Hypercoherentie

cline_1177

Eeuwen na de verwoesting van Troje staken de stadsmuren nog boven de velden uit. De herders die er hun kuddes weidden, waren er voldoende van onder de indruk om elkaar verhalen te vertellen. Er was ooit verschrikkelijk gevochten, zeiden ze, door helden die behoorden tot een ras dat sterker was geweest dan de mensen van de eigen tijd. De muren konden geen mensenwerk zijn maar moesten zijn gebouwd door goden.

Goden, helden en eeuwenoude ruïnes: meer wist een dichter als Homeros eigenlijk niet over het Troje van de dertiende eeuw v.Chr., dat de achtergrond vormt van zijn Ilias. Andere barden zongen heldenliederen over de steden Mykene en Thebe, waarin eveneens echo’s doorklonken van dat verre verleden. De verhalen zelf zijn echter grotendeels fictie.

De Bronstijdbeschaving die ooit had bestaan in het Egeïsche Zee-gebied, was in de tijd van Homeros en zijn collega’s vrijwel vergeten. De even oude cultuur van de Hittiten, die woonden in het midden van het huidige Turkije, raakte nog meer in de vergetelheid: er werden zelfs geen verhalen meer over verteld. Er resteerde niets dat de oudheidkundigen kon doen vermoeden dat de Hittiten zelfs maar hadden bestaan. Des te groter was de verbijstering toen de antieke supermacht zo’n honderd jaar geleden werd ontdekt.

Het onderzoek naar Troje, Mykene, Egypte, Assyrië en Babylonië was toen al gaande en in de eerste helft van de twintigste eeuw kwamen daar Kreta, Cyprus, de havenstad Ugarit en de Hittiten nog bij. De laatste decennia leerden we hoezeer deze culturen vervlochten zijn geweest. Myceense frescoschilders werkten in Egypte, dat weer graan exporteerde naar de Hittiten. We hebben de brieven over van de diverse koningen en lezen dat ze oorlog voerden, vrede sloten, handel dreven en met elkaars dochters trouwden.

De wereld van de Bronstijd is de grootste oudheidkundige ontdekking van de vorige eeuw. Er is in feite anderhalf millennium toegevoegd aan de bekende menselijke geschiedenis, laten we zeggen van 2700 tot 1200 v.Chr. Vijftien eeuwen die voor een groot deel vergeten waren: zó compleet was de instorting van het systeem. Er kwam een einde aan de Griekse paleisburchten, het Hittitische Rijk desintegreerde, de steden van de Levant werden verwoest en Egypte bewaarde zijn onafhankelijkheid maar ternauwernood.

Er zijn parallellen voor dit soort instortingen, zoals de verdwijning van het Romeinse Rijk uit westelijke Europa. Daarover is al veel geschreven en het is niet overdreven te zeggen dat “instortingsliteratuur” een eigen genre is, waarin de oorzaak van de ramp steevast een probleem is uit de tijd van de auteurs, geserveerd met een toefje apocalyptiek. De Amerikaanse archeoloog Eric Cline weet dit probleem niet geheel te vermijden in 1177 B.C.: The Year Civilization Collapsed, waarin hij de ondergang van de Bronstijdrijken beschrijft, maar dat neemt niet weg dat het boek alleszins de moeite waard is.

Na een uitvoerige beschrijving van de wereld die ten onder ging, presenteert Cline de catastrofe als het gevolg van een combinatie van omstandigheden, die elk op hun manier het systeem ontregelden. Het staat vast dat er een reeks aardbevingen was die duurde tot de onderliggende aardlagen stabielere posities hadden gevonden. Er was langdurige droogte, die duidt op een klimaatomslag. Het bewijs daarvoor is, sinds Cline zijn manuscript naar de drukker stuurde, alweer sterker geworden. In het Egeïsche Zee-gebied en Anatolië heerste politieke onrust, waardoor volken op drift raakten. De migranten volgden de oude handelsroutes en verplaatsten zo de onrust naar andere gebieden. Een bekend voorbeeld is de oorlog die farao Ramses III rond 1177 v.Chr. voerde tegen de zogeheten Zeevolken, waarvan de Filistijnen de bekendste zijn.

Er is geopperd dat de overheden in deze tijd prestige verloren en de internationale handel niet langer konden coördineren: het ontstaan van vrij ondernemerschap was een uiting van instabiliteit. Cline is hierover wat sceptisch, maar presenteert deze theorie zo dat een lezer zijn eigen conclusies kan trekken.

Wat was oorzaak, wat was gevolg? Op zichzelf had geen van deze factoren hoeven leiden tot de catastrofe die feitelijk heeft plaatsgevonden, maar de situatie kon problematisch worden doordat de diverse partijen zózeer met elkaar samenhingen dat een verandering in één land onvermijdelijk leidde tot instabiliteit bij alle andere betrokkenen. (De jargonterm uit de complexiteitstheorie is “hyper-coherence”.) Als zo’n systeem eenmaal in verval raakt, kan de instorting ook volledig zijn, omdat er niets is dat onberoerd en stabiel overeind blijft.

Zoals gezegd zijn in de instortingsliteratuur de oorzaken van de ramp doorgaans de problemen uit de tijd van de auteurs. Ook Cline ontkomt er niet aan dat hij onze zorgen over de globalisering projecteert op het verleden. Dat is inherent aan de oude geschiedenis, die ons alleen iets kan tonen dat wij herkennen kunnen. De Oudheid is een echoput en de waarde van de oudheidkunde ligt minder in haar onderwerp dan in haar methode. Dat laat echter onverlet dat Cline een van de boeiendste boeken uit de afgelopen jaren heeft geschreven.

[Oorspronkelijk verschenen in het NRC Handelsblad van 23 mei 2014.]

Deel dit:

5 gedachtes over “Hypercoherentie

  1. Manfred

    Dit boek van Cline is zeer de moeite waard.
    Wat mij er in vooral verbaasde was hoe omvangrijk en gebruikelijk de correspondentie tussen de hoven en handelaren in die tijd al was.

    1. Klaas

      …en hoeveel daarvan bewaard is gebleven. Ik vind dat we af moeten van die digitale zaken, en terug naar de kleitabletten!

      1. Er zijn inderdaad mensen die zich zorgen maken over ons digitale tijdperk, wat voor onderzoekers uit de toekomst ongetwijfeld een ‘duistere periode’ zal gaan worden.

        1. Manfred

          Ik ben bang dat dit eerder de ‘overbelichte periode’ zal zijn omdat er te veel is gepubliceerd; hoe de nullen van de enen te scheiden?

        2. Om een persoonlijke reactie te geven: ik heb, bij het maken van Livius.org, wel eens gedacht dat ik een soort monnik was, die informatie probeerde te bewaren – de een door haar in een nieuw medium over te zetten, de ander door haar te kopiëren.

Reacties zijn gesloten.