Een echte Romein

Togatus Barberini (Capitolijnse Musea, Rome)
Togatus Barberini (Capitolijnse Musea, Rome)

Het bovenstaande standbeeld behoort tot de collectie van de Capitolijnse Musea in Rome, al heb ik het beeld nooit daar gezien. De foto is gemaakt toen het was uitgeleend aan een expositie in Haltern, en ik heb het beeld ook wel eens gezien in de Centrale Montemartini, een tentoonstellingsruimte in een oude elektriciteitsfabriek ten zuiden van het historische centrum van Rome, aan de weg naar de Sint-Paulus buiten de Vesten.

Omdat afgebeeld heerschap een toga draagt en ooit deel uitmaakte van de verzameling van de Barberini-familie, wordt het beeld gewoonlijk de “Togatus Barberini” genoemd, want veel meer valt er niet van te maken: de portretten lijken althans niet op die van ons bekende Romeinen. Desondanks valt er wel iets meer over te zeggen.

In de eerste plaats: de man draagt dus een toga. Dat was niet zomaar het nationale kledingstuk van de Romeinen, maar het is ook – anders dan bijvoorbeeld ’s Neêrlands nationale klompen – een kledingstuk dat je droeg bij officiële gelegenheden. De man presenteert zich als iemand die zijn verantwoordelijkheid nam voor de Romeinse gemeenschap, vrijwel zeker door het bekleden van een openbaar ambt.

Hij draagt twee portretten mee. Dit zijn de grootvader en vader van onze magistraat. De Romeinen hadden de gewoonten van elke overledene een doodmasker te maken – dat van Caesar ligt wellicht ten grondslag aan deze buste – en die portretten werden bij uitvaarten mee gedragen. Deze man presenteert zich dus als iemand die familietrots haalt uit dienstbaarheid aan de gemeenschap. Heel Romeins.

In de Mediterrane boerensamenleving die het Romeinse Rijk was, gold het “image of limited good”: het idee dat er van alles maar een beperkte hoeveelheid was. Het eten dat de een in overvloed had, kwam de ander tekort. De rijkdom van de een betekende de armoede van de ander. De vrijheid van de een was andermans slavernij. Dit gold echter niet slechts voor concrete zaken, maar ook voor abstractere dingen, zoals eer. Als de ene familie in hoog aanzien stond, stond een andere dat niet.

Meneer Togatus Barberini had vermoedelijk twee voorouders die een ambt hadden bekleed. Dat dwong hem om hetzelfde te doen, om zo de familie-eer “op peil te houden”. Het bekleden van bestuursfuncties was dus niet alleen een eervolle verplichting jegens de samenleving, maar ook een vrome plicht jegens de eigen voorvaderen. Omdat andere families dezelfde verplichting hadden, ontstond een rivaliteit met een bijna religieuze dimensie.

Deze wedijver vormde een van de motoren van de Romeinse expansie. Pompeius zocht prestige middels veldtochten in Spanje en Syrië; Julius Caesar veroverde stukken Spanje, Gallië tot aan de Rijn en Numidië. Fijn voor Italië, zoveel buit: de bodembelasting kon op een gegeven moment worden afgeschaft. De negatieve kant was dat het politieke leven in Rome werd geteisterd door steeds diepere rivaliteiten, die gewelddadig konden uitpakken.  Togatus zou het ons hebben kunnen vertellen. Hij leefde rond 50 v.Chr. en heeft de burgeroorlogen meegemaakt die de ondergang inluidden van de Romeinse Republiek.

[Dit was de 155e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

11 gedachtes over “Een echte Romein

    1. O shit ja. “Water” was het thema van de Romeinenweek. Ik heb het verbeterd.

      Ik ben niet zo van die thema’s om de waarheid te zeggen. Het enige thema dat er écht toe doet is “De Oudheid is interessanter en belangrijker dan u denkt”.

  1. Volgens mij ontbreekt een link bij het Caesarportret. Daarna lijken ook wat woorden te zijn weggevallen.

  2. mnb0

    “De rijkdom van de een betekende de armoede van de ander.”
    In het Romeinse Rijk en eigenlijk in Europa tot in de 18e eeuw was dat accuraat.

    1. Ik zeg zeventiende eeuw. De mercantilisten gingen er nog van uit dat de koek maar één keer verdeeld kon worden, maar de fysiocraten kregen in de smiezen dat economische groei denkbaar was.

      1. mnb0

        Mijn punt was eigenlijk vooral dat vanuit het toenmalig gezichtspunt de koek een constante omvang had. Eventuele economische groei ging zo langzaam dat eventuele toename van welvaart nauwelijks waarneembaar was in vergelijking met rampen als mislukte oogsten en oorlogen. Dat veranderde pas met de Industriële Revolutie en die begon in de 18e eeuw. Petje af als een paar slimmerikken de mogelijkheid van economische groei al voordien overwogen.

  3. Dirk

    Beetje laat, maar ik zag recent een documentaire over Romeinse kunst waarin beweerd wordt dat het hoofd van de centrale figuur niet oorspronkelijk is.

Reacties zijn gesloten.