Romeins re-enactment

verstraaten_romeinen

Het Kops Plateau in Nijmegen is een van ’s lands belangrijkste archeologische monumenten. Elke twee jaar vindt daar het Romeinenfestival plaats, ’s lands belangrijkste oudheidkundige manifestatie. De bezoekers kunnen een zomerweekend lang kennismaken met antieke ambachten, de laatste tijdschriften en boeken kopen, een Romeins hapje eten of luisteren naar de door de medewerkers van de Radbouduniversiteit aangeboden lezingen.

De show wordt echter elke keer gestolen door de re-enactors. Een eerste, te eenvoudige definitie van een re-enactor zou kunnen luiden dat het een vrijwilliger is die zich een historisch kostuum aanmeet om te demonstreren hoe dingen in het verleden gingen. In Nijmegen spelen re-enactors huwelijks- en uitvaartplechtigheden na, maar je kunt er ook vechtende gladiatoren en exercerende soldaten zien.

Romeinen. Kleding uit de Romeinse tijd in Noordwest-Europa van fotograaf Stef Verstraaten bevat ruim 180 portretten van nagebootste Romeinen. Het ene is nog mooier dan het andere. Van een pottenbakker blader je naar een moeder met twee kinderen, een generaal is net opgestaan van zijn klapstoeltje, een chirurg met een bebloede tunica staat tegenover een trompetter. Je ziet ruiters, een waarzegger, een vaandeldrager, een slavin en een priester. Twee soldaten kijken je aan over de lade van hun katapult. De ene foto toont hoe een vrouw letterlijk de handen uit de mouwen steekt en een andere foto toont haar complexe kapsel.

Bestudeer de details, zoals de borduursels op de mantel van een soldaat uit de vierde eeuw, en je ziet met hoeveel zorg de dragers hun kleren hebben vervaardigd. Het klapstoeltje van de generaal is gebaseerd op een vondst uit Nijmegen, een vrouwenkapsel is door grafportretten uit Palmyra geïnspireerd en de wonderlijk gekrulde waarzeggersstaf is de reconstructie van een vondst uit Duitsland. Je wil als re-enactor immers niet voor schut staan met een kostuum dat niet tot in de puntjes valt te verantwoorden.

De inzet waarmee re-enactors streven naar een zo authentiek mogelijke reconstructie, brengt met zich mee dat de gemoederen soms hoog oplopen. Gelukkig ziet men het lachwekkende daarvan zelf ook wel in: de discussie over de kleuren van het Romeinse uniform wordt schertsend “the tunic war” genoemd. Soms echter ontaarden de discussies, valt een re-enactmentgroep uiteen en heeft het publiek de zekerheid dat op een evenement waar de ene groep staat, de andere zal onderbreken. Het is de onvermijdelijke keerzijde van de re-enactorspassie. Om Maarten ’t Hart te parafraseren: een groep die leeft, scheurt.

Het verlangen naar een zo verantwoord mogelijk kostuum is de reden waarom de zojuist gegeven definitie te simpel is. Menig re-enactor doet serieus onderzoek en de grens met experimentele archeologie is vloeiend. Het in 2011 verschenen Die römische Armee im Experiment van Christian Koepfer e.a. toont de resultaten van een project van de universiteit van Augsburg.

Eerlijk is eerlijk, er zijn weleens baanbrekendere wetenschappelijke experimenten gedaan. Het is niet wereldschokkend dat een Romeins schild bij 10 mm neerslag zo weinig vocht opneemt dat het slechts 500 gram zwaarder wordt. Akkoord, we weten voortaan dat een beroemde passage over soldaten die moeilijk konden vechten door hun te natte schilden, een verzinsel moet zijn. En inderdaad, dat impliceert weer dat we een belangrijke antieke auteur anders zullen moeten lezen. De wereld zal echter niet noemenswaardig veranderen door deze conclusie. Het belang van re-enactors voor het universitair onderzoek is dus gering, terwijl hun betekenis voor de overdracht van wetenschappelijke informatie juist zeer groot is.

In feite is de vraag naar het belang van re-enactment echter verkeerd gesteld. Je vraagt je immers ook niet af wat de relevantie is van een boswandeling of concertbezoek. Van de natuur of muziek mag je gewoon genieten, en dat geldt ook voor het verleden. Re-enactors zijn dé specialisten in het overdragen van die ervaring.

Verstraatens fotoboek toont hoe we momenteel denken dat de bewoners van onze contreien in de Romeins tijd eruit hebben uitgezien. Het toont bovendien de trotse gezichten van mensen die weten dat ze mensen blij kunnen maken door hen te laten delen in hun liefde voor het verleden. Wie het overdragen van wetenschappelijke informatie heeft als hobby en daar het publiek nog een plezier mee doet ook, is een bevoorrecht mens.

[Oorspronkelijk verschenen in het NRC Handelsblad van 1 februari 2013. Het Romeinenfestival vond de laatste keer overigens plaats op een nóg betere locatie: Museumpark Orientalis.]

Deel dit:

3 gedachtes over “Romeins re-enactment

  1. Klaas

    Een vraag die bij me opkwam naar aanleiding van de getoonde omslag van het boek is: hoe zit het met die hanekam op de Romeinse officiershelm? De strips en andere afbeeldingen die ik “vroeger” zag toonden dat de hanekam van achteren naar voren liep, terwijl “modernere” afbeeldingen (met name in de sfeer van re-enactment, zo ook op die omslag) de kam van links naar rechts (dus dwars) laten lopen. Is dit een nieuw inzicht (gebaseerd op archeologische gegevens en afbeeldingen), of een kwestie van mode?

    1. Marcus Aurelius

      En de kam van voor naar achter wordt toegeschreven aan een andere, lagere officier: de optio. Staat allemaal in het boek.

Reacties zijn gesloten.