Peutingerkaart

Rome op de Peutingerkaart (Österreichische Nationalbibliothek)
Rome op de Peutingerkaart (Österreichische Nationalbibliothek)

Ik moet vijftien of zo zijn geweest toen ik in het voormalige museum Kam in Nijmegen de Peutinger-landkaart voor het eerst zag. Of beter: een mooie oude replica uit 1591. De eindeloos lange kaart fascineerde me: ze toonde het hele Romeinse én Perzische wegennetwerk, zij het met heel vreemde proporties. De noord-zuid-verhoudingen zijn samengeperst tot 33 centimeter, terwijl de kaart een kleine zeven meter lang is.

De kaart, genoemd naar de Augsburgse geleerde die haar ontdekte, Konrad Peutinger, is getekend in de Oudheid en (zoals zoveel antieke teksten) overgeleverd in een middeleeuwse kopie. Ze vormt een sleuteldocument voor het begrip van de antieke geografie. Zo leren we dat 35 kilometer ten westen van Tongeren een plaats moet hebben gelegen die “Pernacum” heette. Daar zijn inderdaad Romeinse resten gevonden, namelijk bij Braives, een naam waarin je met enige goede wil het woord “Pernacum” nog herkent.

Voorzichtigheid is echter geboden. De kaart bevat tientallen spelfouten. Zo is van het onbegrijpelijke “Levefanum” – Wijk bij Duurstede of Arnhem-Meinerswijk of Elst? – geopperd dat het een verbastering is van “Haevae fanum”, de tempel van de Bataafse godin Haeva. Een ander probleem is de informatie zélf, die deels teruggaat op de regering van keizer Augustus en deels jonger is. Zo staat Pompeii erop (verwoest in 79 na Chr.) én Constantinopel (dat deze naam pas in de vierde eeuw kreeg). Andere informatie moet teruggaan op een beschrijving van het ParthischSassanidische oosten. Misschien gaat het om het werk van de landmeters van Alexander de Grote, misschien om een Parthisch werk.

Weer andere informatie is onversneden christelijk en dus betrekkelijk laat: zo wordt ergens gezegd dat hier de woestijn is waar de Hebreeën veertig jaar doorheen reisden en is het vignet van Rome – hierboven – voorzien van een afbeelding van de Sint-Pieter, die is gebouwd in 326. Eén ding is zeker: het antieke voorbeeld dateert uit de vierde eeuw en is in de twaalfde of dertiende eeuw slordig gekopieerd.

De online-editie is hier. Alle moderne boeken gaan terug op de uitgave van Konrad Miller uit 1887, die in 1976 onveranderd is herdrukt. Een vriend deed me gisteren een exemplaar cadeau, waar ik erg blij mee ben. (Vandaar dit stukje.) Het origineel ligt in de Österreichische Nationalbibliothek. Ik ben er eens met een vriendin wezen kijken, maar men had alleen een replica liggen – en dat dan nog maar van één van de elf bladen. Een frustrerende teleurstelling die we daarna bij Sacher hebben weggegeten.

[Dit was de 162e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

11 gedachtes over “Peutingerkaart

  1. Dirk van der Blom

    Bij welke teleurstelling ook en ja die moet toen stevig zijn geweest, is taart en koffie bij Sacher in Wenen inderdaad een goed alternatief.

    Mvrgr Dirk

  2. Ook ik ben teleurgesteld uit Wenen teruggekomen. De vraag blijft waarom de bibliotheek de kaart niet tentoonstelt. Gepresenteerd op de manier van het Tapijt van Bayeux zou het een fantastische publiekstrekker zijn.

    1. Ik denk dat het te kostbaar is. In Florence ligt codex-F (het belangrijkste manuscript met Romeinsrechtelijke teksten) ook achter slot en grendel. In Berlijn heeft het Neues Museum een mooie oplossing door papyri in laden te leggen die je beperkte tijd kunt openen.

  3. Uitgesloten is het niet, maar de vierde eeuw is bekend om grote kopiistenactiviteit, waarbij oude informatie werd geactualiseerd. Het was eigenlijk een soort kleine renaissance. Het is meer plausibel dat het in de tweede helft van de vierde eeuw is gedaan dan daarna.

  4. Dieter Verhofstadt

    Twee reacties: zoals reeds op facebook gemeld, heb ik je leren kennen dankzij de Peutingerkaart. En ook ik ben naïefweg de bibliotheek van Valenciennes binnengestapt met de vraag “kan ik hier het manuscript van het Ludwigslied ergens zien?”

  5. Harm-Jan

    Ik kan me helaas niet bedwingen je de ogen uit te steken: tijdens het meest recente internationale neolatinistencongres in 2015 mochten wij in de bibliotheek wel het origineel zien (een klein groepje), dankzij de gelukkige omstandigheid dat de kaart op de terugweg was van een tentoonstelling naar zijn rustplaats.

    Twee weken geleden zag ik in de kathedraal van Hereford de Mappa mundi, althans een replica in een goede, maar wel verbeterbare tentoonstelling. Ik denk dat met (nog) meer digitalisering en vooral mogelijkheid zelf in te zoomen, rond te draaien etc. juist dingen als kaarten prachtig ontsloten kunnen worden. Mooier eigenlijk dan het origineel, afgezien van de sentimentele waarde dan.

  6. Klaas

    “Een ander probleem is de informatie zélf, die deels teruggaat op de regering van keizer Augustus en deels jonger is”. Dat is alleen maar een probleem als je er van uit gaat dat een kaart de situatie van één moment dient weer te geven. Het kan zijn dat naast de vraag “waar is het” de maker van de kopie net zo geïnteresseerd was in “waar was het”. Dat, of gewoon ontzag voor het basismateriaal: toevoegen mag, en weglaten mag niet. In feite heeft de kaart door de toegevoegde informatie een soort Wikipedia karakter gekregen.

    1. Gherardus Havingha

      “In feite heeft de kaart door de toegevoegde informatie een soort Wikipedia karakter gekregen.”

      Ik dacht zelf meer aan Vici.org

Reacties zijn gesloten.