reageerde hierboven – is oké, maar we hebben grote websites nodig. Men laat het na.

  5. Robbert

    “…de (overigens bekritiseerde) parabel die Jared Diamond…”
    Het is een zijstraatje (over letterenfaculteiten kan ik niet meepraten), maar de aangehaalde studie bekritiseert het idee dat de Noren Groenland moesten verlaten door (vooral) een kouder klimaat en dus niet Jared Diamond (die juist een multicausale Noorse ondergang beschreef).

  6. Gherardus Havingha

    Multicausale oorzaken;

    Tsja, uiteindelijk is er misschien toch maar 1 echte oorzaak, namelijk de laatste oorzaak in de hele keten…

Reacties zijn gesloten.