Vloektablet

Vloektablet (Antikensammlung, Munchen)
Vloektablet (Antikensammlung, Munchen)

Het bovenstaande voorwerp is een loden plaatje met een tekst die, ondanks een stukje dat niet helemaal leesbaar is, heel erg weinig aan duidelijkheid te wensen overlaat.

Ik vervloek Panfilon, alles waarop Panfilon hoopt en al zijn daden; en ook vervloek ik Thoukleides, alles waarop Thoukleides hoopt en al zijn daden. Ik, Syros, … en jij zult in je waanvoorstellingen bezeten zijn door Hermes.

Klare taal. De vervloekingen gaan nog even door op de andere zijde:

Ik vervloek Ofilion en Ofilima en Olympos en Pistia en Magas en Proton en Kados, Thoukleides en Melana, en Komon en Bakchis en Kittos. Van al die mannen en vrouwen vervloek ik verder alles wat ze wensen – zowel dat wat ze van de goden vragen als dat wat ze van de heroën vragen – en al hun bezigheden. Dit alles zeg ik bij Hermes Katochos, de god die mensen slaat met waanzin, en bij Hekate en Gaia, bij alle goden en bij de moeder van de goden.

De tekst is gegrift op een loden plaatje, opgerold en vervolgens met een dikke spijker ergens aan vast geboord. Magische rituelen als deze behoorden net zo goed bij de Griekse godsdienst als de cultus voor de Olympisch goden, maar ze zijn veel minder goed bekend. De hele negentiende en vroege twintigste eeuw bestudeerde men de klassieke Oudheid als iets voorbeeldigs, waarin dit soort oculte praktijken domweg niet pasten. Dus werd het genegeerd.

Het vooroordeel is er nog altijd: je zou ze de kost moeten geven die menen dat er met de Grieken echt iets rationelers, iets humaners ontstond, dat nieuw was in een wereld die tot dan was gedomineerd door het mystieke, obscurantistische Midden-Oosten. Die tegenstelling is volstrekt onhoudbaar, zoals blijkt uit – aan de Griekse zijde – vloektabletjes en magische papyri en – aan de oud-oosterse zijde – de vér gevorderde wiskunde en sterrenkunde. De Münchense Antikensammlung heeft er goed aan gedaan dit vloektablet op een opvallende plek tentoon te stellen, temeer omdat de oudheidkundige collecties aan de Königsplatz eigenlijk bedoeld waren om uit te dragen hoe uniek en voorbeeldig de Grieken wel niet geweest waren.

[Dit was de 161e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

9 gedachtes over “Vloektablet

  1. sara

    Ook toevallig: het juli/augustus nr van Histoire antique & medievale is geheel gewijd aan ‘La magie dans l’antiquite’, met veel aandacht voor de Grieks/Romeinse magie door Michael Martin.

  2. mnb0

    “dat er met de Grieken echt iets rationelers, iets humaners ontstond, dat nieuw was”
    De systematische deductie die ze ontwikkelden was volgens mij inderdaad echt iets rationelers en nieuw. Ze is echter niet per se humaner. De Gulag was het resultaat van diezelfde systematische deductie.
    Volgens mij is er sprake van een zeer haastige generalisatie. Een paar Grieken – want het waren er toch echt maar een paar handjevol en volgens henzelf konden het er nooit meer dan een paar handjevol zijn! – die uitblonken in wiskunde (en die is rationeel) – worden representatief geacht voor de gehele toenmalige samenleving. Bovendien neemt men zomaar aan dat dat paar handjevol Grieken op andere terreinen dan wiskunde, natuurkunde en filosofie dan ook wel rationeel zal zijn geweest.
    Tja. Die oh zo rationele Grieken waren niet in staat om een stabiele natie-staat op te bouwen. Hoe lang duurde het mystieke, obscurantistische Egypte van de farao’s ook al weer?

  3. Het zal Syros wel vies tegenvallen dat uitgerekend dankzij zijn vloektablet de namen van zijn vijanden voor het nageslacht bewaard zijn gebleven! Probeer je iemand de vergetelheid in te wensen, belandt je tekst in een museum… 😛

  4. Marcel Meijer Hof

    Mary Renault beschrijft in een van haar Alexander romans – ‘Fire from heaven’ naar ik meen (inderdaad, historische fictie) een bezoek van de hoofdpersoon aan het oude orakel Dodona. Ook daar is dan sprake van het benutten van een stuk loden strip dat opgevouwen in een kruik wordt gestopt. De beschrijving, hoewel ongetwijfeld grotendeels fictief, geeft toch een interessante indruk van niet realistische, niet beredeneerbare elementen in de Oudgriekse maatschappij. Geen wetenschap, toch prettig geschreven en daarom aangenaam leesvoer op vakantie, in dit geval bij voorkeur onder een ruisende eik natuurlijk.

  5. Volksmagie heeft nog eeuwen en eeuwen doorgesudderd als vonken onder de as en is ook tot op heden niet verdwenen. Het is flauw en bovendien onjuist dit in mindering te brengen op de revolutie in het denken die de Grieken ontketend hebben.

    1. mnb0

      Dat doet JL dan ook niet. Bovendien was magisch denken bepaald niet voorbehouden aan het ongeletterde volk. De Griekse intellectuele elite kon er ook wat van. JL maakt er terecht bezwaar tegen dat daar geen aandacht aan wordt besteed. Iemand als Bertrand Russell is het daarmee eens; het eerste hoofdstuk van zijn Geschiedenis van de Westerse Filosofie gaat nou net over dat magische denken.

  6. rjvbever69

    Heel interessant artikel. Het gaat echter over ‘vervloeken’. Ik zou graag willen weten of er iets veel bekend is over het gebruik van vloeken (bvb. als je i.p.v. op de spijker op je duim slaat) en ook andere krachttermen en beledigingen.

    Alleen in de Franse Wikipedia trof ik een paar voorbeelden aan van beledigen, kwetsen, onteren, etc. dus niet over vloeken. Wat volgt is door mij ingekort, vrij vertaald en ik heb enkele voorbeelden toegevoegd:

    Voorbeelden zijn :
    – het graf van je vijand vertrappelen (Aegisthus met het graf van Agamemnon)
    – het uitschelden voor homo of verwijfde man (zowel in Rome als in Griekenland)
    – In de Ilias scheldt Achilles Agamennon (in Boek I) uit voor dronkaard, man met hondenogen en een ‘hertenhart’ door Aegidius W. Timmerman als volgt vertaald ‘Zwaar van wijn zijt ge, hondegezicht, met uw herte-hart – gij! – Helena beledigt herhaaldelijk zichzelf met de term teef (Ilias, Boek VI, 344-345: Helena wel, zij zeide tot Hektor met vriendlijke woorden: ‘Zwager van mij, onheilstichtende teef, ik ril van mijzelve’ Vert. Aeg. W. Timmermans). Toen ook al werden dierennamen gebruikt om iemand te beledigen. De hond (vooral de teef) speelt een grote rol, ook in de Karakters van Theophrastes, vaak om
    prostituées aan te duiden.
    – In de oudste moppencollectie de Philogelos, daterend uit de 3de eeuw n. Chr. blijken beledigingen vaak te slaan op lichamelijke gebreken.

    Is er een bron bekend met vloeken, krachttermen, verwensingen, etc.. dat is mijn vraag!

    Roger Van Bever

Reacties zijn gesloten.