Serekh

Kom met de serekh van koning Djer (Leiden, Rijksmuseum van Oudheden)
Kom met de serekh van koning Djer (Leiden, Rijksmuseum van Oudheden)

In hiërogliefische teksten zie je vaak hoe sommige tekens staan geplaatst in een soort lus, een cartouche. Die cartouches zijn redelijk bekend, want ze speelden een rol bij de ontcijfering van de Egyptische lettertekens: de tekens in de lus gaven de naam van de vorst weer, geschreven in tekens die in feite alfabetisch waren. Doordat het verhaal van de ontcijfering vrij bekend is, is de uitdrukking “cartouche” een van de weinige uitdrukkingen uit het oudheidkundige jargon die ingeburgerd zijn geraakt.

Een serekh is het makkelijkste typeren als een vierkante cartouche, zoals op het plaatje hierboven. (De prachtige albasten kom is overigens te zien in de onlangs heropende Egyptische afdeling van het Rijksmuseum van Oudheden.) Vanwaar het verschil tussen de serekh en de cartouche?

Het antwoord is dat de Egyptische heerser verschillende namen had. Eén daarvan was zijn echte naam, de andere namen – vier toen het systeem eenmaal was uitgekristalliseerd – waren titels die de vorst aannam bij de troonsbestijging. De serekh toont een van die aangenomen titels en het woord betekent dan ook “dat wat bekendmaakt”, namelijk ’s konings gekozen identiteit.

De serekh op de kom hierboven is van koning Djer, een van de vroegste koningen van Egypte. U moet hem plaatsen in de dertigste eeuw v.Chr. Het onderste register is te herkennen als een gestileerde weergave van een paleisfaçade. In het vierkant daarboven staat dus de aangenomen naam van een vorst die eigenlijk Iteti heette: Djer, “hij die te hulp komt”. Helemaal bovenaan is een valk te zien, een vogel die in later tijden werd beschouwd als manifestatie van de god Horus. Omdat er vaak een valk zit op een serekh, noemt men de in het vierkant weergegeven titel ook wel de “Horusnaam”.

Latere vorsten verlegden hun focus naar hun vierde en vijfde naam, die werden geschreven in cartouches. Die raakten daardoor meer en meer in zwang. Serekhs duiden daarom vaak – maar niet altijd – op een vroege koning en ik heb er de laatste weken nogal wat gezien, toen ik het vierde nummer van uw favoriete oudheidkundige tijdschrift, Ancient History Magazine, aan het samenstellen was. Het is gewijd aan “Egypt before the pyramids”.

Het is – al zeg ik het zelf – een interessant nummer geworden, beginnend met een algemene inleiding en een uiteenzetting over het archeologisch bewijsmateriaal, de Naqada-kunst waarover ik weleens heb geschreven. Er wordt vaak beweerd dat de eenwording van Egypte werd veroorzaakt doordat er handel werd gedreven op de Nijl, waarbij scheepvaart een rol speelde. Het derde artikel herinnert eraan dat er nog nooit een schip uit deze tijd is opgegraven en dat het maar de vraag is of de scheepvormige afbeeldingen op aardewerk en een bekende muurschildering wel schepen voorstellen.

Het ontstaan van het schrift komt van zelfsprekend aan de orde, gevolgd door de regering van Khasekhemwy, die het land na een groot conflict herenigde en dit eenheidsrijk doorgaf aan zijn opvolger Djoser. Die kent u als de bouwer van de trappenpiramide in Saqqara, en ook daaraan is een artikel gewijd: het was immers nogal een vernieuwing, zo’n enorme kunstmatige berg. In het artikel wordt ingegaan op de architectonische tradities van Boven- en Beneden-Egypte, hoe die elkaar beïnvloedden en hoe de trappenpiramide, die toch echt staat in Beneden-Egypte, het beste past in de Boven-Egyptische traditie.

Het laatste artikel gaat over de piramideteksten, die, zoals u al vermoedde, teksten zijn die zijn gevonden in de piramiden. Ze documenteren echter religieuze ideeën uit de tijd vóór de Egyptenaren konden schrijven.

Het vierde nummer van Ancient History Magazine bevat bovendien artikelen over antieke zonsverduisteringen, over het hedonisme van Epikouros, over Sint-Elmusvuur, over druïdes, over een munt van keizer Postumus en over de vraag wat historici doen als ze het verleden zeggen te verklaren. Kortom, een gevarieerd nummer, dat u met plezier zult lezen. Het gaat nu naar de drukker en u krijgt het volgende maand toegestuurd als u zich hier abonneert.

[Dit was de 151e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit: