Adriaan en Olivier

middelburg_monumentale_trap

Het was in het allerholst van de nacht en twee grote volle manen stonden met verwijtende gezichten aan de hemel.
“Hoe hard rijden we nu?” vroeg ik.
“Zesennegentig,” zei Adriaan en draaide achteloos het stuur drie keer rond.
“Wáár rijden we nu?” vroeg ik.
“Om de markt in Rittenburg,” zei Adriaan.
“Rittenburg is een prachtig oud stadje,” zei ik. “Het bezit een fraai middeleeuws stadhuis, met een monumentale trap.”
“Nee,” zei ik, toen het lawaai had opgehouden, “het bezát een fraai middeleeuws stadhuis. Kijk nu toch eens wat je gedaan hebt! Je kunt toch niet met een auto deze monumentale trap op!”
“Is die auto van u?” vroeg de agent.
“Geweest,” zeiden wij, en schudden de overblijfselen van ons af.

U herkende misschien het begin van Adriaan en Olivier, de schelmenroman waarmee Leonard Huizinga in 1939 debuteerde. Het boek heeft een bepaald soort studentikoze humor die op den duur gaat vervelen, maar de ouverture blijft geweldig.

Adriaan en Olivier is geen sleutelroman, maar de locaties van het verhaal kunnen allemaal worden aangewezen op Walcheren. De vernielde monumentale trap van het stadhuis in Rittenburg is in feite die van het raadhuis in Middelburg. Zie de foto hierboven.

Ik was er zondagochtend en hoopte al dat ik bovenstaande foto zou kunnen maken. Er was echter kermis en de kermisklanten leken zich er niet echt om te bekreunen dat ze met hun attractie een monument uit de vaderlandse letteren aan het zicht onttrokken. Desondanks heb ik een foto weten te maken.

Uiteraard zijn Adriaan en Olivier fictie, maar ik rond af met nog een andere monumentale trap. Die behoort bij een overheidsgebouw in Curaçao. Volgens de familietraditie zijn twee neven van mijn grootvader, die tijdens de Tweede Wereldoorlog dienden in het garnizoen van Willemstad, met een jeep deze monumentale trap opgereden.

willemstad_staten_1

Deel dit:

6 gedachtes over “Adriaan en Olivier

    1. Nee. Ik weet wel dat ze zes dagen zwaar hebben gekregen, al weet ik weer niet of dat voor deze gelegenheid is geweest. De twee Lenderingen reden ook eens met een pantserwagen over de Pontjesbrug, die daar niet echt op berekend is.

  1. “De onderzeeër kwam langzaam boven. Het water droop er aan alle kanten af. Mmm, zeker een fikse regenbui gehad beneden, verzuchtte Adriaan”.
    (Uit mijn herinnering geciteerd).

Reacties zijn gesloten.